#MeToo, of hoe we de seventies alweer vergeten zijn

Els
Vochten

Wie de afgelopen maanden tijd doorbracht op sociale media kon er onmogelijk naast kijken: #MeToo is trending. Minder dan vierentwintig uur na het verschijnen van de eerste #MeToo-tweet maakten 4,7 miljoen mensen gebruik van de hashtag om hun ongenoegen over seksuele intimidatie te uiten. Bij de uitreiking van Golden Globes van dit jaar verscheen Oprah Winfrey, gekleed in symbolisch zwart, op het podium en gaf een speech die de wereld rondging. “Te lang werden vrouwen niet gehoord of geloofd als ze de waarheid durfden spreken over de macht van mannen. Maar hun tijd is gekomen,” verkondigde Oprah. Intussen traden honderden bekende en minder bekende vrouwen haar bij. De #MeToo-beweging ging wereldwijd over de tongen.

 

Sisterhood is global: een wereldwijde roep om vrijheid

De vrouwenbeweging is geen nieuw fenomeen. Van de negentiende-eeuwse vrouwen die opkwamen voor hun stemrecht tot actrice Emma Watson en Pakistaans vrouwenrechtenactiviste Malala Yousafzai: voor gendergelijkheid wordt wereldwijd gestreden. In 2018 grijpen die activistes digitale media aan om hun boodschap te verspreiden, maar al in de analoge jaren zeventig lieten mondige vrouwen van zich horen. Hun protest begon bij de Miss America verkiezing van 1969. Tweehonderd feministes verzamelden zich om de bevrijding van de vrouw uit haar ondergeschikte rol te eisen. Alles wat hen herinnerde aan de onderdrukking van hun sekse gooiden ze in een freedom trash can, een vuilbak van de vrijheid. Beha’s en korsetten, maar ook valse wimpers en make-up moesten er aan geloven. De vrouwelijke opstandigheid verspreidde zich razendsnel van continent tot continent. De slogan “sisterhood is global” resoneerde over de landsgrenzen heen.

Ook in Europa schoten vrouwenorganisaties als paddenstoelen uit de grond. In 1971 vond in Nederland de eerste nationale vrouwendag plaats. Enkele Belgische feministes namen deel aan de bijeenkomst. Die ervaring beviel hen blijkbaar goed, want de Belgische koepelorganisatie voor activistische vrouwengroepen trok later datzelfde jaar met de bus naar de Vrouwendag in Parijs. Geïnspireerd door hun zuiderburen besloten de Belgische vrouwen op 11 november het jaar erop zelf een Vrouwendag te organiseren. De organisatrices kozen voor 11 november naar analogie met de herdachte onbekende soldaten van de Eerste Wereldoorlog. Op dezelfde manier wilden zij de onzichtbare vrouwen in de verf zetten. Meer dan tienduizend mensen zakten naar Brussel af om elkaar te ontmoeten en te spreken over de positie van de vrouw in de maatschappij. Internationale spreeksters betraden het podium.

Logo voor de Brusselse vrouwendag van 1972

Vrouwenhuizen: de sociale media van de seventies

Vanuit die vrouwendag en het gevoel dat er nood was aan een platform waar er elke dag ruimte zou zijn om over vrouwenrechten te spreken, ontstond in 1974 het Maison des Femmes op de Middaglijnstraat in Brussel. Eén jaar eerder hadden de Amsterdamse feministes een gelijkaardig project op poten gezet. Op de Herengracht 95 kraakten ze een huis waarin ze het Vrouwenhuis onderbrachten. Waar vandaag Twitter, Facebook en Instagram de media vormen voor de verspreiding van feministische ideeën, namen de vrouwenhuizen die rol in de seventies op zich. Enerzijds boden de huizen de ruimte aan vrouwen om zich te verzamelen in praatgroepen en met elkaar te spreken over hun ervaringen als vrouw. Anderzijds voorzagen ze praktische hulp bij kinderopvang, medische problemen en zelfs abortus, een praktijk die op dat moment nog illegaal was. De boodschap van de feministes bleef echter niet binnen de vier muren van hun huis. Zowel het Brusselse Maison des Femmes als het Amsterdamse Vrouwenhuis gaven een tijdschrift uit waarin ze beschreven hoe de wereld moest veranderen om een aangename plek voor zowel man als vrouw te worden. Vrouwenhuis Amsterdam 1970

De idealen van de vrouwenactivistes uit de jaren zeventig verschilden amper van de thema’s die klokkenluidsters allerhande vandaag aanhalen. In 1976 kopte de Amsterdamse Vrouwenkrant: “Verkrachting: het wordt tijd dat we kwaad worden”. Het novembernummer van het blad bevroeg waarom vrouwen doorheen de eeuwen verkracht werden en, nog belangrijker, waarom ze daar nu pas over durfden te spreken. Het blad bundelde getuigenissen van vrouwen die op verschillende leeftijden en in verschillende situaties slachtoffer waren geworden van seksueel geweld. Bovendien klaagden de auteurs een cultuur aan waarin vrouwen geen “nee” durfden zeggen. Vrouwen werden volgens hen geacht mannen te behagen en aantrekkelijk te zijn. Bij wijze van oplossing besloten een aantal vrouwengroepen dan maar cursussen zelfverdediging voor hun leden aan te bieden.Protest tegen seksueel geweld bij het Amsterdamse Vrouwenhuis

De feministes van de seventies richtten hun pijlen ook op de vrouwelijke seksualiteit. Heteroseksuele relaties werden in bepaalde milieus aanzien als heulen met de vijand. Een lesbische levensstijl vormde voor die groep vrouwen het toppunt van autonomie en bevrijding van het mannelijke juk. Binnen de vrouwenhuizen ontwikkelde zich een subcultuur van homoseksuele vrouwen die zich kleedden als mannen en hun geaardheid omschreven als een politieke keuze. Maatschappelijk werden relaties onder vrouwen echter niet zo gemakkelijk geaccepteerd. De keuze van de vrouwenhuizen om zich open te stellen was voor hen dan ook een “teken van zusterschap in een verdeelde maatschappij”.

Tenslotte zijn ook de instagrammeisjes die #bodypositivity propageren geen nieuw fenomeen. Hoewel de BH-verbrandende feministes een fabeltje zijn – geen enkele BH ging ooit in vlammen op bij de acties van de jaren zeventig – lieten de activistes zich niet onbetuigd. In 1971 infiltreerde een Brusselse feministe in de Miss België verkiezing. Tijdens de finale sprongen twee van haar medestandsters het podium op en scandeerden “Halt aan de uitbuiting van de vrouw!” terwijl ze flyers rondstrooiden over het publiek. En dat allemaal live op nationale televisie.

 

Een vergeten erfenis?

Toch lijken die acties veertig jaar later in de vergetelheid geraakt. Die neiging tot vergeten is een tendens die de feministische beweging kenmerkt. Ook de vrouwen van de jaren zeventig vergaten de feministes die in de negentiende eeuw op de barricades stonden en gelijke rechten en waardig onderwijs voor meisjes eisten. Hetzelfde lot lijkt nu ook de vrouwenhuizen en andere actiegroepen uit dezelfde periode beschoren. Toch valt de kracht van het verleden niet te onderschatten, of zoals Australisch activiste en schrijfster Dale Spender het verwoordde: “Great strength and great joy can be derived from the knowledge that many women felt much the same about male power as many women do today.”

Woman’s march in Dallas op 21 januari 2017

 

Download scriptie (910.79 KB)
Universiteit of Hogeschool
KU Leuven
Thesis jaar
2018
Promotor(en)
Kaat Wils
Thema('s)