Maritiem terrorisme: Jack Sparrow vs. Al Qaeda?

Ruben
Dewiele

Inleiding

Maritiem terrorisme en piraterij. Het zijn twee begrippen waar iedereen zich wel een beeld over kan vormen. De realiteit is helaas een pak harder dan de piratenverhalen en -films. De huidige piraten lijken met hun meedogenloze aanpak niet op hun klunzige evenbeeld Jack Sparrow uit Pirates of the Carribean. Hun wapens zijn veel krachtiger dan het zwaard van Kapitein Zwartbaard. Ook de grote piratenschepen waar de volle zee mee afgevaren werd, op zoek naar slachtoffers, hebben plaats moeten maken voor kleine, snelle en wendbare bootjes.

Piraterij

Maritiem terrorisme en piraterij worden vaak over eenzelfde kam geschoren. Toch mogen deze twee begrippen niet door elkaar gebruikt worden. Om het onderscheid tussen deze termen scherp te stellen volgt hier eerst een snelcursus zeerecht. De zee is opgedeeld in verschillende zones. Afhankelijk van de zone waar een maritiem incident zich afspeelt zijn verschillende regels toepasselijk en zijn verschillende overheden bevoegd om op te treden.

De eerste 12 zeemijl vanaf de kustlijn wordt de territoriale zee genoemd. De territoriale zee wordt gevolgd door de aansluitende zone. Vervolgens kan een staat ervoor kiezen om een exclusief economische zone (EEZ) uit te roepen. Deze loopt tot maximum 200 zeemijl. Voorbij deze EEZ spreekt men van de volle zee. 

Opdeling maritieme zones

Waarom is deze opdeling belangrijk? Het Zeerechtverdrag (het verdrag dat beschouwd kan worden als de grondwet van de zee) bevat een definitie van piraterij. Deze definitie bevat voorwaarden om van piraterij te kunnen spreken. Zo is er slechts sprake van piraterij indien de maritieme aanval gebeurt op volle zee. Verder moet ook voldaan zijn aan de vereiste van twee betrokken schepen en moet er een persoonlijk voordeel nagestreefd worden.

Maritiem terrorisme

Aangezien 90% van de wereldhandel via scheepsvervoer gebeurt, is een maritiem terroristische aanslag een perfect middel voor terroristische groeperingen om de internationale handel schade toe te brengen. Ook militaire schepen kunnen echter het doelwit vormen van een maritiem terroristische aanval. Zo verloren 17 Amerikaanse militairen het leven toen Al Qaeda een bom liet ontploffen naast de USS Cole. Bij maritiem terrorisme wordt een aanslag tegen maritieme doelwitten gepleegd omwille van politieke, religieuze, ethische, raciale of filosofische redenen. Hier ligt dus, in tegenstelling tot piraterij, geen persoonlijk voordeel aan de basis van de aanval.

Voor maritiem terrorisme bestaat nog geen verdragsrechtelijke of algemeen aanvaarde definitie. Daarom omschrijf ik maritiem terrorisme als volgt:

“Het voorbereiden van (zowel te land, op zee als op de interne wateren), het plegen van of het dreigen met een misdrijf tegen schepen, hun passagiers, lading of bemanning of tegen vaste platforms, havenfaciliteiten of nederzettingen binnen de havengebieden; of het voorbereiden van, het plegen van of het dreigen met een aanslag op zee of op faciliteiten te land met gebruik van een vaartuig; met een beweegreden anders dan een persoonlijk motief en met de bedoeling om angst te zaaien onder de bevolking of om direct of indirect een nationale of internationale overheid te dwingen om een bepaalde actie te ondernemen of om er van af te zien.”

In tegenstelling tot piraterij wordt in deze definitie geen onderscheid gemaakt omtrent de plaats waar het misdrijf gepleegd wordt. Een maritiem terroristische aanval kan zowel plaatsvinden op volle zee, in de territoriale wateren als in de interne wateren. Indien een aanval gebeurt op volle zee is de grens tussen maritiem terrorisme of piraterij erg dun en wordt de aard van het misdrijf bepaald aan de hand van het al dan niet aanwezig zijn van een persoonlijk motief. Indien een persoonlijk motief aan de basis van het misdrijf ligt kan niet gesproken worden van maritiem terrorisme, maar gaat het om piraterij of een gewapende overval tegen schepen.

Hoe kan opgetreden worden tegen maritiem terrorisme?

Het is duidelijk dat zowel maritiem terrorisme als piraterij een bedreiging vormen voor de maritieme veiligheid. Daarom is het aan de internationale gemeenschap om juridische antwoorden te vinden op het aanpakken van deze bedreigingen. De vraag stelt zich of de juridische instrumenten opgewassen zijn om de evolutie in het criminele maritieme milieu te doorstaan.

Er bestaan reeds enkele juridische instrumenten die het mogelijk maken om op te treden tegen maritiem terrorisme. Zo is er het verdrag tot bestrijding van wederrechtelijke gedragingen gericht tegen de veiligheid van de zeevaart (SUA-verdrag), het internationaal verdrag voor de beveiliging van mensenlevens op zee (SOLAS-verdrag) en het proliferation security initiative (PSI). Deze juridische instrumenten dragen één voor één bij tot het verhogen van de veiligheid op zee, maar toch blijken deze juridische instrumenten om verschillende redenen ontoereikend.

Het gebrek aan slagkracht van deze juridische instrumenten vloeit vooral voort uit de gebrekkige medewerking van staten die zich in de maritieme probleemzone bevinden. Dit zijn staten die zich situeren in de gebieden waar de meeste maritieme aanvallen voorkomen, zoals Thailand, Maleisië, Indonesië en Somalië. Deze staten zijn geen partij bij het SUA-verdrag en nemen niet deel aan het PSI. Het moet gezegd worden dat het merendeel van de staten uit de maritieme probleemzone wél deelnemen aan het SOLAS-verdrag, maar het naleven van de vereisten uit dit verdrag blijkt moeilijk. Zo voldoen in Indonesië slechts 6 van de 64 havens aan de minimumvereisten uit de ISPS-code die opgenomen is in het SOLAS-verdrag.

Mogelijke oplossing

Voor piraterij voorziet het Zeerechtverdrag in de mogelijkheid om universele rechtsmacht toe te passen. Dit wil zeggen dat een staat zijn bevoegdheid kan uitoefenen tegen piraten zonder dat er een link bestaat met de personaliteit van de piraten (of de slachtoffers), de territorialiteit waar het misdrijf gepleegd is of de veiligheid van de staat.

Universele rechtsmacht klinkt veelbelovend maar Staten streven machtsbelangen na en maken een pragmatische overweging bij het gebruiken van universele rechtsmacht. Bij de overweging om over te gaan tot vervolging van een (vermoedelijke) dader zal door een staat steeds een politieke/diplomatieke, praktische en financiële kosten-baten analyse gemaakt worden.

De strijd tegen de Jack Sparrows, de kapitein Zwartbaarden en de piratenschepen van deze tijd is dus nog verre van gestreden.

Download scriptie (833.36 KB)
Universiteit of Hogeschool
KU Leuven
Thesis jaar
2018
Promotor(en)
Prof. dr. Jan Wouters