De problematiek tussen de Vlopera en de Vlaamse Gemeenschap.

Servaas Le Compte
Persbericht

De problematiek tussen de Vlopera en de Vlaamse Gemeenschap.

Voyage au bout de la nuit

Toen Minister Anciaux zijn onhandige persbericht de wereld instuurde waarin hij

aankondigde orkest en koor van de Vlaamse Opera te willen opdoeken, werd er gepraat

over fuseren dat het een lieve lust was. Droge economen en ontroerende Zwitsers

kruisvaarders en graalridders, geheim overleg en zwijgplichten, we hebben het allemaal

gehoord... Maar hoe is het ooit zover kunnen komen men deze plannen lanceerde?

Laten we samen met u een reis door donkere tijden maken, voyage au bout de la nuit.

Sinds het aanstellen van de veranderingsmanager in de Vlopera die gelinkt is aan het

kabinet Leterme, moeten we de vraag durven stellen of er een problematiek bestaat

tussen de Vlaamse Gemeenschap en zijn culturele instellingen.

Enerzijds zien we de laatste jaren een renaissancebeweging bij de grote culturele

instellingen. De orkesten, theaters en opera bewijzen een artistieke uitstraling te

hebben die tot ver over de grenzen reikt. Anderzijds proberen sommigen verwoed het

aantal instellingen te verminderen. Het zgn. Vlopera-veranderingsplan heeft wel

degelijk een invloed op heel het orkestenbestel in Vlaanderen.

De moeilijkheden bestaan al langer dan vandaag. Eerst gingen we van twee

operagezelschappen in Gent en Antwerpen naar de Opera Voor Vlaanderen. Laten we

vervolgens het sociale slagveld niet vergeten dat het opdoeken van de O.V.V. met zich

meebracht zo’n 16 jaar geleden. De vast benoemde werknemers zette men gewoon op

straat. De vorige kabinetschef Cultuur wou dit ooit oplossen en had daar 30 miljoen

Belgische frank voor veil. De realiteit is dat men eerder 30 miljoen euro nodig heeft om

de schadeclaims te betalen. Natuurlijk, als men cynisch genoeg is om nog even te

wachten sterft dit alles een ‘natuurlijke dood’ en worden het claims zonder onderwerp...

Uit de asse van de O.V.V. verrees de VLOS, Vlaamse opera stichting VZW. Na enkele

jaren hervormde de overheid de VZW tot VOI (Vlaamse openbare instelling) Vlopera.

Alle personeelsleden werden dezelfde minuut ontslagen en weer aangenomen in de

nieuwe structuur. Een van de achterliggende redenen bleek dat men het de

schuldeisers onmogelijk wenste te maken hun claims te verhalen op de Vlopera.

De Opera schreef ondertussen wel een succesvol artistiek verhaal. Het orkest was door

de veranderingen piepjong en enthousiast. Er werden interessante regisseurs

aangetrokken die gesmaakte cycli uitbouwden (Puccini of Janacek van Carsen o.a.).

Terzelfdertijd boetseerden chef-dirigent Stefan Soltesz en de Zwitserse gastdirgent

Silvio Varviso het orkest tot een indrukwekkende falanx. Er waren enkele jaren van

relatieve rust aangebroken.

Maar mooie liedjes duren niet lang. Het begon met de Hoorzitting Orkesten in het

Vlaams parlement in 2001. Sommigen propageerden het ‘telefoonorkest’-model als

valabel alternatief: een kleine kern, geen contracten van onbepaalde duur en

naargelang het repertoire belt men wie men nodig heeft.

Deze piste kende vooral voorstanders in de hoek van de gespecialiseerde ensembles.

Zij dachten dat hun vraag naar meer structurele steun het makkelijkst zou bekomen

worden door te schieten op de bestaande grote orkesten. De grootste pleitbezorger was

en is nog steeds Jos Van Immerseel.

Het is natuurlijk begrijpelijk dat sommigen er bij het – misschien - verdwijnen van een

orkest als de kippen bij zijn om het laken naar zich toe te trekken. Dat Van Immerseel

zodoende voor zijn eigen winkel spreekt is menselijk, maar het mag geen excuus zijn

om hier en daar klink-klare (pun intended) onzin te vertellen. Want tot hoever wil men

“specificiteit” doordrijven? De voorbeelden die van Immerseel graag opsomt lijken al op

het randje van het belachelijke. De Venetiaanse praktijk van 1610? Welke maand moet

dat zijn?

Er volgde de Niké audit van de zeven grote culturele instellingen. De auditers stelden

o.a. een gebrek aan efficiëntie en communicatie vast in de Vlopera. De directie was op

de tenen getrapt en schoot met grof geschut op de auditers die ze onder meer

onervarenheid met de culturele wereld verweet. Een gevolg was dat de overheid die de

audit tenslotte bestelde, zich op haar beurt gekrenkt voelde. Nochtans had de directie

in hun weerlegging beter met ‘facts & figures’ uitgepakt. De auditers zegden zelf dat de

Vlopera een onhandige juridische structuur had. Die structuur was echter opgelegd

door de overheid. En er was ook het ontbreken van een indexatie van de dotatie. Daar

kampen trouwens ook andere nominatum gesubsidieerde instellingen nog steeds mee,

zoals deFilharmonie en VRO-VRK. En ook het kerntakendebat (afspraken tussen de

steden en overheid) werd dikwijls aangekondigd, maar nooit gevoerd.

De Vlopera vroeg om opnieuw doorgelicht te worden. En nu door “iemand met kennis

van zaken”, namelijk Mckinsey. Ook hier worden kapitale fouten gemaakt. Na lang

aandringen krijgen personeelsvertegenwoordigers het rapport en stellen vast dat de

Mckinsey-ers zich baseerden op een besparingsjaar waarin er noodgedwongen minder

producties en voorstellingen werden geleverd. Hieruit leidt Mckinsey foutief af dat er

een ‘onderbenutting’ is bij het koor en orkest. Deze mythe ging een eigen leven leiden

en werd herhaald in het veranderingsplan.

Ook operapaus Gerard Mortier mengde zich met een wellustig genoegen in het debat.

Had dit te maken met zijn nakende pensioen in Parijs en zijn lang gekoesterde Forumdroom?

Mortier zette de Belgische operascène op de wereldkaart. Maar de tijden zijn

veranderd en men kan nu niet meer zo makkelijk een miljard (Belgische franken, maar

toch) schulden maken en dan nog felicitaties van het veld krijgen. Na meer dan 15 jaar

is men in de Munt nog steeds die schuldenberg aan het afbetalen.

Een nieuwe strijd achter de schermen kon beginnen. En het jammere was dat het een

strijd werd van of/of, en niet van en/en. Sommige politici schaarden zich achter het

Forum, en vonden dat een deel van het Gentse geld dat nu naar de opera ging, anders

besteed kon worden.

Het ironische was dat voorstanders van het Forum gekrenkt waren door het

veranderingsplan. Want dat gaf net de aanzet om van de opera in Gent een ruimer

ingevuld cultureel gebouw te maken. Sommigen zagen op die manier hun Forum-idee

gekaapt worden. Ondertussen weten we dat zowel de Provincie als de Stad Gent de

handdoek in de ring gooiden wat het Forum betreft.

Een overleg tussen orkest en kabinet Cultuur viel in het water want de minister werd na

een uur weggeroepen voor een nummertje Belgisch Absurdistan, namelijk B-H-V. Ging

dat ook niet over identiteit? Het orkest en zijn vertegenwoordigers begonnen een

‘sensibiliseringstrijd’

De ‘kruisvaardersopera’ Rinaldo geleid door een jonge, schitterende dirigent was een

artistieke verademing tijdens alle turbulenties. Om de petitie van de Vrienden van de

Opera een boost te geven, werd voor elke voorstelling een brief voorgelezen: “Hadden

wij de gave van het woord, dan waren wij schrijvers geworden en geen musici. Toch

willen wij in deze duistere tijden het woord tot u richten. Orkesten en hun werking

enkel op een economische manier benaderen is triest en een minister van cultuur

onwaardig. Het artistieke en sociale luik is in het plan van de veranderingsmanager

totaal niet aan de orde gekomen.” De petitie eindigde op dik achtienduizend

handtekeningen...Ook dirigent Varviso hield een emotioneel pleidooi: “Een operaorkest

zoals jullie hier in Vlaanderen hebben, is niet alledaags''. “Zangers begeleiden is een

vak apart, en dat hoor je.'' Hij roept op “het geweldige werk dat hier in de voorbije

vijftien jaar verricht is'' niet verloren te laten gaan.

De Stad Antwerpen engageerde zich om gedurende 20 jaar te investeren in de Vlaamse

Opera. De woorden van gemeenteraadslid Johan Bijttebier waren hartverwarmend en

ook Schepen Heylen toonde zich geen “koele minnaar” maar een war(m)e

sympathisant. Want “nergens bewijst men dat de voorgestelde alternatieven een even

hoge kwaliteit garanderen”. Gent blijkt een moeilijkere bevalling.

Er volgde nog een ‘muzikale mars’ op het Vlaams Parlement. Jos Stassen, Mieke

Vogels, en zelfs minister Anciaux pleitten bij de politie om de actie toe te laten in de

zogenaamd neutrale zone: “Allez, laat die jongens toch spelen, die komen speciaal voor

mij”. De politie liet even betijen terwijl in de schaduw van de bomen de zomerse

klanken van Rinaldo weerklonken.

De Minister legde dezelfde dag nog verklaringen af. Hij wenst "de artistieke autonomie

van de orkesten te garanderen om geen artistieke verschraling te krijgen". Geen fusie

dus. Na de adviezen van de Beoordelingscommissie Vlaamse Opera/Kunstendecreet die

dit glashelder hadden verwoord, geeft men nu toe dat er geen artistiek argument

bestaat voor de orkestfusie-piste. Terzelfdertijd verwerpt Minister Anciaux wel een

status quo. ‘Zakelijke samenwerkingsverbanden’ lijken wel de nieuwe graal. Zullen de

intendanten zich tonen als oprechte graalridders? Zal men er in in slagen over de

grenzen van eigen orkesten en koren, een consensus te vinden? De nabije toekomst zal

het uitwijzen. Een silmarillon - de mythische ‘glazen bollen’ die Tolkien bedacht - zou

nu nuttig zijn. Maar zonder noemenswaardige indexaties lijkt elk plan gedoemd.

 

Universiteit of Hogeschool
Expert Class: management in Muziek en Podiumkunsten
Publicatiejaar
2005
Share this on: