Ambassadeur Silvercruys en de Belgisch-Amerikaanse relaties (1945-1959): Een diplomatieke rots in de Atlantische Oceaan

Thomas Vanwing
Persbericht

Ambassadeur Silvercruys en de Belgisch-Amerikaanse relaties (1945-1959): Een diplomatieke rots in de Atlantische Oceaan

AMBASSADEUR SILVERCRUYS AAN DE WIEG VAN HET ATLANTISME

Zowat iedereen zou de relaties tussen België en de Verenigde Staten beschrijven als uiterst vriendschappelijk. Bovendien beschouwen we Amerika als de grote broer die op het internationaalpolitieke toneel de vrede en onze veiligheid garandeert wanneer het fout dreigt te lopen. Deze twee elementen vormen de fundamenten van het Atlantisme, een complex geheel aan politieke, economische en culturele banden tussen Noord-Amerika en Europese naties. Waar vond deze intieme band haar oorsprong?

Het uitbreken van de Koude Oorlog bracht beide Westerse continenten dichter bij mekaar. Maar ook politici en diplomaten speelden een bijzondere historische rol in deze ontwikkeling. Zo ook de illustere ambassadeur baron Silvercruys die ons land in Washington vertegenwoordigde van 1945 tot 1959. Historicus Thomas Vanwing dook in het tot nog toe onontgonnen persoonlijke archief van Silvercruys en analyseerde de officiële en informele communicatie tussen Brussel en Washington. Hij reconstrueerde het verhaal achter de Belgische wending naar het Atlantisme en de goede Belgisch-Amerikaanse betrekkingen vanuit het nog onbeschreven perspectief van de invloedrijke ambassadeur.

Verrassend genoeg werden de relaties tussen België en de VS voor 1945 voornamelijk gekenmerkt door wederzijdse onverschilligheid. De Belgische politieke en diplomatieke elite keek traditioneel en ook tijdens de nadagen van Wereldoorlog II richting het Verenigd Koninkrijk voor bescherming en handelsrelaties. De jonge rechts-conservatieve aristocraat Silvercruys, actief in Washington, Londen en Ottawa, vormde geen uitzondering, maar hij had wél steeds aandacht voor het toekomstig potentieel van de VS. Toen na 1945 de Westerse relaties met de Sovjet-Unie pijlsnel afkoelden en de zwakte van het VK duidelijk werd, kwamen de West-Europese landen in het Amerikaanse kamp terecht. Silvercruys, nu ambassadeur in Washington, moedigde zijn terughoudende oversten in Brussel aan deze evolutie te omarmen.

Een invloedrijk en visionair diplomaat

De baron nam in naam van zijn vaderland actief deel aan de bekende internationaalpolitieke onderhandelingen van de eerste naoorlogse jaren, zoals onder meer de oprichting van de Verenigde Naties, de economische afwenteling van de oorlog, het Duitse vraagstuk, het Marshallplan en de Congolese uraniumleveringen voor het Amerikaanse atoomprogramma. Silvercruys was naast onderhandelaar echter ook een ideoloog en raadgever met een duidelijke wereldvisie die niet altijd gelijk liep met die van zijn buitenlandministers Spaak en van Zeeland. Zo schaarde de ambassadeur zich onvoorwaardelijk achter het Amerikaans anti-Sovjetisme en buitte hij de oplopende spanningen tussen Oost en West uit om Brussel van de noodzaak van een Atlantisch verbond te overtuigen. Aan de onderhandelingstafel over het Noord-Atlantisch Verdrag in Washington speelde de diplomaat zelfs een cruciale rol in de schoorvoetende Atlantische wending van België.

Eens de militaire NAVO in 1949 het levenslicht had gezien, spande de ambassadeur zich tijdens de jaren 1950 in om de Atlantische band ook op economisch, politiek en cultureel vlak te verdiepen. De leden van wat hij het Commonwealth of Freedom noemde, namelijk de West-Europese en Noord-Amerikaanse naties, waren in zijn ogen immers onlosmakelijk met mekaar verbonden door eenzelfde ideologie: die van vrijheid, vrede en vrijhandel. Silvercruys promootte zijn Atlantische wereldvisie en de bilaterale banden binnenskamers maar ook publiekelijk door veel en uitvoerig te spreken tijdens ceremoniële aangelegenheden en politieke en economische fora. Dit leverde hem de reputatie op van een begenadigd spreker en invloedrijke diplomaat die op handen werd gedragen door het Amerikaans publiek en kon rekenen op veel persbelangstelling.

Welke plaats kreeg een verenigd Europa in dat Atlantisch gemenebest van Silvercruys? Aanvankelijk wenste hij, naar rechts-conservatieve en liberale traditie, de integratie louter te beperken tot een Europese vrijhandelszone die intens verbonden was met het overzeese continent. De ambassadeur was bijzonder bedrijvig in het bevorderen van de economische contacten tussen zijn thuis- en gastland, onder meer middels handelsbeurzen en het steunen van Belgische ondernemingen in de VS zoals Sabena. Pas toen de Amerikanen sterk aandrongen op verdere Europese integratiestappen tijdens de onderhandelingen over de Europese Defensiegemeenschap en de Europese Economische Gemeenschap, omarmde de diplomaat ook een politiek, militair en economisch geïntegreerd Europa.

