De Vlaamse Media Maatschappij, het business model van een omroeporganisatie onder druk door digitalisering en internationalisering

Erik Van Der Velden
Persbericht

De Vlaamse Media Maatschappij, het business model van een omroeporganisatie onder druk door digitalisering en internationalisering

Persartikel: TV is dood, lang leve TV !

Deze uitspraak geeft goed aan welke tegenstrijdige sentimenten er heden ten dage leven in de audiovisuele sector. Aan de éne kant heb je de onheilsprofeten die geen toekomst meer zien voor televisie, aan de andere kant zijn er velen die menen dat het allemaal wel niet zo een vaart zal lopen en dat televisie ook in de toekomst een belangrijke bron van informatie en ontspanning zal blijven. Bewijzen voor de argumenten die de onheilsprofeten aandragen zijn zeldzaam. Overal ter wereld wordt er meer en meer TV gekeken. Alle internationale rapporten, cijfers en indicatoren wijzen erop dat TV verreweg het populairste medium blijft. Zo is 2010 het elfde opeenvolgende jaar dat TV kijken toeneemt in Europa tot 228 minuten per dag in 2010, 25 minuten meer dan in 2000. Het feit dat televisie populairder is dan ooit wordt aangedreven door nieuwe technologieën die de kijkervaring verbeteren op het gebied van kwaliteit en comfort. Deze technologieën zoals HD TV, Personal Video Recorders (PVR), breedband aansluitingen en smartphones verspreiden zich met enorme vaart onder de bevolking. Waarom zijn velen er dan van overtuigd dat we op dit moment de laatste stuiptrekkingen van televisie meemaken ? Waarschijnlijk wordt hiermee bedoeld dat een bepaald type van TV dood is, televisie als massamedium met gevestigde ijkpunten waar heel de natie samen voor de buis zat om naar dezelfde programma’s te kijken. Sinds de jaren negentig van de vorige eeuw ondergaat TV radicale veranderingen. De belangrijkste invloeden zijn deregulering, internationalisering, commercialisering en digitalisering. Wat opvalt is dat door deze ontwikkelingen de macht verschuift van omroepbedrijven naar wereldwijde conglomeraten die actief zijn in verschillende media, over uitgebreide rechten beschikken en vaak ook de controle hebben over distributie en consumenten via hardware, encryptie, navigatieapparatuur en het beheer van abonnees. Het zijn meestal niet de TV omroepen die zich tot grote spelers kunnen ontwikkelen maar eerder kabeloperatoren, telecombedrijven en software bedrijven tot zelfs hardware fabrikanten omdat deze bedrijven veel beter gekapitaliseerd zijn en in staat zijn om grote investeringen te doen. Allemaal strijden ze om de gunst van de kijker. Technologieën die inspelen op de behoefte van consumenten zullen winnen, andere niet. Zeker in dit tijdperk van hyperconcurrentie wordt de rol van de gebruiker alsmaar belangrijker. Digitale televisie en internet laten immers tweerichtingsverkeer toe waardoor hij verandert van een passieve kijker naar een meer actieve, medebepalende speler op het veld. De toekomst van TV kan dus zeker niet los gezien worden van de kijker in al zijn psychologische, sociologische en economische aspecten. Uiteindelijk is het de gebruiker die mee bepaalt hoe media en meer bepaald televisie er in de toekomst uit gaan zien.SMIT, Studies on Media, Information and Telecommunication: “Future media holds out a possibility of on-demand access to dematerialized content at anytime, anywhere, on any digital device, as well as interactive user feedback, creative participation and community formation around the media content”. Wat voor gevolgen hebben al deze wereldwijde ontwikkelingen nu voor het audiovisuele landschap in Vlaanderen, en meer bepaald voor het grootste commerciële omroepbedrijf van deze markt, De Vlaamse Media Maatschappij (VMMa) ? In Vlaanderen is de machtsbalans vooral sinds de invoering van digitale TV in 2005 veranderd. Omroepen worden sindsdien verder in de waardeketen geduwd en distributiebedrijven nemen het heft in handen, met name Telenet en in mindere mate Belgacom. Beslissingen die op de hoofdkwartieren van deze distributeurs genomen worden, hebben heel wat gevolgen bij de andere bedrijven verderop in de waardeketen. Zo heeft het gebruikscomfort van uitgesteld kijken aangeboden door de distributeurs, het verdienmodel van private omroepen dat voornamelijk steunt op adverteerders, al ten dele aangetast. Bovendien kan door de intrede van voortdurend nieuwe spelers op de Vlaamse omroepmarkt en de verder toenemende fragmentatie die hiermee gepaard gaat, het steeds moeilijker worden voor een marktleider als VMMa om de grote bedragen op te hoesten die gepaard gaan met ‘premium’ content. Die premium content zorgt ervoor dat er voldoende grote aantallen kijkers afstemmen waar adverteerders dan weer in geïnteresseerd zijn om hun grote merkreclamecampagnes aan op te hangen en is dus onontbeerlijk voor de verdere toekomst van VMMa. Bovendien gebeuren er internationaal ook belangrijke verschuivingen. TV’s worden meer en meer aangesloten door de hardware fabrikanten op het internet waardoor in de toekomst al de omroepen en distributeurs kunnen worden omzeild. Hierdoor bestaat de mogelijkheid dat Hollywood rechtstreeks communiceert met zijn klanten en zijn content via het internet distribueert en wereldwijd ten gelde maakt. Sommige ontwikkelingen in de markt zouden dus wel eens een paradigma shift met zich mee kunnen brengen waardoor de kernactiviteiten van VMMa minder of niet meer relevant worden.Carl Decaluwé, Vlaams volksvertegenwoordiger, lid van de Mediacommissie: “De generalistische televisiezenders zullen op termijn wellicht verdwijnen. Twee lagen van het mediaspectrum blijven ongetwijfeld overeind. Dat zijn de distributeurs en de productiehuizen”. Hoewel kleine markten vaak gekenmerkt worden door een eigen logica, krijgen deze veranderingen in een steeds meer geglobaliseerde audiovisuele industrie steeds meer impact. Ook stellen we vast dat de innovatie in de sector alsmaar minder voortkomt vanuit content of omroepbedrijven maar eerder vanuit grote internationale bedrijven, genre Apple of Google. Als de globale schaal van televisie het voor lokale omroepen steeds moeilijker maakt om te innoveren, dan wordt strategisch opereren belangrijker dan ooit. Het speelveld waarin een televisieomroeporganisatie opereert is uiterst complex geworden, zowel technologisch als qua regelgeving. De strategische positionering en lange termijn beslissingen zijn bepalender dan ooit wil een organisatie overleven. Niemand kan het hele veld beslaan. Je kan het nog het best vergelijken met een pokerspel. Met wie moet je samenspannen om je eigen doelen zo goed mogelijk te bereiken. Het is dus heel belangrijk om de context waarin je bedrijf opereert goed te kennen, zowel lokaal als internationaal.

Bibliografie

 

Universiteit of Hogeschool
T.E.W. Cultuurmanagement
Publicatiejaar
2011
Share this on: