Media-induced SLA of digitale taalverwerving

Quentin
Decourcelle

Iedereen gaat akkoord met het feit dat het tegenwoordig veel gemakkelijker is om rond de wereld te reizen of om met mensen aan de andere kant van de wereld te communiceren dan twintig jaar geleden. Als gevolg van die globalisering zijn volwassenen, maar ook kinderen, steeds meer in contact met vreemde talen op de computer, op tv of op de radio. Bijvoorbeeld gebeurt het vaak dat kinderen die tien tot twaalf jaar oud zijn gebruik maken van tablets of computers. Die kinderen gebruiken die digitale media niet alleen in hun moedertaal maar ook in andere talen zoals de wereldtaal Engels. De vraag is dan of het gebruik van digitale media een positief invloed heeft op het verwerven van het Engels van Belgische tieners.

Media-induced Second Language Acquisition (SLA), wat betekent dat?

Media-induced SLA verwijst naar het leren van een vreemde taal door een regelmatig gebruik van T2 (digitale) media en wordt onder ander gekenmerkt door positief ingesteld zijn t.o.v. vreemde taalsprekers en hun cultuur en een hoge motivatie om die vreemde taal te leren. Tot heden bestaat er weinig onderzoek over dat thema. Daarom onderzocht ik mogelijke factoren die het verwerven van T2 Engels beïnvloeden met bijzonder aandacht voor digitale bronnen zoals naar Tv-kijken, op de computer gamen, enz.  

Welke digitale bronnen zorgen voor T2 verwerving?

Het onderzoek nam plaats zowel in Vlaanderen als in Wallonië. In totaal waren er 264 leerlingen uit het vijfde en zesde leerjaar betrokken bij het onderzoek. Het is belangrijk om te vermelden dat die kinderen nooit lessen Engelse hadden gevolgd. Het was heel verrassend om te merken dat al de kinderen reeds een basische kennis van het Engels hadden verworven. Ik heb onder ander gebruik gemaakt van een vragenlijst om na te gaan hoe die kinderen hun Engelse taalvaardigheid hadden verworven.  Die vragenlijst toonde aan dat de kinderen Engels hadden verworven door het gebruik van Engelstalige media zoals naar Amerikaanse soaps kijken of gamen. Meeste Vlaamse tieners kijken bijvoorbeeld regelmatig naar Engelstalige Tv-programma’s zoals The Simpsons.

Wat weten die kinderen al over de Engelse grammatica?

Om die vraag te beantwoorden heb ik gebruik gemaakt van een taalvaardigheidstest die peilde naar zes belangrijke onderwerpen uit de Engelse grammatica. Het eerste onderwerp was basis woordvolgorde (e.g. The boy eats an apple). Het tweede onderwerp dat gepeild was, was de negatie (e.g. I do not walk). Het derde onderwerp was wh- vragen zoals “Why do you drink coke?”. Het vierde onderwerp was de simple present die vergeleken kan worden met het O.T.T. in het Nederlands. Voor dat onderwerp waren al de zinnen in de 3de persoonsvorm enkelvoud (e.g. She eats an apple) vervoegd. Die derde persoonsvorm is vaak moeilijk om te leren voor Nederlands- en Franstaligen. Uit de verschillende statistische analyses blijkt dat de kinderen een heel goeie kennis hanteren van het meervoud en de woordvolgorde in het Engels. Ze behaalden scores hoger dan 80% voor beide onderwerpen. In tegenstelling, de tieners hadden weinig kennis over de 3de persoonsvorm -s en haalden nog geen 50% voor dat onderwerp op de taalvaardigheidstest. Wat de overblijvende onderwerpen betreft waren de resultaten dichtbij de gemiddelde 50%.

Wallonië en Vlaanderen gelijk t.o.v. Engelse media input?

In het onderzoek wordt niet alleen de casus van de Vlaamse jeugd behandeld maar er wordt ook aandacht gevestigd voor hun Waalse tegenhangers. Uit het onderzoek is het heel duidelijk dat Waalse kinderen minder kansen krijgen om Engelstalig (digitale) media te gebruiken. Het feit dat Wallonië en Vlaanderen een verschillend taalbeleid hanteren kan een eerste mogelijke verklaring zijn. Bijvoorbeeld, tv-programma’s zijn in vele gevallen gedubd in Wallonië wat minder het geval is in Vlaanderen. Een tweede mogelijke verklaring is dat het Frans meer gebruikt wordt rond de wereld en wordt daardoor beschouwt als een wereldtaal net als het Engels. Het druk ligt dus minder hoog bij Waalse kinderen om het Engels vroeg te leren aangezien dat ze hun moedertaal in vele gevallen kunnen gebruiken (b.v. bij het reizen, gamen, Tv-kijken, enz.). Met andere woorden hebben Waalse kinderen die behoefte niet om Engels te leren voordat ze formele lessen Engels volgen. Uit de vragenlijst blijkt het toch dat Waalse kinderen het Engels aantrekkelijk vinden maar het blijkt verder dat de Waalse jeugd gemiddeld minder gebruik maakt van Engelstalige media dan hun Vlaamse tegenhangers.

Wie scoort het hoogst op de taalvaardigheidstest?

Het onderzoek toont aan dat Vlaamse kinderen gemiddeld hoger scoren op de taaltest dan hun Waalse tegenhangers. De Vlaamse kinderen behaalden hogere scores voor de zes verschillende grammaticale onderwerpen (cf. tabel 1). Dit verschil kan onder ander verklaard worden door het feit dat Vlaamse kinderen regelmatig naar Engelstalig Tv-kijken. Bovendien schatten de Vlaamse kinderen hun niveau Engels hoog in terwijl Waalse kinderen meer twijfelachtig zijn over hun kennis van het Engels. Die hogere zelfbeoordeling heeft als gevolg dat hun zelfvertrouwen ook hoger ligt wat samenhangt met betere resultaten op de taalvaardigheidstest.

 

Tabel 1 Gemiddelde scores op de taaltest

Is media-induced SLA de toekomst?

Uit het onderzoek blijkt het dat het media-induced SLA beïnvloed wordt door vier mogelijke factoren: een regelmatig media gebruik in de vreemde taal, een positieve attitude t.o.v. de vreemde taalsprekers en hun cultuur, een hoge motivatie om die vreemde taal te leren en een positieve zelfbeoordeling van T2 taalvaardigheid. Tot slot blijkt het dat Vlaamse kinderen meer kansen hebben om Engels dankzij de media te leren dan hun Waalse tegenhangers wat tot gevolg heeft dat hun voorkennis van het Engels ook hoger ligt wanneer ze aan de lessen Engels beginnen in het secundair onderwijs.

Download scriptie (925.08 KB)
Universiteit of Hogeschool
KU Leuven
Thesis jaar
2018
Promotor(en)
Prof. Dr. Mieke Van Herreweghe en Prof. Dr. Piet Van Avermaet