Diplomatieke cultuur         

Het was geen toeval dat de baron vijftien jaren op post bleef in de Amerikaanse hoofdstad. Gedurende deze periode bouwde hij immers een ongezien netwerk uit dat tegelijkertijd vriendschappelijk en professioneel was. Silvercruys was één van de weinige diplomaten die op elk moment in contact kon treden met het Witte Huis, belangrijke Congresleden en het buitenlandministerie. Het netwerk reikte niet alleen tot in de hoogste Amerikaanse politieke maar ook economische kringen. Bovendien vergrootte zijn kring aanzienlijk toen hij in 1953 huwde met ravissante Rosemary McMahon, de weduwe van een gerenommeerd Amerikaans senator. Het uitzonderlijk netwerk maakte de kracht uit van Silvercruys’ ambtstermijn. Hij bracht als brugfiguur de Amerikaanse politieke en economische elite immers in contact met hun Belgische tegenhangers. Dit deed hij bij voorkeur in zijn luxueuze en befaamde renaissancistische residentie. Silvercruys profileerde zich immers naar de buitenwereld als een aristocratisch salondiplomaat met voeling voor grandeur en traditie maar dit aspect deed slechts dienst als een laagje vernis over zijn hoogstaande diplomatieke kwaliteiten.

De tweede krachtlijn van Silvercruys was zijn opvatting over diplomatie. Die beschouwde hij als een tweerichtingsstraat. Hij behartigde de belangen van zijn vaderland, maar dit was slechts mogelijk indien hij eveneens de Amerikaanse gevoeligheden en wensen overmaakte aan Brussel. De ambassadeur was dus een bruggenbouwer, een diplomatieke rots in de Atlantische Oceaan waar beide overheden een beroep op konden doen. De vraag rijst of de diplomaat, zijn ideologie indachtig, meer onder invloed stond van de Amerikaanse overheid dan de Belgische. Vanwing nuanceert echter: geen enkele diplomaat zou zoveel hebben kunnen realiseren voor België als Silvercruys en zijn tactiek bestond er nu eenmaal in om daarbij ook de VS verregaand tegemoet te komen.

Het staat vast dat baron Silvercruys de geschiedenis van het Belgische buitenlands beleid, de diplomatie en de bilaterale betrekkingen op cruciale momenten heeft beïnvloed. Hij was zelfs de incarnatie van de uitstekende bilaterale en Atlantische banden die hij mee had vormgegeven. Toen de ambassadeur in 1959 op pensioen ging, was de basis voor het Atlantisme en de nauwe Belgisch-Amerikaanse banden gelegd. Zijn opvolgers en politici aan weerskanten van de oceaan houden deze tot op de dag van vandaag in ere.

Bibliografie

GECITEERDE BRONNEN EN WERKEN

ARCHIEFBRONNEN

Diplomatiek archief ministerie van Buitenlandse Zaken, Brussel Personeelsdossier Silvercruys: Dossier 2386 Privépapieren Silvercruys: Dossiers 18434-1 tot en met 9 Diplomatieke correspondentie Washington 1945-1959: Dossiers 10.984bis, 12.101, 12.439, 12.517, 12.704, 12.840, 13.102, 13.286

Fondation Paul-Henri Spaak, Brussel Correspondentie Spaak-Silvercruys

Archief Université Catholique de Louvain-la-Neuve Papieren Paul van Zeeland: Dossiers 3.10 (Minister van Buitenlandse Zaken) en 6.2 (Correspondentie)

Rijksarchief Hasselt Geboorteakten Tongeren 1893: Microfilm 200.66.38

Universiteitsarchief Katholieke Universiteit Leuven Studentensecretariaatsfiche Robert Silvercruys

Universiteitsarchief Vrije Universiteit Brussel Inschrijvingsregister studenten (1894-1924)

 

UITGEGEVEN BRONNEN

DE VOS, L., Belgische diplomatieke stukken 1941-1960, Deel II: Defensie, Brussel, 1998.

KURGAN-VAN HENTENRYK, G., Belgische diplomatieke stukken 1941-1960, Deel IV: Europa: economische aspecten, Brussel, 2001. 

DE VISSCHER, P. en LEJEUNE, Y., Belgische diplomatieke stukken 1941-1960, Deel VII: Conflicten en crisissen, Brussel, 2004.

VANDERLINDEN, J., Belgische diplomatieke stukken 1941-1960, Deel VIII: Overzeese gebieden, Brussel, 2004.

Foreign Relations of the United States, 1945-1959, Washington, http://history.state.gov/historicaldocuments en http://uwdc.library.wisc.edu/collections/FRUS.

 

WERKEN

BUYST, E., ‘Van industriële grootmacht tot de zieke man van West-Europa’, VAN DEN WIJNGAERT, M. en LUYTEN, D., België, een land in crisis, Antwerpen, 2006, 121-173.

COOLSAET, R., België en zijn buitenlandse politiek 1830-2000, 1998, Tielt.

COOMANS DE BRANCHENE, O., Etat présent de la noblesse belge, Annuaire de 1981, Brussel, 1981.

DELCORDE, R., Belgische diplomaten, Tielt, 2010.

DE WITTE, L., Crisis in Kongo, Leuven, 1996.

DINAN, D., Europe Recast, Basingstoke, 2004.

DUJARDIN, V. en DUMOULIN, M., Paul van Zeeland 1893-1973, Brussel, 1997.

DUMOULIN, M., Spaak, Brussel, 1999.

EYSKENS, G., De mémoires, Tielt, 1993.

GAHIDE, J.P., La Belgique et la guerre de Corée 1950-1955, Brussel, 1991.

GROSBOIS, T., ‘Les Relations Diplomatiques entre le Gouvernement Belge de Londres et les Etats-Unis (1940-1944)’, Guerres mondiales et conflits contemporains, 202-203 (2001), 167- 187.

HELMREICH, J., Belgium and Europe, A Study in Small Power Diplomacy, Den Haag, 1976.

HELMREICH, J., United States relations with Belgium and the Congo, 1940-1960, Delaware, 1998.

KERREMANS, B., Internationale politiek sinds 1945, Leuven, 2010.

KISSINGER, H., Diplomacy, New York, 1994.

KUKLICK, B., A Political History of the USA: one nation under God, Basingstoke, 2009.

KURGAN-VAN HENTENRYK, G., ‘La Belgique et le plan Marshall ou les paradoxes des relations belgo-américaines’, Revue belge de philologie et d’histoire, 71 (1993), 290-353.

LELIE, P, ‘Het Belgisch veiligheidsbeleid 1950-1990’, in: REYCHLER, L., Een onvoltooid beleid: de Belgische buitenlandse en defensiepolitiek 1830-2015, Kapellen, 1993, 95-282.

ROOSENS, C., ‘De aanwerving van diplomaten in België’, P. VAN KEMSEKE, Diplomatieke Cultuur, Leuven, 2000.

SILVERCRUYS, R., ‘The UN: Prospects for immediate realization’, The annals of the American academy of political and social science, 246 (1946), 19-23.

SILVERCRUYS, S., Suzanne of Belgium: the story of a modern girl, New York, 1932.

SMETS, P.F., La pensée européenne et atlantique de Paul-Henri Spaak, 2 delen, Brussel, 1980.

SPAAK, P.H., Combats inachevés, 2 delen, Parijs, 1969.

STEVENS, O., België en haar mooiste ambassades wereldwijd, Doornik, 2003.

THUYSBAERT, P.I., Het Belgisch buitenlandse beleid. Een inzicht in de internationale actuele vormgeving, Leuven, 1995.

VAN AKEN, F., Van wanhoop tot vastberadenheid: acht jaren besluitvorming binnen het Belgische buitenlandse beleid onder leiding van Paul-Henri Spaak (1940-1948), Onuitgegeven licentiaatsverhandeling, Katholieke Universiteit Leuven, Departement Geschiedenis, 2002.

VAN ALSTEIN, M., De Belgische diplomatieke elite, Spaak, en het ontstaan van de hegemonische Koude Oorlogconsensus: interpretaties van de vijandige bipolarisering 1944- 1949, Ongepubliceerd doctoraatsproefschrift, Universiteit Antwerpen, Faculteit Sociale Wetenschappen, 2009.

VAN EENOO, R., ‘Diplomatieke cultuur tijdens het interbellum’, P. VAN KEMSEKE, Diplomatieke Cultuur, Leuven, 2000.

VAN KEMSEKE, P., België aan het hoofd van Europa (1948-2010), Antwerpen, 2010.

VAN KEMSEKE, P., België in de Veiligheidsraad 1946-2006, Leuven, 2007.

VAN KEMSEKE, P., Diplomatieke Cultuur, Leuven, 2000.

VAN LANGENHOVE, F., La securité de la Belgique, contribution à l’histoire de la période 1940-1950, Brussel, 1971.

VAN REYBROUCK, D., Congo, een geschiedenis, Amsterdam, 2010.

YAKEMTCHOUK, R., L’adhésion de la Belgique à l’ONU 1944-1945, Louvain-la-Neuve, 1995.

WIEBES, C., ZEEMAN, B., Belgium, the Netherlands and alliances, 1940-1949, Proefschrift in de Politieke Wetenschappen, Universiteit Leiden, 1993.

Universiteit of Hogeschool
Hedendaagse Geschiedenis
Publicatiejaar
2012
@thomasvanwing
Share this on: