Man, vrouw en ... ?

Isabelle
Lindskog

Een kind wordt geboren met een mannelijk of vrouwelijk geslacht. Dit klinkt als een logische en onbetwistbare stelling. Maar is het dat ook echt? Wat als ik je vertelde dat deze stelling niet altijd klopt? Het is namelijk zo dat een kind ook geboren kan worden met een onduidelijk geslacht. Het komt weliswaar niet zo vaak voor, maar toch is het zeker nodig en vooral nuttig om wat meer aandacht op deze situatie te vestigen.  Daarnaast is het ook helemaal niet zo dat iedere persoon zich man of vrouw voelt. Wat met deze personen? Welk geslacht moeten zij dan registreren?

 

Zodra we van start gingen met het zoeken naar een thema voor een masterthesis, wist ik meteen: ik wil iets over de juridische situatie van transgenderpersonen schrijven. Samen met mijn promoter, Prof. Dr. Gerd Verschelden, kwam ik tot het volgend onderzoek: “De geslachtsregistratie: een rechtsvergelijkend onderzoek naar alternatieven voor M/V”. De bedoeling van het onderzoek was om in enkele andere rechtsstelsels te zoeken naar een mogelijke oplossing voor de situaties van kinderen met intersekse en transgenderpersonen.

 

De juridische situatie van kinderen met intersekse in België: zoals die nu is

 

In het huidige Belgische recht is het zo dat de geslachtsregistratie na de geboorte van een kind met een onduidelijk geslacht met drie maanden uitgesteld kan worden. Dit wil zeggen dat er in praktijk vaak willekeurig een geslacht wordt opgelegd aan een kind. Het gevaar hierbij bestaat eruit dat ouders zich soms genoodzaakt zullen voelen om de geslachtskenmerken van het kind aan dit geslacht aan te passen. Uit onderzoek blijkt echter dat dit vaak fysieke en vooral mentale trauma’s kan teweegbrengen voor het kind in kwestie. Daarom is het belangrijk om te onderzoeken of er eventueel een andere oplossing voorzien kan worden.

 

… en zoals die zou moeten zijn

 

Uit onderzoek bleek dat er enkele oplossingen voorhanden zijn, waarvan de belangrijkste: (1) voorzien in een alternatieve geslachtsaanduiding in de geboorteakte naast M/V of (2) de geslachtsregistratie met een langere periode uitstellen. Na de rechtsstelsels vergeleken te hebben, bleek uiteindelijk dat de Maltese regeling de meest ideale is. Het bijzondere aan deze regeling is dat deze meerdere componenten combineert, waaronder (1) de mogelijkheid om geen geslacht te registreren tot het kind achttien jaar wordt; (2) een verbod op discriminatie op grond van de geslachtskenmerken en (3) een verbod op zogenaamde “geslachtsnormaliserende” behandelingen, waarmee de ingrepen gericht op het aanpassen van de geslachtskenmerken aan het mannelijk of vrouwelijk geslacht, bedoeld worden. Ik argumenteer dan ook dat een gelijkaardige regeling ingevoerd zou moeten worden in het Belgische recht. Eventueel zou er daarbij voor een leeftijdsgrens van zestien in plaats van achttien jaar gekozen kunnen worden aangezien dit volgens de huidige wetgeving ook de leeftijdsgrens is om juridisch van geslacht te kunnen veranderen.

 

En wat dan met non-binaire transgenderpersonen?

 

Wat dan met de situatie van transgenderpersonen, d.w.z. personen wiens genderidentiteit niet overeenstemt met hun biologisch geslacht? Zoals hierboven aangegeven is het vandaag al mogelijk voor iemand van zestien jaar of ouder om juridisch van geslacht te veranderen. De wetswijziging van 25 juni 2017 heeft er zelfs toe geleid dat het niet langer nodig is om eerst een geslachtsveranderende operatie te ondergaan vooraleer de juridische wijziging aan te vragen. Dit is duidelijk al een hele grote stap in de juiste richting. Maar er is een groot gebrek dat niet onbesproken kan blijven: alhoewel het toepassingsgebied van de nieuwe wetgeving uitgebreid werd van transseksuele personen naar transgenderpersonen, is deze wetgeving in praktijk enkel nuttig voor transgenderpersonen met een binaire genderidentiteit, d.w.z. een mannelijke of vrouwelijke genderidentiteit. Personen met een non-binaire genderidentiteit blijven werderom in de kou staan. Daarom heb ik ook onderzocht of een dergelijke non-binaire genderaanduiding mogelijk is in andere rechtsstelsels. Het antwoord was: ja.

 

Uit het onderzoek bleek dat wederom enkele opties mogelijk zijn, waarvan de belangrijkste: (1) helemaal geen aanduiding van geslacht op identiteitsdocumenten zoals de identiteitskaart of (2) een alternatieve aanduiding, meestal in de vorm van een “X”, zoals bijvoorbeeld in Malta. Alhoewel de eerste optie het uiteindelijke doel is van de “genderneutralisering” van het recht, is het belangrijk om toe te geven dat dit op dit moment nog geen realistische mogelijkheid is in het Belgische rechtsstelsel. De tweede mogelijkheid daarentegen is dat wel. Dit zou bovendien geen grote wetswijzigingen vereisen aangezien de tekst van de transgenderwet van 2017 zich niet beperkt tot “binaire genderidentiteiten”. Er is dus enkel een nieuwe interpretatie vereist van het begrip “genderidentiteit”, die verantwoord zou kunnen worden op basis van het verbod op grond van genderidentiteit zoals reeds bestaat in de Belgische wetgeving.  

 

Conclusie: Malta knows best

 

Concluderend kunnen we dan ook stellen dat voor de juridische situatie van zowel kinderen geboren met een onduidelijk geslacht als transgenderpersonen met een non-binaire genderidentiteit via rechtsvergelijkend onderzoek een oplossing gevonden kan worden. Het rechtsstelsel dat hier het beste voorbeeld geeft is het Maltese en zou nog eens bestudeerd moeten worden door de Belgische wetgevers. Bovendien bleek dat alhoewel Malta nog steeds een eerder conservatief en katholiek land is, na invoering van de nieuwe genderwetgeving, 85% van de bevolking begrip en steun vertoonde voor de gelijkheid van (binaire en non-binaire) genderidentiteiten. Als Malta het kan, waarom zouden wij het dan niet kunnen?

Download scriptie (9.64 MB)
Universiteit of Hogeschool
Universiteit Gent
Thesis jaar
2018
Promotor(en)
Prof. Dr. Gerd Verschelden