Wat PowerPoint doet met de hersenen en prestaties van simultaantolken

Denise
Kroesen

Denk eens terug aan de laatste presentatie die je hebt bijgewoond. De kans is groot dat je je niet alleen de ruimte, het publiek en de spreker herinnert, maar ook een PowerPoint. In 2001 schatte Microsoft al dat er dagelijks ongeveer 30 miljoen powerpointpresentaties gegeven werden. Sindsdien zijn er geen nieuwe schattingen gepubliceerd, maar zeventien jaar later is de powerpointpresentatie niet meer weg te denken uit onze gedigitaliseerde maatschappij.

We weten dus dat PowerPoint veel wordt gebruikt, maar we weten niet altijd hoe we PowerPoint moeten gebruiken. Dat blijkt wel uit de talrijke handboeken en websites voor het creëren van effectieve PowerPoints. De software zelf biedt eindeloze mogelijkheden — een plaatje hier, een animatie-effectje daar — maar hoe verleidelijk het ook kan zijn om je PowerPoint-skills tentoon te spreiden, het belangrijkste is dat het publiek je boodschap begrijpt. Dat geldt voor simultaantolken in het bijzonder. Zij zijn een speciaal soort publiek, omdat zij de boodschap niet alleen moeten begrijpen, maar deze ook in een andere taal moeten overbrengen aan het overige publiek. In onze geglobaliseerde wereld zijn simultaantolken onmisbaar: zij maken communicatie overal mogelijk, zelfs tot op het hoogste internationale niveau, zoals bij de Europese instellingen en de Verenigde Naties. Toch is onderzoek naar simultaan tolken met een powerpointpresentatie nog erg schaars. Het was daarom hoog tijd om te onderzoeken welk effect een powerpointpresentatie op de prestatie van simultaantolken heeft.

Een kwestie van cognitieve belasting

Om te begrijpen hoe een powerpointpresentatie de prestaties van simultaantolken kan beïnvloeden, moeten we eerst weten wat er zich in hun hersenen afspeelt. Tot op zekere hoogte is dit hetzelfde als bij niet-tolkend publiek. Iedereen die een powerpointpresentatie bijwoont, krijgt informatie binnen via twee kanalen: het auditieve kanaal en het visuele kanaal. Je luistert naar de spreker en je ziet de spreker en de PowerPoint. Tegelijkertijd kan die informatie verbaal of non-verbaal zijn. De woorden van de spreker en tekst in de PowerPoint, bijvoorbeeld, zijn verbale informatie. Onder non-verbale informatie vallen onder andere de lichaamstaal en manier van praten van de spreker en plaatjes en animatie-effecten in de PowerPoint. Een powerpointpresentatie is dus een complex geheel van verschillende soorten informatie, die ook wel 'modi' genoemd worden. Met andere woorden: een powerpointpresentatie is een multimodaal product.

Om dit multimodale product te analyseren, zetten we een deel van de verwerkingscapaciteit van onze hersenen in. Hoeveel precies, dat is afhankelijk van hoe zwaar onze hersenen belast worden door de powerpointpresentatie. Hoe meer we cognitief belast worden, des te meer verwerkingscapaciteit we nodig hebben om informatie te analyseren. Onze verwerkingscapaciteit is echter beperkt. Daarom is het belangrijk de cognitieve belasting zo laag mogelijk te houden, want als een powerpointpresentatie meer verwerkingscapaciteit vereist dan er beschikbaar is, kunnen we geen informatie meer verwerken. Dat heet cognitieve overbelasting. Het is dus cruciaal dat sprekers de cognitieve belasting van hun powerpointpresentatie tot een minimum beperken, zodat hun publiek hen blijft begrijpen. Dat geldt zeker als er simultaantolken bij de presentatie aanwezig zijn. Zij raken namelijk sneller cognitief overbelast dan niet-tolkend publiek, omdat zij naast het luisteren naar en analyseren van informatie tegelijkertijd nog andere belangrijke taken uitvoeren. Aangezien simultaantolken altijd achterlopen op de spreker, moeten zij bijvoorbeeld continu informatie opslaan in hun werkgeheugen totdat zij deze in de andere taal hebben weergegeven. Daarnaast kost het formuleren van de boodschap in een andere taal ook verwerkingscapaciteit. Verder moeten simultaantolken ook naar zichzelf luisteren om te controleren of wat zij zeggen correct is. Ten slotte neemt het coördineren van al deze taken ook verwerkingscapaciteit in beslag. Als simultaantolken cognitief overbelast raken, is er onvoldoende verwerkingscapaciteit beschikbaar voor een van deze taken, waardoor zij fouten gaan maken.

Gelukkig bestaat er een manier om de cognitieve belasting van een powerpointpresentatie te verlagen. Cognitieve belasting bestaat namelijk uit verschillende componenten. Een daarvan is de zogenaamde 'irrelevante cognitieve belasting', onnodige cognitieve belasting die veroorzaakt wordt door de opmaak van een PowerPoint. En die is eenvoudig te manipuleren …

Experiment

Voor ons onderzoek hebben wij dan ook gebruikgemaakt van dit inzicht. We hebben twee toespraken verzameld en voor elke toespraak twee PowerPoints gemaakt met een compleet verschillende opmaak. Op basis van cognitieve richtlijnen van andere auteurs voor het maken van PowerPoints hebben we een 'cognitief goede' PowerPoint (PP+) en een 'cognitief slechte' PowerPoint (PP−) gemaakt (hieronder dezelfde dia uit respectievelijk de PP+ en PP−).

Netjes opgemaakte PowerPoint-diaSlordig opgemaakte PowerPoint-dia

Vervolgens hebben zes student-tolken de twee toespraken uit het Engels naar het Nederlands getolkt, zonder PowerPoint, met een PP+ of met een PP−. Naderhand hebben wij hen geïnterviewd en hun tolkprestaties geanalyseerd op fouten. Volgens de theorie zou simultaan tolken met een PowerPoint meer cognitieve belasting (en dus meer fouten) met zich meebrengen dan simultaan tolken zonder PowerPoint. Wij verwachtten bovendien dat de PP−'s de deelnemers meer zouden belasten dan de PP+'s.

Resultaten

Na analyse van de interviews bleek inderdaad dat deelnemers die met een PowerPoint tolkten zich zwaarder cognitief belast voelden dan deelnemers die zonder PowerPoint tolkten. Dat was ook te merken aan de tolkprestaties: deelnemers die met een PowerPoint tolkten, maakten gemiddeld 29,5% meer fouten en hun foutenscore lag gemiddeld 37,3% hoger. Ze vonden de PowerPoints echter wel nuttig, zelfs als het om een PP− ging, wat wij niet hadden verwacht. Ook verrassend was dat de deelnemers die met een PP− tolkten iets beter presteerden dan de deelnemers die met een PP+ tolkten, al gaven de deelnemers tijdens de interviews wel aan dat ze de PP− door de opmaak moeilijker konden analyseren.

Er is wel voorzichtigheid geboden bij het interpreteren van deze resultaten vanwege het kleine aantal deelnemers. Toch levert dit onderzoek ongetwijfeld een waardevolle bijdrage tot de tolkwetenschap, omdat het op unieke wijze inzichten uit de tolkwetenschap, de cognitievebelastingstheorie en onderzoek naar multimodaliteit heeft geïntegreerd en aanzet tot vervolgonderzoek. Bovendien herbergt het een schat aan cognitieve tips en tricks die zeker van pas zullen komen, of je ze nu gebruikt om je volgende PowerPoint te maken of gewoon indruk wilt maken op je studiegenoten of collega's: "Interessante presentatie, maar de irrelevante cognitieve belasting had van mij wel wat minder gemogen …"

Download scriptie (9.35 MB)
Universiteit of Hogeschool
Universiteit Antwerpen
Thesis jaar
2018
Promotor(en)
prof. dr. A. Remael, dr. J.J.J. Ureel