LAAT DE CONTROLE VAREN

Bo
Tuts

LAAT DE CONTROLE VAREN - dramatherapie voor kinderen die stotteren

Je spreekt af met een goede vriend. Je doet inkopen zodat je zeker iets in huis hebt om aan te bieden. Een halfuur op voorhand stuurt hij dat hij er toch niet zal raken.

Je fietst naar je werk zonder trui. De weerman voorspelde immers een mooie nazomerdag. Plots regent het pijpenstelen. Je komt drijfnat toe op je werk, net nu je naar een belangrijke vergadering moet.

Onvoorspelbaarheden. Ze kunnen ons erg frustreren. We hebben vaak liever controle. Wat als die onvoorspelbaarheden je meermaals per dag, week of maand overkomen? 1% van de bevolking stottert. Stottertherapie helpt om het stotteren te voorkomen of vergemakkelijken. Toch blijft er altijd een deel van de onvloeiendheden onvoorspelbaar. Frustrerend en onveranderlijk. Hoe ga je daarmee om?



Stottertherapeut Bo Tuts onderzocht in de praktijk of dramatherapie kan bijdragen tot het tolereren van controleverlies bij kinderen die stotteren. Dramatherapie is een vorm van ervaringsgerichte therapie waarbij doelgericht gebruik wordt gemaakt van theatertechnieken. De dramatherapeutische methode uit dit onderzoek heet Developmental Transformations (DvT). Er wordt bij deze methode gesteld dat niemand de wereld rondom zich volledig kan voorspellen. Het onvoorspelbare proberen voorkomen of controleren is bijgevolg tevergeefs. DvT poogt om in plaats hiervan de angst voor onvoorspelbaarheden te verminderen. Aan de hand van improvisatiespel wordt iemands gedragsrepertoire uitgebreid. Dit stelt hem in staat om flexibeler op het onvoorspelbare te reageren. Een reeks individuele therapiesessies DvT bij twee jongens en een meisje van 8-9 jaar die stotteren illustreert dit onderzoek.



Drama als andere taal

Uit de praktijkstudie blijkt dat het medium drama kan dienen als andere taal wanneer het verbaal uitdrukken niet lukt. Drama biedt immers een mogelijkheid tot het non-verbaal uitdrukken van gevoelens en gedachten. Deelnemer Abel ontkent in een aanvangsgesprek dat hij stottert. Hij wil of kan er niet over spreken. In het improvisatiespel uit hij zijn frustratie en woede tegenover het stotteren non-verbaal. Dit doet hij door een stotterbeest in het spel woest af te slachten en uit te schelden.

 

Vrijheid en veiligheid

‘Roel lijkt zich erg vrij en veilig te voelen in de dramatherapie. Hij ervaart de logopedie meer als een moeten’, aldus Roels moeder. Ook de andere twee ouders geven spontaan aan dat hun kinderen graag komen naar de dramatherapie. De speelruimte of playspace in DvT biedt hen meer vrijheid en veiligheid om te experimenteren met alternatieve gedragsvormen dan de real space of realiteit. Deelnemer Roel zal van nature bijvoorbeeld eerder bevriezen of vluchten bij pestgedrag gerelateerd aan het stotteren. In het spel gaat hij de uitdaging vlot aan om op allerlei mogelijke manieren te reageren. Hij loopt in het speelveld immers geen risico om fouten te maken. Het experimenteren met alternatieve gedragsvormen brengt met andere woorden een flexibiliteit in het reageren en denken teweeg. Er wordt in de studie dan ook een verschuiving van een alles-of-niets denken naar een meer complex of flexibel denken vastgesteld. Zo wil deelnemer Abel bij aanvang van de therapie een stotterbeest enkel doden. Hij wil niets met stotteren te maken hebben. In de laatste sessies stelt hij voor om dit stotterbeest kleiner of liever maken. Het stotteren mag er af en toe zijn.

Naast flexibiliteit biedt de veiligheid ook speelbaarheid. Persoonlijke zaken die iemand bezighouden kunnen (onbewust) op rollen of attributen geprojecteerd worden in het spel. Ze worden zo op een afstand geplaatst. Dit zorgt ervoor dat moeilijk te bespreken gevoelens en gedachten toch uitgedrukt en bewerkt kunnen worden. De vader van deelnemer Abel vertelt bijvoorbeeld dat Abel al lang enkele centimeters te klein is voor zijn leeftijd. In een eerste gesprek zegt Abel dat ‘een grote jongen’ op school ooit eens lachte met zijn stotter. Hij wil er verder niet over praten. In de playspace speelt Abel vaak de grote bewaker en eist hij dat de therapeut steeds de rol van kleine gevangene opneemt.

 

Spel versus werkelijkheid

Bij DvT wordt gespeeld met wat spontaan ontstaat in de playspace. De therapeut bepaalt op voorhand niet wat er gaat gebeuren. In deze studie komen bijgevolg naast het stotteren ook verschillende andere onvoorspelbaarheden naar boven. Zo introduceert deelnemer Zara steeds (in)direct het thema ruzie bij ouders. Later vertelt moeder dat Zara opvallend meer stotterde bij de scheiding van moeder en vader, alsook bij recente periodes van ruzies tussen de ouders. Dit thema lijkt dus (on)rechtstreeks gelinkt te zijn aan Zara’s stotteren. Het wordt via DvT speelbaar gemaakt of speelbaar gehouden voor haar. Dit zou het uitlokken van stotteren kunnen tegengaan.

 

Transfer naar de realiteit

Hoewel improvisatiespel steeds fictief is, kan het gevoel hierbij als reëel ervaren worden. Naast wijzigingen in het spel wordt in deze studie ook een gewijzigde attitude tegenover het stotteren in realiteit vastgesteld. De drie kinderen geven aan dat ze stotteren minder lastig vinden.  

Verder beschrijven de ouders van de drie kinderen dat zij met meer openheid communiceren over het stotteren na afloop van de therapie. De logopediste van de twee jongens beschrijft DvT als een opstap naar het praten over stotteren. DvT blijkt dus het verbale communiceren te faciliteren.

 

En logopedische stottertherapie?

Stotteren is een stoornis in de vloeiendheid van het spreken. Een groot deel van het stotteren is echter onhoorbaar. De verschillende emoties en cognities die ermee gepaard gaan hebben bijvoorbeeld een impact op het sociaal welzijn van de persoon die stottert. Dit onderzoek toont aan dat DvT op een vrije en indirecte manier kan inspelen op de emotionele, cognitieve en sociale component van het stotteren. Het direct belichten van de component ‘spreken’ lijkt eerder weggelegd voor de logopedische stottertherapie. De eerder informerende, adviserende en directe aanpak bij logopedie is hiervoor immers geschikter.

 

Uit deze studie wordt besloten dat DvT een bruikbare indirecte methode voor het tolereren van controleverlies bij stotteren kan zijn. Voor zeelieden lijkt de pointe van DvT overigens al lang duidelijk. In plaats van zich stevig vast te houden aan de boorden van de boot met het risico op dagelijkse zeeziekte, leren zij zichzelf meebewegen op het ritme van de golven. En jij? Hoe gemakkelijk kan jij de controle laten varen?

 

 

Universiteit of Hogeschool
Arteveldehogeschool Gent
Thesis jaar
2018
Promotor(en)
Julie Deconinck / Lotte Coreynen