Zo de ouden zongen, zo piepen de jongen?

Jonas Truwant
Persbericht

Zo de ouden zongen, zo piepen de jongen?

Zo de ouden zongen, zo piepen de jongen
 
Geld en statuten zijn bepalend voor relatie moederpartij-jongerenafdeling

 
Zondagavond 10 juni 2007, kwart voor tien. CD&V-N-VA blijkt de grote winnaar van de federale verkiezingen te zijn. De Vlaamse kiezers gunnen Guy Verhofstadt geen derde ambtstermijn als premier, en dus zet hij een stap opzij. Hét signaal voor de media om de vooraf gemonteerde en geschreven reportages over de carrière van de paarse regeringsleider boven te halen, beginnend met zijn passage bij de toenmalige PVV-jongeren.
 
De politieke levensverhalen van onder anderen Jean Luc Dehaene, Yves Leterme, Karel De Gucht, Patrick Dewael, Filip Dewinter en Luc Van den Bossche zijn op dezelfde manier gestart. Stuk voor stuk zetten deze politici via een politieke jongerenafdeling hun eerste stapjes op het politieke toneel. Nadenken over politieke thema’s, pamfletten leren schrijven, acties uitwerken, …, voor de meeste leden bood deze periode vooral de mogelijkheid ervaring op te doen en een aantal vaardigheden aan te leren. Persoonlijke verrijking, dus. In het verleden slaagden sommigen er echter ook in de ‘volwassen’ politiek te beïnvloeden en dus een maatschappelijke rol te spelen. Zo schuwden Wilfried Martens en Guy Verhofstadt, destijds voorzitters van respectievelijk CVP-jongeren en PVV-jongeren, de confrontatie met de moederpartij niet.
 
Helemaal verleden tijd zijn dergelijke situaties overigens niet. Zo beleefde de VLD-top in 2004 bange uurtjes toen Annick De Ridder, toenmalig voorzitter van Jong VLD Antwerpen, erin geslaagd was een VLD-congres te laten beslissen of de goedkeuring van het migrantenstemrecht al dan niet een regeringscrisis waard was.
 
Vuist of slap handje
Toch lijken de politieke jongerenafdelingen van vandaag een minder prominente rol in het politieke landschap in te nemen. De ledencijfers illustreren dat. Tussen 1986 en 2001 verloor CVP-jongeren bijna 60 procent van zijn leden. Het verlies bij de PVV-jongeren bedroeg in die periode 75 procent. Jongsocialisten hield in 2001 zelfs geen tiende meer over van zijn maximum van 1974. Hoewel de ledencijfers sinds het begin van deze eeuw opnieuw aan een opmars bezig zijn, lijken de jaren zeventig en tachtig voorgoed verleden tijd. En om een vuist te maken waarmee je als jongerenafdeling hard op tafel kunt slaan, is een ruime achterban geen overbodige luxe.
 
Maar er is meer. Naast de aan- of afwezigheid van een achterban, speelt ook de mate van onafhankelijkheid en autonomie een belangrijke rol. Uit gesprekken met de voorzitters van de verschillende Vlaamse politieke jongerenafdelingen blijkt dat ze die onafhankelijkheid en autonomie hoog in het vaandel dragen. Na de eeuwwisseling opteerden zowel Animo (SP.A) als Prego (Spirit) voor een benaming die geen enkele verwijzing naar de moederpartij in zich droeg. “We willen geëngageerde jongeren aantrekken, mensen met een mening, zonder hen het gevoel te geven dat ze aan partijpolitiek doen”, klonk het in het voorjaar van 2007 bij Animo en Prego.
 
Die laatste gaan sinds eind 2006 echter als Jong Spirit door het leven en keren dus terug naar het verlaten pad. Het gebrek aan naamsbekendheid en herkenbaarheid lag aan de basis van die beslissing, al zijn er nog meer nadelen verbonden aan die gegeerde autonomie. Zo kan de moederpartij zich achter dat autonomieprincipe schuilen als de jongerenafdeling geld of verkiesbare plaatsen vraagt. Wie onafhankelijk wil zijn, heeft ook weinig te eisen. Een vuist maken wordt opnieuw erg moeilijk…
 
Evenwicht
En dus is het voor de politieke jongerenafdelingen zoeken naar een goed evenwicht tussen autonomie en samenwerking, tussen die dreigende vuist en een vriendelijk uitgestoken hand.
 
Goede afspraken maken goede vrienden, en kunnen dus verhinderen dat het tot een handgemeen komt. Bij politieke partijen moeten we voor die afspraken teruggrijpen naar de partijstatuten.
 
De statuten van CD&V, Spirit en N-VA creëren in hun partijorganen de meeste ruimte voor vertegenwoordiging van de politieke jongerenafdeling, de statuten van Open VLD de minste. Jongerenvoorzitter Edward Roossens verwijst daarvoor naar de ideologische achtergrond van de liberalen: “Groepsdenken staat nogal haaks op onze ideologie. We onderschrijven uiteraard wel het recht op vereniging, maar gegarandeerde vertegenwoordiging vinden wij te veel neigen naar het stramien van een standenpartij.” De omgekeerde beweging, de moederpartij die statutaire inspraak heeft in de jongerenafdeling, treffen we enkel aan bij Animo.
 
Daarnaast zijn financiële middelen nodig om die autonomie, voortvloeiend uit inspraak en afspraak, in de praktijk kracht bij te zetten. Als de jongerenafdelingen volledig afhankelijk zijn van die moederpartij voor die financiële ondersteuning, dan hebben ze echter geen andere keuze dan telkens braaf een uitgestoken hand aan te reiken. Om dat te vermijden ontvangen Jong CD&V, Jong VLD, Animo, Jong Groen!, Jong N-VA en Jong Spirit subsidies van het Vlaamse jeugdwerk. Behalve bij Jong CD&V vormen die subsidies ruim 75 procent van het totale budget van deze politieke jongerenafdelingen, die zich dus wel wat kunnen permitteren en geen dreigementen over financiële drooglegging hoeven te vrezen.
 
Bij Jong CD&V bedraagt de financiële inbreng van de moederpartij naar schatting 40 procent van het budget, bij Vlaams Belang Jongeren (VBJ) loopt dat zelfs op tot 60 procent, mede omdat ze geen aanvraag tot subsidies indienen. “We bepalen liever onze eigen koers en ons eigen programma, zonder dat we verantwoording moeten afleggen aan iemand die buiten onze partij en onze eigen organisatie staat.”
 
Hefbomen
Statutaire garanties en geld lijken twee belangrijke hefbomen om drie overige aspecten van de verhouding tussen politieke partijen en hun jongerenafdelingen in werking te stellen. Zo proberen de jongerenafdelingen een vormende taak op zich te nemen door een ruim gamma van workshops en studiedagen aan te bieden. Echter, een gebrek aan technische en financiële middelen verplicht de jongerenafdelingen soms om op de moederpartij terug te vallen voor die vorming. “Zij hebben namelijk meer expertise en een ruimer budget”, klinkt het bijvoorbeeld bij Jong N-VA.
 
Ook de wederzijdse inspraak en invloed op elkaars politieke programma en ideologisch parcours worden in grote mate bepaald door deze twee hefbomen. De meeste jongerenafdelingen hebben bijvoorbeeld een statutair gegarandeerd amenderings- en stemrecht op de congressen van de moederpartij. Deze inspraakvorm is echter beperkt tot het reageren op reeds opgestelde ideologische teksten. Deel uitmaken van werkgroepen die deze teksten voorbereiden, komt naar eigen zeggen enkel voor bij Jong CD&V en VBJ. Jong VLD opteert overigens bewust voor die post factum-aanpak. “Als je samenwerkt vanaf de bron, kun je het uiteindelijke resultaat niet meer op een neutrale manier bekijken.”
 
Terwijl de jongerenafdeling vroeger op ideologisch vlak vaak een radicalere positie innam dan de moederpartij, lijkt ook hier de uitgestoken hand nu te primeren. Financiële afhankelijkheid zou dat kunnen verklaren, al dragen de voorzitters van de jongerenafdelingen vooral andere potentiële verklaringen aan. Zo wordt gewezen op de toegenomen interne democratie en de tendens om meningsverschillen niet naar buiten te brengen. “Het is nog maar de vraag wat media-aandacht op lange termijn oplevert. Misschien creëer je eerder wrevel dan dat je een constructieve rol kunt vervullen”, aldus Jong Spirit.
 
Tot slot kan in een verhouding tussen politieke partijen en hun jongerenafdelingen niet naast de doorstroming van jongeren gekeken worden. Wie echter het voortouw neemt in dat rekruteringsproces is minder voor de hand liggend. De statutaire garanties op verkiezingslijsten zijn vrij beperkt, al worden de jongerenafdelingen wel bij het overleg betrokken of hebben ze een stem in het orgaan dat de lijsten goedkeurt. VBJ lijkt de grootste invloed te hebben, bij Animo blijft de impact beperkt tot een informele consultatie.
 
Politieke jongerenafdelingen lijken dan ook in de eerste plaats kansen te creëren om kwaliteiten in de verf te zetten en zo de aandacht van de moederpartij te trekken. “Jongeren wringen zich op eigen houtje in een bepaalde positie, waarna wij hen eventueel een laatste duwtje in de rug geven”, legt Jong N-VA-voorzitter Bas Luyten uit. Uit eigen onderzoek blijkt alvast dat leden van een politieke jongerenafdeling veel vaker kandidaat zijn, jonger zijn bij hun eerste kandidatuur én veel vlotter verkozen geraken.
 
Pragmatisch
Politieke jongerenafdelingen zijn alle van mening dat het er bij sommige andere jongerenafdelingen minder vrij en onafhankelijk aan toe gaat. Globaal gezien lijken Jong CD&V en Jong Spirit de meest gunstige positie in te nemen, Jong VLD scoort het ‘slechtst’. We mogen ons echter niet blindstaren op de onafhankelijkheidsidee, die door velen nochtans als een heilig principe beschouwd wordt. Ook hier leidt een pragmatische houding vaak tot meer inspraak, meer beslissingskracht en meer succes dan het varen van een volledig autonome koers. En laat net dat nu ook de conclusie zijn van die reportage over de politieke carrière van Verhofstadt…

Bibliografie

  Bibliografie

   

Wetenschappelijke Artikels o   ACKAERT, J., De Jongsocialisten op zoek naar een nieuwe identiteit. In: De Nieuwe Maand, 27, 1984, pp. 152-164. o   DAS, E., Het Belgisch ministerieel carrièrepatroon. Proeve tot internationale vergelijking. In: Res Publica, 29, 2, 1987, pp. 207-229. o   DE GROOTE, S., Tussen revolutie en reformisme of 100 jaar socialistische politieke jongerenbeweging. In: Socialistische Standpunten, 32, 5, 1985, pp. 34-44. o   DEVOS, C., MATTHYSSEN, E., REYNAERT, H., VAN HOE, J., Hoe komen toekomstige mandatarissen in contact met de lokale politiek? Een verkennend onderzoek. In: Res Publica, 1, 1997, pp. 63-88. o   FENDRICH, J., LOVOY, K., Back to the Future. Adult Political Behaviour of Former Student Activists. In: American Sociological Review, 53, 5, 1988, pp. 780-784. o   FENDRICH, J., TURNER, J., The Transition from Student to Adult Politics. In: Social Forces, 67, 1989, pp. 1049-1057. o   HANKS, M., Youth, Voluntary Associations and Political Socialization. In: Social Forces, 60, 1, 1981, pp. 211-223. o   HOOGHE, M., Political Socialization and the Future of Politics. In: Acta Politica, 39, 2004, pp. 331-341. o   HOOGHE, M., STOLLE, D., Age Matters. Life-cycle and Cohort differences in the Socialisation Effect of Voluntary Participation. In: European Political Science, 3, 2, 2003, pp. 49-56. o   HOOGHE, M., STOLLE, D., STOUTHUYSEN, P., Head Start in Politics. The Recruitment Function of Youth Organizations of Political Parties in Belgium (Flanders). In: Party Politics, 10, 2004, pp. 193-212. o   HOOGHE, M., STOUTHUYSEN, P., Jongerenafdelingen van politieke partijen. Een onderzoek naar hun recruteringsfunctie en hun functioneren binnen Vlaamse politieke partijen. In: Res Publica, 1, 2003, pp. 67-93. o   JACOB, H., Initial Recruitment of Elected Officials in the U.S. – a model. In: Journal of Politics, 24, 4, 1962, pp. 703-716. o   JENNINGS, M.K., Residues of a Movement. In: American Political Science Review, 81, 2, 1987, pp. 367-382. o   NOPPE, J., Morfologie van de Vlaamse politieke partijen in 2003 en 2004. In: Res Publica, 2/3, 2005, pp. 349-426. o   NOPPE, J., Morfologie van de Vlaamse politieke partijen in 2005 en 2006. Publicatie in Res Publica verwacht in juni 2007. o   STOLLE, D., HOOGHE, M., The Roots of Social Capital: Attitudinal and Network Mechanisms in the Relation between Youth and Adult Indicators of Social Capital. In: Acta Politica, 39, 2004, pp. 422-441. o   VERMANDERE, M., Door gelijke drang bewogen? De socialistische partij en haar jeugdbeweging, 1886-1944. In: Bijdragen tot de Eigentijdse Geschiedenis, 8, 2001, pp. 225-255.  Monografieën o   DE DONDER, J., Het levend geweten. 40 jaar CVP-jongeren in Vlaanderen. Antwerpen, Standaard Uitgeverij, 1991, 288 p. o   DE TOCQUEVILLE, A., MANSFIELD, H., WINTHROP, D., Democracy in America. Chicago, University of Chicago Press, 2000, 722 p. o   DEVOS, C., VERSTRAETE, T., Politieke partijen. In: DEVOS, C., (red.), Politicologie. Inleiding tot de politieke wetenschappen. Gent, Academie Press, 2005, 496 p. o   DEWACHTER, W., De mythe van de parlementaire democratie. Een Belgische analyse. Leuven, Acco, 2003, 475 p. o   ELDERSVELD, S., Political Parties. A Behavioral Analysis. Chicago, Rand McNally en Company, 1964, 613 p. o   FIERS, S.,Partijvoorzitters in België of Le parti, c’est moi? Rolverwachtingen, rolpercepties en rolgedrag van de voorzitters van de politieke partijen in België in de periode 1981-1996. Leuven, Acco, 1998, 426 p. o   GREENSTEIN, F., POLSBY, N., (ed.), Handbook of political science, volume 6. Policies and policymaking. Reading, Addison-Wesley, 1975, 494 p. o   HEYWOOD, A., Politics. New York, Palgrave, 2002, 453 p. o   KOOLE, R., De opkomst van de moderne kaderpartij. Veranderende partijorganisaties in Nederland 1960-1990. Utrecht, Spectrum, 1992, 462 p. o   LUTHER, K., MULLER-ROMMEL, F., (red.), Political Parties in the New Europe. Political and analytical challenges. Oxford, Oxford University Press, 2005, 391 p. o   MILBRATH, L.W., Political Participation. How and Why Do People Get Involved in Politics? Chicago, Rand MacNally, 1977, 223 p. o   MACRIDIS, R., Modern political systems: Europe. Englewood Cliffs, Prentice Hall, 1978, 482 p. o   NEUMANN, S., Modern Political Parties. Approaches to Comparative Politics. Chicago, University of Chicago Press, 1967, 460 p. o   NIEMI, R., JUNN, J., Civic Education. What Makes Students Learn. New Heaven, Yale University Press, 1998, 204 p. o   NORRIS, P., (ed.), Passages to power. Legislative recruitment in advanced democracies. Cambridge, Cambridge University Press, 1997, 259 p. o   PUTNAM, R., (ed.), Democracies in Flux. The Evolution of Social Capital in Contemporary Society. Oxford, Oxford University Press, 2002, 516 p. o   PREWITT, K., The Recruitment of Political Leaders: A Study of Citizen-Politicians. Indianapolis, Bobbs-Merrill Company Inc., 1970, 234 p. o   RUSH, M., Politics and Society. An introduction to Political Sociology. New York, Prentice Hall, 1992, 270 p. o   STEYVERS, K., Van burger tot burgervader. De rekrutering van de Belgische burgemeesters. Brugge, Vanden Broele, 2004, 367 p. o   VAN DEN BOSSCHE, G., De spiegel van de macht. Gent, Academia Press, 2002, 284 p. o   VERBA, S., SCHLOZMAN, K.L., BRADY, H., Voice and Equality. Civic voluntarism in American politics. Cambridge, Harvard University Press, 1995, 640 p.  Eindverhandelingen o   BLOMMAERT, S., De Socialistische Jonge Wacht tussen 1945 en 1969. Licentiaatsverhandeling Vrije Universiteit Brussel, 1980, 339 p. o   BORIAU, B., Europese socialistische jongerenbewegingen besproken in 6 cases. Licentiaatsverhandeling Vrije Universiteit Brussel, 2005, 93 p. o   DEBROYE, A., Jongsocialisten, VLD-jongeren en CVP-jongeren: een aanzet tot vergelijkende politieke analyse. Licentiaatsverhandeling Vrije Universiteit Brussel, 1998, 143 p. o   STEYVERS, K., From the many are chosen the few. Het politieke rekruteringsproces van de Belgische burgemeester. Doctoraatsverhandeling UGent, 2005, 730 p. o   VANMECHELEN, M., Jongerenorganisaties van de Vlaamse politieke partijen: hun rol en functie in het verleden, heden en in de toekomst. Licentiaatsverhandeling Vrije Universiteit Brussel, 2005, 127 p. o   VANSCHOENBEEK, G., Ontstaan, situering en karakterisering van de Socialistische Jonge Wacht (1886-1914). Licentiaatsverhandeling Rijksuniversiteit Gent, 1978. o   WAUTERS, M., In welke mate zijn politieke jongerenorganisaties een springplank naar een effectief politiek mandaat en krijgen mannen en vrouwen hierin gelijke kansen? Licentiaatsverhandeling Vrije Universiteit Brussel, 2003, 92 p. o   WYNANT, H., De recrutering en integratie van jongeren binnen de grote Vlaamse partijen. Licentiaatsverhandeling Rijksuniversiteit Gent, 1990, 107 p.  Kranten en Tijdschriften o   (anon.), Simulatie zonder kartels. In: De Standaard, 17 mrt. 2007. o   AERTS, B., LESAFFER, P., Vraag van de week. Hoe kan de politiek meer jongeren aanspreken? In: De Standaard, 21 apr. 2001. o   ALBERS, I., Gelovigen moeten kerk betalen. In: De Standaard, 7 mei 2007. o   BEEL, V., Minderjarigen willen niet stemmen. In: De Standaard, 21 mrt. 2007. o   BLOEM, A., DE ROUCK, L., Reeks politieke studentenbewegingen: de analyse van Hooghe. Interview met Marc Hooghe. In: Veto, 2 dec. 2002. o   FOUBERT, M., Reeks politieke jongerenorganisaties (2): de Jongsocialisten. Interview met Pieter Tratsaert en Koen Vermeiren. In: Veto, 27 mrt. 2000. o   LEFEVERE, F., Politieke partijen verleiden meer jongeren. In: De Morgen, 3 aug. 2005. o   LEFEVERE, F., Er zit weer schwung in de jongerenpartijen. In: De Morgen, 3 aug. 2005. o   MANGELSCHOTS, P., DEBRUYNE, B., “De NPC is niet mislukt, ze is verkracht.” De nieuwe generatie politici over rood en groen, paars en bruin. Interview met Knut Deswert, Pascal Dubois en Sigurd Vangermeersch. In: Veto, 10 mei 1999. o   VAN HOLEN, G., Vande Lanotte: ‘Het is tijd voor beter en meer’. In: De Morgen, 29 jan. 2007.  Statuten o   (anon.), Organisatiedraaiboek JONGCD&V. s.d., 22 p. o   (anon.), Statuten animo. 29 oktober 2001, 7 p. o   (anon.), Statuten CD&V. 28 mei 2005, 55 p. o   (anon.), Statuten Groen!. s.d., 15 p. o   (anon.), Statuten Jong Groen!. 10 mei 2005, 5 p. o   (anon.), Statuten Jong N-VA. 24 maart 2007, 7 p. o   (anon.), Statuten Jong VLD. 2 juni 2005, 5 p. o   (anon.), Statuten N-VA. 9 oktober 2004, 33 p. o   (anon.), Statuten Prego. 30 oktober 2004, 4 p. o   (anon.), Statuten SP.A. 22 november 2002, 26 p. o   (anon.), Statuten Spirit. 26 september 2004, 15 p. o   (anon.), Statuten Vlaams Belang. s.d., 13 p. o   (anon.), Statuten Vlaams Belang Jongeren. s.d., 6 p. o   (anon.), Statuten VLD. 12 oktober 2004, 16 p.  Wetgeving o   Wet van 4 juli 1989 betreffende de beperking en de controle van de verkiezingsuitgaven voor de verkiezingen van de federale kamers, de financiering en de open boekhouding van de politieke partijen. Website van de Directie van de Verkiezingen http://www.ibz.rrn.fgov.be/fileadmin/user_upload/Elections/fr/Laws/ loi_du_4_juillet_1989_derniere_version.pdf laatst geconsulteerd op 23/04/2007. o   Decreet van 26 maart 2004 op de openbaarheid van bestuur. Website van de Vlaamse overheid. http://www3.vlaanderen.be/openbaarheid/document.php?docu ment_id=1 laatst geconsulteerd op 23/04/2007. o   Decreet van 8 juli 2005 houdende wijziging van het decreet van 29 maart 2002 op het Vlaamse jeugdbeleid. Website van de Vlaamse overheid, dienst Jeugdbeleid. http://www.wvc.vlaanderen.be/jeugdbeleid/regelgeving/jeugdverenigingen_… laatst geconsul-teerd op 08/03/2007.  Financiële verslagen o   (anon.), Animo, balans per 31.12.2006. Brussel, 13 p. o   (anon.), JONGCD&V, balans per 31.12.2006. Brussel, 12 p. o   (anon.), Jong VLD, balans per 31.12.2006. Brussel, 13 p.  o   (anon.), Prego, balans per 31.12.2006. Brussel, 5 p. o   (anon.), Publicatie van de financiële verslagen over de boekhouding van de politieke partijen en hun componenten (boekjaar 2003). Brussel, 10 mei 2004, 851 p. o   (anon.), Publicatie van de financiële verslagen over de boekhouding van de politieke partijen en hun componenten (boekjaar 2004). Brussel, 29 apr. 2005, 912 p. o   (anon.), Publicatie van de financiële verslagen over de boekhouding van de politieke partijen en hun componenten (boekjaar 2005). Brussel, 3 mei 2006, 942 p.  Internet o   (anon.), De 25 bevolkingsrijkste gemeenten van het land (2000-2006). Website van het Nationaal Instituut voor Statistiek / FOD Economie - Algemene Directie Statistiek en Economische Informatie. http://statbel.fgov.be/figures/d21_nl.asp#7 laatst geconsulteerd op 05/04/2007. o   (anon.), Subsidiëring van de erkende landelijk georganiseerde jeugdverenigingen. Website van de Vlaamse overheid, dienst Jeugdbeleid. http://www.wvc.vlaanderen .be/jeugdbeleid/subsidiering/landelijk_jeugdwerk/archief_nieuws/berichten#subsidie2006 laatst geconsulteerd op 09/03/2007. o   (anon.), Subsidiëring voor projecten en verenigingen, participatie en communicatie. Website van de Vlaamse overheid, dienst Jeugdbeleid. http://www.wvc.vlaanderen .be/jeugdbeleid/subsidiering/participatie_communicatie/index.htm laatst geconsul-teerd op 09/03/2007. o   (anon.), Technisch verslag JOP-monitor 1. Website van het Jeugdonderzoeks-platform. http://www.jeugdonderzoeksplatform.be/publicaties/TechnVerslagJOPmo nitor1.pdf laatst geconsulteerd op 07/04/2007.     Websites Politieke Jongerenafdelingen o   Animo. Website van animo. http://www.animo-jonglinks.be o   Jong CD&V. Website van JONGCD&V. http://www.jongcdenv.be o   Jong Groen!. Website van Jong Groen!. http://www.jonggroen.be o   Jong N-VA. Website van Jong N-VA. http://www.jongnva.be o   Jong Spirit. Website van Jong Spirit. http://www.jongspirit.be o   Jong VLD. Website van Jong VLD. http://www.jongvld.be o   Vlaams Belang Jongeren. Website van Vlaams Belang Jongeren.http://www.vbj.org  E-mails o   PEETERS, T., Re: Politieke jongerenafdelingen. Stafmedewerker Jong Spirit. 12 mrt. 2007. o   SERRE, M., Re: Politieke jongerenafdelingen. Adjunct van de directeur, afdeling Jeugd, Vlaamse overheid. 16 mrt. 2007.  Enquêtes en Interviews 

Tussen 12 september 2006 en 5 oktober 2006 werden 101 enquêtes afgenomen. De onderzoekspopulatie bestond daarbij uit alle jongerenkandidaten (30 jaar en jonger) die op 8 oktober 2006 kandideerden voor de gemeenteraadsverkiezingen in Antwerpen, Gent, Brugge, Leuven, Mechelen en Hasselt. De enquête is als bijlage, na deze bibliografie, opgenomen.   Na contacten met de verschillende lokale partijbesturen in de betreffende zes gemeenten, beschikten we over 202 namen van jongerenkandidaten. Van 190 onder hen bezaten we ook de contactgegevens. Die 190 kandidaten werden per e-mail aangeschreven en gevraagd mee te werken aan het onderzoek. Twee follow-up mails leverden uiteindelijk 101 ingevulde enquêtes op, een respons van 53,2 procent.   Daarnaast vonden op 10, 11, 12 en 18 april 2007 interviews plaats met de voorzitters van de verschillende politieke jongerenafdelingen: Bert De Brabandere (JONGCD&V, 10/04/07), Bram Boriau (animo, 11/04/07), Edward Roosens (VLD, 12/04/07), Hans Verreyt (Vlaams Belang Jongeren, 10/04/07), Bram Vandekerckhove (Jong Groen!, 18/04/07), Sebastian Luyten (Jong N-VA, 11/04/07) en Thomas Leys (Jong Spirit, 10/04/07).

   Andere o   (anon.), Tekstvoorstel politieke jongerenbewegingen binnen het Vlaamse jeugdwerk. Brussel, 16 mrt. 2007, 4 p. o   BUELENS, J., DESCHOUWER, K., De verboden vleespotten. De partijorganisatie van het Vlaams Blok tussen oppositie en machtsdeelname. Brussel, VUB Vakgroep Politieke Wetenschappen, 2003, 42 p. o   CLAES, E., DEJAEGHERE, Y., FIERS, S., HOOGHE, M., QUINTELIER, E., Jeugdonderzoek 2006. Een eerste portret van de opvattingen van de zestienjarige respondenten. Katholieke Universiteit Leuven, 2006, 20 p. o   DE BRABANDERE, B., JONGCD&V stunt: 1414 jongeren op de lijsten!. Persbericht. Brussel, 4 okt. 2006. o   Jong VLD. Beleidsnota 2007-2009 Jong VLD. Een jonge, vooruitstrevende visie op politiek. Brussel, 2006, 53 p. o   REYNAERT, H., De Liberalen. Interne Belgische Politiek. Onuitgegeven cursus. Gent, 2004, 76 p.   

Universiteit of Hogeschool
Master in de Politieke Wetenschappen, optie Belgische Politiek
Publicatiejaar
2007
Kernwoorden
Share this on: