Halitosepatiënten vormen een uitdaging voor de tandheelkundige practicus. In deze studie werd de patiëntenbeleving onderzocht betreffende de halitoseconsultatie in het UZ Leuven (UZL). Dit retrospectief onderzoek is gebaseerd op een enquête die begin 2018 verstuurd werd naar alle patiënten die de halitosekliniek consulteerden tussen januari 2016 en juli 2017.
De consultatie bouwt op actuele internationale richtlijnen en recente literatuur, waardoor de resultaten van dit onderzoek als representatief beschouwd worden voor de patiëntenpopulatie. Ondanks jarenlange ervaring en een up-to-date behandelingsstrategie blijkt echter dat een belangrijk deel van de patiënten sceptisch staat tegenover de rol van de orale problematiek in het ontstaan van slechte ademgeur. Het is dus belangrijk om op zoek te gaan naar nieuwe communicatiestrategieën om halitosepatiënten een beter inzicht te geven in hun ziektebeeld.
Om halitosepatiënten te helpen, richtte men in 1994 een multidisciplinaire raadpleging op. Sindsdien werd het protocol meermaals aangepast om up-to-date te blijven. Niettegenstaande de lange ervaring, werd de patiëntenbeleving van de consultatie nog niet eerder in kaart gebracht.
In het UZL maakt men gebruik van verschillende methodes om halitose te detecteren en geïndividualiseerd advies te geven.
In de vragen van de enquête werd gepoogd om informatie over de volgende criteria te verkrijgen: psychologische toestand voor en na; aangeraden behandelingen; opvolging van het advies; effect op het persoonlijk leven; bezorgdheid over de ademgeur en de globale tevredenheid over de consultatie. Op 9 vragen kon gekozen worden van ‘helemaal niet akkoord’ tot ‘helemaal akkoord’, 1 vraag was een meerkeuzevraag. De vragenlijst is als bijlage toegevoegd.
Het studieprotocol werd goedgekeurd door de ethische commissie van het UZL en de anonimiteit van de deelnemers werd gerespecteerd.
De Chi-kwadraat test werd gebruikt om de gepaarde gegevens van vragen 1 en 7 (of de patiënt zich zorgen maakte over de ademgeur voor en na de consultatie) en vragen 2 en 8 (in welke mate wordt de patiënt zijn sociaal leven beïnvloed door halitose, voor en na de consultatie) te vergelijken.
Hier bespreken we kort de resultaten per vraag. Voor een uitgebreide bespreking verwijzen we naar 6.
Ongeveer 10% van de geënquêteerden merkte op dat de consultatie weinig nut had aangezien de voornaamste oorzaak aan de maag ligt. Dit wijst op een miskende etiologie. Een brochure zou de uitleg kunnen ondersteunen d.m.v. een beknopte etiologie en behandeling, en kan leiden tot een beter begrip van de instructies en verhoogde motivatie.
Ondanks de beperkte power van de studie werden een aantal belangrijke punten aangetoond. De effectiviteit van de halitose consultatie werd bewezen onder andere d.m.v de Chi-kwadraat test.
Er werd vastgesteld dat patiënten meer aandacht besteden aan de mondhygiëne. Meer dan 80% van de deelnemers ontdekten het poetsen van de tong. Hoewel er een drastische verbetering merkbaar is aan de mondhygiëne, negeert de meerderheid het advies over de noodzaak van levensstijlaanpassingen. Dit wijst mogelijks op het hebben van weinig aandacht tijdens de consultatie, gebrekkige motivatie, of het te weinig benadrukken van het belang van de levensstijlaanpassingen. Het drinken van meer water is een verandering die een zekere mate van motivatie vraagt.
Bovendien schrijft 10% patiënten bij de opmerkingen dat halitose niets te maken heeft met de mond maar wel met de maag. Doordoor: miskent men het nut van een goede mondhygiëne, met slechte opvolging en op zijn beurt verlies van motivatie en persisterende halitose tot gevolg.
Een infobrochure ter ondersteuning van de consultatie, met uitleg over de etiologie, zou hier nuttig kunnen zijn. Hiermee kan het verstrekte advies en motivatie snel opgefrist worden en bovenvermelde vicieuze cirkel worden doorbroken.
In het algemeen is de meerderheid van de patiënten tevreden. Er werd vastgesteld dat de tevredenheid van de consultatie een sterke omgekeerde correlatie heeft met het hebben van halitose. Tevredenheid met de consultatie zou de motivatie voor een goede mondhygiëne en het strikt nastreven van het advies sterk verhogen. De kwaliteit van de consultatie en het leggen van een persoonlijk verband is dus van uiterst belang voor het behalen van goede resultaten.
Het hebben van halitose is sterk gerelateerd aan het zich er zorgen over maken en aan een verstoord sociaal leven. Dit benadrukt de subjectiviteit van het hebben van halitose en de fragiliteit van de diagnose. Halitose blijft sowieso subjectief. Vaak kan dit een ingebeeld probleem zijn als men problemen in de communicatie verklaart door het hebben van halitose, de zgn. niet-genuine halitose.