Het vertalen van taal- en cultuurgebonden betekenis: een studie vd Duitse en Amerikaanse vertaling v Cees Nootebooms Allerzielen

Karel Vandeghinste
Persbericht

Het vertalen van taal- en cultuurgebonden betekenis: een studie vd Duitse en Amerikaanse vertaling v Cees Nootebooms Allerzielen

Allerseelen en All Souls Day: wat blijft behouden en wat gaat verloren in de Duitse en Amerikaanse vertaling van Cees Nootebooms Allerzielen?

Ieder literair werk is schatplichtig aan een bepaalde taal en cultuur: hoe vertaal je dan de unieke stijl van een auteur en de meerduidigheid van zijn werk?

Allerzielen behoort tot de grote romans van Cees Nooteboom en werd in 1998 gepubliceerd. De roman speelt zich voornamelijk af in Berlijn waar de documentairemaker en cameraman Arthur Daane flaneert door de straten op zoek naar sporen van het woelige Duitse verleden. Tien jaar geleden kwamen zijn vrouw en zoontje om in een vliegtuigongeval, een verlies dat hij nog steeds niet te boven is gekomen. Dit maakt hem heel gevoelig voor de trauma’s die het fascisme, de oorlog en het communistische bewind in Berlijn veroorzaakten en daarom oefent de stad zo een grote aantrekkingskracht op hem uit. In Berlijn komt Arthur heel vaak samen met zijn vrienden Zenobia, Victor en Arno en ze voeren tot laat in de avond gesprekken over, onder andere, filosofie, geschiedenis, taal en gastronomie. Tijdens een van zijn wandelingen door de stad ontmoet Arthur ook de raadselachtige jonge studente Elik en geraakt in de ban van haar...

Allerzielen werd in heel wat talen vertaald. De scriptie bestudeert en vergelijkt de Duitse en Amerikaanse vertaling. Het vertalen van de roman levert heel wat moeilijkheden op. Hoe vertaal je bijvoorbeeld culturele begrippen die enkel binnen de Nederlandse cultuur betekenis hebben? Een voorbeeld hiervan is de plaatsnaam in het volgende zinnetje: “daar zullen ze ontzettend blij mee zijn in Hilversum” (Allerzielen, p. 46). Cees Nooteboom houdt ook van woordspelingen en taalgrapjes, wat ook onvertaalbaar lijkt: “Ja, dank je de koekoek. (…) Nu had hij niet alleen Erna, maar ook nog die koekoek.” (p. 10). De stijl van Nooteboom kenmerkt zich bovendien door lange, mijmerende zinnen vol klankovereenkomsten en herhalingen. Net als een schilder heeft hij in zijn beschrijvingen oog voor kleurige details, wat aanleiding geeft tot mooie vergelijkingen en metaforen. Vinden we dit ook terug in de vertalingen? Beeldspraak en klankovereenkomsten zorgen voor een vertaalprobleem omdat ze heel taalgebonden zijn.

Bij het vergelijken van de Duitse en Amerikaanse vertaling valt op hoe Helga van Beuningen, de Duitse vertaalster, dichter bij de Nederlandse tekst kan blijven, terwijl Susan Massotty, de Amerikaanse vertaalster, vrijer moet vertalen en meer parafraseert. Cees Nooteboom is een auteur die ook heel wat kennis en feiten verwerkt in zijn beschrijvingen en dialogen, maar deze verwijzingen blijven altijd impliciet en de lezer moet ze zelf ontdekken. De Duitse vertaalster volgt hierbij Nootebooms voorbeeld, maar haar Amerikaanse collega verduidelijkt wel vaak deze verwijzingen door haar lezers aanvullende informatie te geven. Deze aanpak wijst op een dilemma: enerzijds kan de boodschap die de auteur met zijn roman wil meegeven verloren gaan als de lezer belangrijke informatie niet opmerkt, anderzijds kan de roman zijn meerduidigheid verliezen als de vertaler te veel uitlegt wat impliciet blijft in de originele tekst. Massotty verdedigde haar manier van werken tijdens een rondetafelgesprek op de Hogeschool Gent in aanwezigheid van Cees Nooteboom en andere literaire vertalers van zijn werk. Volgens haar waren deze verduidelijkingen nodig omdat Amerikaanse lezers minder vertrouwd zijn met de Nederlandse cultuur dan bijvoorbeeld Duitse lezers.

Allerzielen is een roman met heel veel betekenislagen. Deze meerduidigheid ontstaat doordat woorden naar elkaar verwijzen doorheen de hele tekst en zo terugkerende motieven gaan vormen. Zo wordt het enigmatische personage Elik met een sirene vergeleken. Sirenen zijn de demonische wezens uit de Griekse mythologie die de bemanning van voorbijvarende schepen betoveren en hen op de klippen laten varen. De lezer merkt inderdaad hoe Elik een gevaarlijke aantrekkingskracht uitoefent op Arthur, net zoals de stad Berlijn met zijn onverwerkte trauma’s uit het verleden. Nooteboom legt daarom ook parallellen tussen Berlijn en Elik: zo wordt de schoonheid van de stad en het meisje allebei ontsierd door littekens. In de scriptie kijken we of deze verwijzingen in de vertalingen behouden blijven en de originele tekst niets van zijn meerduidigheid verliest.

In Allerzielen tracht Cees Nooteboom de Duitse geschiedenis en cultuur te begrijpen vanuit de aantrekking die een donkere en dodelijke schoonheid op iemand kan uitoefenen. Het willen sterven uit liefde is volgens hem een wezenlijk kenmerk van de Duitse ziel. Het uit zich in de zwarte Romantiek van bijvoorbeeld de schilderijen van Caspar David Friedrich, de donkere sprookjes van Grimm of de Weltschmerz en dood van Goethes tragische held in Die Leiden des jungen Werther. Nootebooms roman baadt in dezelfde zwartromantische sfeer. Arthurs passie voor Berlijn en Elik is noodlottig en brengt hem uit zijn evenwicht. In de scriptie bekijken we of de Duitse en Amerikaanse vertaalster oog hebben voor de invloed van de zwartromantische traditie op Allerzielen.

  • Nooteboom, Cees 2009, Allerzielen. Roman. Met een nawoord van László F. Földényi. 18de druk. Amsterdam: De Bezige Bij.
  • Nooteboom, Cees 2000, Allerseelen. Roman. Aus dem Niederländischen von Helga van Beuningen. Frankfurt am Main: Suhrkamp.
  • Nooteboom, Cees 2001, All Souls Day. Trans. Susan Massotty. New York: Harcourt.
  • Vandeghinste, Karel 2012, Het vertalen van taal- en cultuurgebonden betekenis: een studie van de Duitse en Amerikaanse vertaling van Cees Nootebooms Allerzielen. Brussel: Erasmushogeschool.
Bibliografie
  • Abrams, M. H. (red.) 1993, The Norton Anthology of English Literature. Volume 2. 6de editie. New York: Norton.
  • Bassnett-McGuire, Susan 1980, Translation Studies. London: Methuen. (New Accents)
  • Burks, Arthur W. 1949, “Icon, Index and Symbol”, in: Philosophy and Phenomenological Research, 9 (1949), 4, p. 673-689.   http://www.jstor.org/stable/2103298 (geraadpleegd op 3/05/2012)
  • Claes, Jo 2005, Griekse mythen en sagen: schatkamer van kunst en taal. Leuven: Davidsfonds.
  • De Haan, Martin 2001, “De paradox van de vertaler: vier fragmenten van een ongeschreven boek”, in: Thielemans, e.a. (red.), p. 28-35.
  • Denissen, Frans 2001, “De vertaler als schrijver of Lof der variatie: een causerie”, in: Thielemans, e.a. (red.), p. 6-14.
  • Enklaar, Jattie en Hans Ester (red.) 1995, Wechseltausch: Übersetzen als Kulturvermittlung: Deutschland und die Niederlande. Amsterdam: Rodopi.
  • Evenepoel, Stefaan, Guy Rooryck en Heili Verstraete (red.) 2004, Taal en cultuur in vertaling: de wereld van Cees Nooteboom. Antwerpen: Garant.
  • Földényi, László F. 2009, “Melancholische wandelingen in Berlijn”, in: Nooteboom, p. 410-416.
  • Grit, Diederik 2010, “De vertaling van realia”, in: Naaijkens, e.a. (red.), p. 189-196.
  • Heinen-van Borries, Ute 1995, “Übersetzung in zweierlei Hinsicht: Zu Harry Mulischs Roman De Ontdekking van de Hemel”, in: Enklaar, e.a. (red.), p. 301-312.
  • Holmes, James S. 2010, “De brug bij Bommel herbouwen”, in: Naaijkens, e.a. (red.), p. 183-188.
  • Homerus 1999. Odyssee. Vertaald door M.A. Schwartz. 10de dr. Amsterdam: Querido.
  • Jooken, Lieve 2004, “‘Impossible to translate, Arno. Dutch is a secret language, you know.’: de vertaling van culturele referenties in All Souls Day”, in: Evenepoel, e.a. (red.), p. 53-67.
  • Langeveld, Arthur 2008, Vertalen wat er staat. 5de druk. Amsterdam: Atlas.
  • Leech, Geoffrey en Mick Short 2007, Style in Fiction. A Linguistic Introduction to English Fictional Prose. London: Longman.
  • Naaijkens, Ton, Cees Koster, Henri Bloemen e. a. (red.) 2010, Denken over vertalen: tekstboek vertaalwetenschap. [S.l.]: Vantilt.
  • Nooteboom, Cees 2000, Allerseelen. Roman. Aus dem Niederländischen von Helga van Beuningen. Frankfurt am Main: Suhrkamp.
  • Nooteboom, Cees 2009, Allerzielen. Roman. Met een nawoord van László F. Földényi. 18de druk. Amsterdam: De Bezige Bij.
  • Nooteboom, Cees 2001, All Souls Day. Trans. Susan Massotty. New York: Harcourt.
  • Ruland, Richard en Malcolm Bradbury 1992, From Puritanism to Postmodernism: a History of American Literature. New York: Penguin.
  • Schleiermacher, Friedrich 2010, “Over de verschillende methoden van het vertalen”, in: Naaijkens, e.a. (red.), p.39-60.
  • Thielemans, Johan en Marc Van de Velde (red.) 2001, Vertaling & verbeelding: de creativiteit van de literaire vertaler. Gent: Mercator Hogeschool.
  • Van Belle, Hilde 2004, “Kant en de Zeeuwse liftster: de Babylonische factor in Nootebooms fictie”, in: Evenepoel, e.a. (red.), p. 39-51.
  • Vandeweghe, Willy 2008, Duoteksten: inleiding tot vertaling en vertaalstudie. 3de herz. druk. Gent: Academia Press.
  • Van Gorp, Hendrik, Rita Ghesquiere en Dirk Delabastita 1998. Lexicon van literaire termen. 7de herz. druk. Deurne: Wolters Plantyn.
  • Venuti, Lawrence 1995, The Translator’s Invisibility: A History of Translation. New York: Routledge.
Universiteit of Hogeschool
Master Vertalen
Publicatiejaar
2012
Share this on: