De genoteerde vennootschap in het Wetboek van vennootschappen en verenigingen

Antonius Henricus (Paul) Schuurmans
Persbericht

De hervorming van genoteerde vennootschappen in het Wetboek van Vennootschappen en verenigingen, “much ado about nothing”?

Op 1 mei 2019 trad het Wetboek van vennootschappen en verenigingen (‘WVV’) in werking. Een wetboek dat mogelijk grote veranderingen met zich mee zou brengen voor de zogenoemde “genoteerde vennootschappen”. Maar wat zijn deze veranderingen? En zijn deze veranderingen werkelijk zo groot?

Vennootschapsrecht met twee snelheden

In 1991 maakte professor WYMEERSCH een fundamenteel onderscheid tussen vennootschappen, genaamd “het vennootschapsrecht met twee snelheden”. Enerzijds de vennootschap die een openbaar beroep op het spaarwezen doet of heeft gedaan (‘Publieke vennootschap’).  Anderzijds de vennootschap die dit niet doet of heeft gedaan (‘private vennootschap’).

Lang kon de wetgever deze overzichtelijke tweedeling echter niet in stand houden, waardoor de Publieke vennootschap in het Wetboek van vennootschappen (‘W.Venn.’) vooral een verzamelnaam voor diverse vennootschapsvormen werd. Deze vennootschapsvormen vertoonde een grote overlap, doordat een vennootschap binnen meerdere toepassingsgebieden kon vallen. Zo was de “genoteerde vennootschap” tevens een “vennootschap die een publiek beroep op het spaarwezen doen of hebben gedaan” (zie figuur 1).

Illustratie artikel Scriptieprijs 1

De genoteerde vennootschap werd in het W.Venn. gedefinieerd als “een vennootschap waarvan de effecten zijn toegelaten tot de verhandeling op een gereglementeerde markt”. Voor Belgische vennootschappen betekende dit dat haar effecten moesten zijn toegelaten op Euronext Brussels (‘de Beurs’).

Wetboek van vennootschappen en verenigingen

Met het nieuwe WVV wil de wetgever het (publiek) vennootschapsrecht vereenvoudigen, flexibiliseren en competitiever maken. In het kader van vereenvoudiging probeerde de wetgever overzicht te scheppen in het vennootschapsrecht. Het eens zo overzichtelijke “vennootschapsrecht met twee snelheden” groeide namelijk uit tot een onoverzichtelijk “vennootschapsrecht van minstens vier snelheden”.

De eerste maatregel bestaat uit het herdefiniëren van het begrip “genoteerde vennootschap”. Enkel de vennootschap waarvan de aandelen, winstbewijzen of de certificaten die betrekking hebben op deze aandelen, zijn toegelaten tot de verhandeling op een gereglementeerde markt, maakt nog een genoteerde vennootschap uit.

De tweede maatregel betreft de afschaffing van de term “vennootschapen die een publiek beroep op het spaarwezen doen of hebben gedaan”.

De derde maatregel bestaat eruit dat nu ook de effecten van een private vennootschap (het meest bekende voorbeeld hiervan is de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid ‘BV’) worden toegelaten tot de Beurs, hetgeen in het W.Venn. uitdrukkelijk was uitgesloten.

Gevolgen

Met bovenstaande maatregelen herstelt de wetgever voorzichtig het “vennootschapsrecht met twee snelheden”. Alhoewel, de wetgever lijkt het onderscheid tussen private en publieke vennootschappen te verlaten en hanteert nu eerder een onderscheid tussen genoteerde en niet-genoteerde vennootschappen. Wordt 2019 hiermee het jaar van de wedergeboorte van “het vennootschapsrecht met twee snelheden”?

Op papier lijken de maatregelen van de wetgever ingrijpend: ten eerste worden de vennootschappen die effecten, anders dan aandelen, winstbewijzen of de certificaten die betrekking hebben op deze aandelen, verhandelen op de beurs, niet langer gezien als genoteerde vennootschap. Ten tweede worden Publieke vennootschappen niet langer wettelijk erkend.

Wat te doen met de miskenning van deze vennootschappen? Wat te doen met de bepalingen die juist voor hen zijn opgesteld? En is de Belgische wetgeving na deze ingrepen nog wel in lijn met het Europese recht?

De antwoorden hierop zijn ontnuchterend. In realiteit blijken de gevolgen namelijk gering: allereerst zijn de bepalingen voor Publieke vennootschappen, die zijn overgenomen in het WVV, nu van toepassing op genoteerde vennootschappen. Daarnaast is er slechts een klein aantal vennootschappen dat door de herdefiniëring van het begrip “genoteerde vennootschap” niet langer een genoteerde vennootschap is. Het gaat hier om een tiental vennootschappen die voornamelijk handelen in levensverzekeringen en in beleggingen in schuldvorderingen. Van de rest van de genoteerde vennootschappen worden namelijk (ook) aandelen verhandeld op de Beurs.

Organisaties van openbaar belang

Nu het aantal betrokken vennootschappen gering is, zet dit de gevolgen in perspectief. Echter is de kwantiteit van gedupeerden van ondergeschikt belang binnen het recht, en zal dus óók voor “een tiental vennootschappen” adequate wetgeving geschreven moeten worden. Alleen al om in conformiteit te blijven met de verplichtingen uit het Europese recht.

De Belgische wetgever heeft voor een oplossing gekeken naar het Europese recht, en heeft de term “organisaties van openbaar belang” overgenomen in het WVV. Een genoteerde vennootschap is volgens het WVV een organisatie van openbaar belang. Interessanter is echter, dat een vennootschap die effecten, anders dan aandelen, waardepapieren en certificaten die betrekking hebben op deze aandelen, verhandelt op de Beurs, ook een organisatie van openbaar belang is. Weliswaar met een andere term, maar de wetgever scheert hiermee “ex-genoteerde vennootschappen” ook in het WVV over één kam met de huidige “genoteerde vennootschappen”.

Niet verrassend is het, dat diverse bepalingen die van toepassing waren op Publieke vennootschappen, van toepassing blijven op deze organisaties van openbaar belang. Dit lijkt tot gevolg te hebben dat er in de praktijk weinig verandert, en dat het herstelde “vennootschapsrecht met twee snelheden” meer weg heeft van een “vennootschapsrecht met verschillende snelheden”.

Conclusie

Ondanks de implementatie van een nieuwe categorie vennootschappen, te weten organisaties van openbaar belang, is de wetgever erin geslaagd om het vennootschapsrecht te vereenvoudigen. Met het herdefiniëren van het begrip “genoteerde vennootschap” en het afschaffen van Publieke vennootschappen, schept de wetgever namelijk orde in het vennootschapsrecht.

Met de hervormingen creëert de wetgever per bepaling een toepassingsgebied dat aansluit bij de noden en wensen van de vennootschappen, zoals deze blijken uit de praktijk. Dit heeft tot gevolg dat de uitgesloten vennootschappen niet langer onderworpen zijn aan (onredelijk) bezwarende regulering. Zij krijgen echter wél de vrijheid om (delen van) de bepalingen statutair over te nemen.

Een terugblik op het “verwarrende kluwen van een vennootschapsrecht met minstens vier snelheden”, leert ons dat het “vennootschapsrecht met twee snelheden” van WYMEERSCH niet heilig is. De sleutel ligt niet in de simpliciteit van een strikte tweedeling, maar in een opdeling die aansluiting vindt bij de noden en wensen die uit te praktijk blijken. Noden en wensen die verschillen van vennootschapsvorm tot vennootschapsvorm.

Uit deze noden en wensen blijkt dat het hedendaagse vennootschapsrecht niet te vangen is in “twee snelheden”. Laten we dan ook spreken van een (overzichtelijk en flexibel) vennootschapsrecht met verschillende snelheden. Lekker dynamisch. Lekker 2019.

Bibliografie

Wetgeving

Internationaal

Verord.EP.Raad nr. 2017/1129, 14 juni 2017 betreffende het prospectus dat moet worden gepubliceerd wanneer effecten aan het publiek worden aangeboden of tot de handel op een gereglementeerde markt worden toegelaten en tot intrekking van Richtlijn 2003/71/EG, Pb.L. 30 juni 2017, afl. 168, 12.

Verord.EP.Raad nr. 596/2014, 16 april 2014 betreffende marktmisbruik (Verordening marktmisbruik) en houdende intrekking van Richtlijn 2003/6/EG van het Europees Parlement en de Raad en Richtlijnen 2003/124, 2003/125/EG en 2004/72/EG van de Commissie, Pb.L. 12 juni 2014, afl. 173, 57.

Verord.EP.Raad nr. 1095/2010, 24 november 2010 tot oprichting van een Europese toezichthoudende autoriteit (Europese Autoriteit voor effecten en markten), tot wijziging van Besluit nr. 716/2009/EG en tot intrekking van Besluit 2009/77/EG van de Commissie, Pb.L. 15 december 2010, afl. 331, 84.

Verord.EP.Raad nr. 1606/2002, 19 juli 2002 betreffende de toepassing van internationale standaarden voor jaarrekeningen, Pb.L. 11 september 2002, afl. 243, 1.

Richtlijn 2014/65/EU van het Europees Parlement en de Raad van 15 mei 2014 betreffende markten voor financiële instrumenten en tot wijziging van Richtlijn 2002/92/EG en Richtlijn 2011/61/EU, Pb.L. 12 juni 2014, afl. 173, 349.

Richtlijn 2014/56/EU van het Europees Parlement en de Raad van 16 april 2014 tot wijziging van Richtlijn 2006/43/EG betreffende de wettelijke controles van jaarrekeningen en geconsolideerde jaarrekeningen, Pb.L. 27 mei 2014, afl. 158, 196.

Richtlijn 2013/34/EU van het Europees Parlement en de Raad van 26 juni 2013 betreffende de jaarlijkse financiële overzichten, geconsolideerde financiële overzichten en aanverwante verslagen van bepaalde ondernemingsvormen, tot wijziging van Richtlijn 2006/43/EG van het Europees Parlement en de Raad en tot intrekking van Richtlijnen 78/660/EEG en 83/349/EEG van de Raad, Pb.L. 29 juni 2013, afl. 182, 19.

Richtlijn 2007/36/EG van het Europees Parlement en de Raad van 11 juli 2007 betreffende de uitoefening van bepaalde rechten van aandeelhouders in beursgenoteerde vennootschappen, Pb.L. 14 juli 2007, afl. 184, 17.

Richtlijn 2006/46/EG van het Europees Parlement en de Raad van 14 juni 2006 tot wijziging van de Richtlijnen 78/660/EEG van de Raad betreffende de jaarrekening van bepaalde vennootschapsvormen, 83/349/EEG van de Raad betreffende de geconsolideerde jaarrekening, 86/635/EEG van de Raad betreffende de jaarrekening en de geconsolideerde jaarrekening van banken en andere financiële instellingen en 91/674/EEG van de Raad betreffende de jaarrekening en de geconsolideerde jaarrekening van verzekeringsondernemingen, Pb.L. 16 augustus 2006, afl. 224, 1.

Richtlijn 2006/43/EG van het Europees Parlement en de Raad van 17 mei 2006 betreffende de wettelijke controles van jaarrekeningen en geconsolideerde jaarrekeningen, tot wijziging van de Richtlijnen 78/660/EEG en 83/349/EEG van de Raad en houdende intrekking van Richtlijn 84/253/EEG van de Raad, Pb.L. 9 juni 2006, afl. 157, 87.

Richtlijn 2004/109/EG van het Europees Parlement en de Raad van 15 december 2004 betreffende de transparantievereisten die gelden voor informatie over uitgevende instellingen waarvan effecten tot de handel op een gereglementeerde markt zijn toegelaten en tot wijziging van Richtlijn 2001/34/EG, Pb.L. 31 december 2004, afl. 390, 38.

Richtlijn 2003/51/EG van 18 juni 2003 ter modernisering van de Jaarrekeningrichtlijnen, Pb.L. 17 juli 2003, afl. 178, 16-22.

Vierde Richtlijn 78/660/EEG van de Raad van 25 juli 1978 op de grondslag van artikel 54, lid 3, sub g), van het Verdrag betreffende de jaarrekening van bepaalde vennootschapsvormen, Pb.L. 14 augustus 1978, afl. 222, 11-31.

Aanbeveling 2009/385/EG van de Commissie van 30 april 2009 ter aanvulling van aanbeveling 2004/913/EG en aanbeveling 2005/162/EG wat betreft de regeling voor de beloning van bestuurders van beursgenoteerde ondernemingen, Pb.L. 15 mei 2009, afl. 120, 29.

Aanbeveling 2004/913/EG van de Commissie van 14 december 2004 ter bevordering van de toepassing van een passende regeling voor de beloning van bestuurders van beursgenoteerde ondernemingen, Pb.L. 29 december 2004, afl. 385, 55.

 

Nationaal

Wet van 23 maart 2019 tot invoering van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen en houdende diverse bepalingen, BS 4 april 2019.

Wet van 11 juli 2018 op de aanbieding van beleggingsinstrumenten aan het publiek en de toelating van beleggingsinstrumenten tot de verhandeling op een gereglementeerde markt, BS 20 juli 2018.

Wet van 18 juni 2018 houdende diverse bepalingen inzake burgerlijk recht en bepalingen met het oog op de bevordering van alternatieve vormen van geschillenoplossing, BS 2 juli 2018.

Wet van 15 april 2018 Wet houdende hervorming van het ondernemingsrecht, BS 27 april 2018.

Wet van 18 september 2017 tot voorkoming van het witwassen van geld en de financiering van terrorisme en tot beperking van het gebruik van contanten, BS 6 oktober 2017.

Wet van 21 november 2017 over de infrastructuren voor de markten voor financiële instrumenten en houdende omzetting van Richtlijn 2014/65/EU, BS 7 december 2017.

Wet van 20 december 2010 betreffende de uitoefening van bepaalde rechten van aandeelhouders van genoteerde vennootschappen, BS 18 april 2011.

Wet van 6 april 2010 tot versterking van het deugdelijk bestuur bij de genoteerde vennootschappen en de autonome overheidsbedrijven en tot wijziging van de regeling inzake het beroepsverbod in de bank- en financiële sector, BS 23 april 2010.

Wet 17 december 2008 inzonderheid tot oprichting van een auditcomité in de genoteerde vennootschappen en de financiële ondernemingen, BS 29 december 2008.

Wet van 2 mei 2007 betreffende de openbaarmaking van belangrijke deelnemingen in emittenten waarvan aandelen zijn toegelaten tot de verhandeling op een gereglementeerde markt en houdende diverse bepalingen, BS 12 juni 2007.

Wet van 1 april 2007 op de openbare overnamebiedingen, BS 26 april 2007.

Wet van 16 juni 2006 op de openbare aanbieding van beleggingsinstrumenten en de toelating van beleggingsinstrumenten tot de verhandeling op een gereglementeerde markt, BS 21 juni 2006.

Wet van 13 januari 2006 tot wijziging van het Wetboek van vennootschappen, BS 20 januari 2006.

Wet van 2 augustus 2002 betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten, BS 4 september 2002.

Wetboek van Vennootschappen, BS 7 mei 1999.

Wet van 15 juli 1998 betreffende de certificatie van effecten uitgegeven door handelsvennootschappen, BS 5 september 1998.

Wet van 16 juni 1998, BS 17 juli 1998.

Wet van 13 april 1995 tot wijziging van de wetten op de handelsvennootschappen, gecoördineerd op 30 november 1935, BS 17 juni 1995.

Wet van 2 maart 1989 op de openbaarmaking van belangrijke deelnemingen in ter beurze genoteerde vennootschappen en tot reglementering van de openbare overnameaanbiedingen, BS 24 mei 1989.

Burgerlijk Wetboek, BS 3 september 1807.

Koninklijk Besluit van 6 juni 2010 houdende aanduiding van de na te leven Code inzake deugdelijk bestuur door genoteerde vennootschappen, BS 28 juni 2010.

Koninklijk Besluit van 14 november 2007 betreffende de verplichtingen van emittenten van financiële instrumenten die zijn toegelaten tot de verhandeling op een gereglementeerde markt, BS 3 december 2007.

Koninklijk Besluit van 27 april 2007 op de openbare uitkoopbiedingen, BS 23 mei 2007.

Koninklijk Besluit van 8 november 1989 op de openbare overnameaanbiedingen en de wijzigingen in de controle op vennootschappen, BS 11 november 1989.

Koninklijk Besluit nr. 185 van 9 juli 1935 op de bankcontrole en het uitgifteregime voor titels en effecten, BS 10 juli 1935.

Med.FSMA, Tenuitvoerlegging van de prospectusverordening: ontwerp van wet, 22 juni 2018, https://www.fsma.be/sites/default/files/public/content/wg/loi/2018-07-1….

Circ.FSMA, Verplichtingen van op de Vrije Markt genoteerde emittenten, 18 mei 2016 (update 30 juni 2016), https://www.fsma.be/nl/file/40982/download?token=809205eX.

Circ.FSMA, Houdende de procedure voor de indiening en de behandeling van dossiers over openbare aanbiedingen, 11 december 2012, https://www.fsma.be/nl/file/29043/download?token=r6xx6AMR.

Circ.FSMA, Verplichtingen van op een gereglementeerde markt genoteerde emittenten, 11 januari 2012 (update 31 mei 2017), https://www.fsma.be/sites/default/files/public/fsma_2012_01_nl.pdf.

Belgische Corporate Governance code 2009, https://www.corporategovernancecommittee.be/sites/default/files/generat….

Adv.RvS nr. 65.081/2 van 24 januari 2019 op het wetsontwerp tot invoering van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen en houdende diverse bepalingen, Parl.St. Kamer 2017-18, nr. 3119/017.

Adv.RvS nr. 63.906/2/V van 13 september 2018 op het wetsontwerp tot invoering van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen en houdende diverse bepalingen, Parl.St. Kamer 2017-18, nr. 3119/007, 3-8.

Advies van professor H. LAGA in het verslag namens de commissie belast met de problemen inzake handels- en economisch recht uitgebracht door T. GIET, Parl.St. Kamer 2001-02, nr. 50-1211/014, 174.

Artikelen aangenomen in eerste lezing van het wetsontwerp tot invoering van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen en houdende diverse bepalingen, Parl.St. Kamer 2017-18, nr. 3119/012.

Artikelen aangenomen in tweede lezing van het wetsontwerp tot invoering van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen en houdende diverse bepalingen, Parl.St. Kamer 2017-18, nr. 3119/015.

Tekst aangenomen in plenaire vergadering en aan de koning ter bekrachtiging voorgelegd van het wetsontwerp tot invoering van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen en houdende diverse bepalingen, Parl.St. Kamer 2017-18, nr. 3119/024.

Aangenomen tekst van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen en houdende diverse bepalingen, Parl.St. Kamer 2017-18, nr. 3119/022.

Wetsontwerp tot invoering van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen en houdende diverse bepalingen, Parl.St. Kamer 2017-18, nr. 3119/002.

Wetsontwerp tot invoering van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen en houdende diverse bepalingen, Parl.St. Kamer 2017-18, nr. 3119/001.

MvT bij het wetsontwerp tot invoering van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen en houdende diverse bepalingen, Parl.St. Kamer 2017-18, nr. 3119/001.

MvT bij het wetsontwerp betreffende de uitoefening van bepaalde rechten van aandeelhouders van genoteerde vennootschappen, Parl.St. Kamer 2010-11, nr. 53-0421/01, 11-12.

MvT bij het wetsvoorstel tot wijziging van de wet van 21 maart 1991 betreffende de hervorming van sommige economische overheidsbedrijven en tot wijziging van het Wetboek van vennootschappen, teneinde te garanderen dat vrouwen zitting hebben in de beslissingsorganen van de autonome overheidsbedrijven en de genoteerde vennootschappen, Parl.St. Kamer 2010-11, nr. 53-0211/01.

MvT bij het wetsontwerp tot versterking van het deugdelijk bestuur bij de genoteerde vennootschappen en de autonome overheidsbedrijven en tot wijziging van de regeling inzake het beroepsverbod in de bank- en financiële sector, Parl. St. Kamer, 2009-10, nr. 52-2336/001, 6 en 11.

MvT bij het wetsontwerp betreffende de certificatie van effecten uitgegeven door handelsvennootschappen, Parl.St. Kamer 1997-98, nr. 49-1430/01.

MvT bij het ontwerp van wet tot wijziging van de wetten betreffende de handelsvennootschappen gecoördineerd op 30 november 1935, in het kader van een doorzichtige organisatie van de markt van de ondernemingen en van de openbare overnameaanbiedingen, Parl.St. Senaat 1990-91, nr. 1107/01.

MvT bij het ontwerp van wet tot wijziging van de op 30 november 1935 gecoördineerde wetten op de handelsvennootschappen wat de in aandelen converteerbare obligaties of de obligaties met inschrijvingsrecht betreft, Parl.St. Senaat 1960-61, nr. 18.

Verslag van de eerste lezing van het wetsontwerp tot invoering van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen en houdende diverse bepalingen, Parl.St. Kamer 2017-18, nr. 3119/011.

Verslag namens de commissie Handelsvennootschappen uitgebracht door VANDENBERGHE, STROOBANT en LAVERGE, Parl.St. Senaat 1993-94, nr. 1086/02.

Verslag namens de commissie belast met de problemen inzake handels- en economisch recht uitgebracht door MERCKX-VAN GOEY, Parl.St. Kamer 1990-91, nr. 47-1645/02.

Artikelen aangenomen in eerste lezing van het wetsontwerp tot invoering van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen en houdende diverse bepalingen, Parl.St. Kamer 2017-18, nr. 3119/012.

 

Nederlandse wetgeving

Wet van 18 juni 2012 tot wijziging van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek in verband met de aanpassing van de regeling voor besloten vennootschappen met beperkte aansprakelijkheid.

Rechtspraak

Cass. 14 november 2014, AR C.13.0398.N, RW 2015-16, 306.

Cass. 16 september 2013, AR C.12.0032.F.

Cass. 27 juni 2011, AR C.09.0290.F.

Cass. 18 maart 2011, AR C.10.0015.N.

Cass. 17 november 2006, AR C.05.0443.N.

Cass. 15 november 1991, Arr.Cass. 1991-92, 241.

Cass. 10 maart 1994, Arr.Cass. 1994, 189.

Kh. Brussel 21 december 1998, TBH 2000, 406, noot E. WYMEERSCH.

Rechtsleer

ASSINK, B. en STRIK, D., Ondernemingsbestuur en risicobeheersing op de drempel van een nieuw decennium: een ondernemingsrechtelijke analyse, Deventer, Kluwer, 2009, 397 p.

BRAECKMANS, H., GEENS, K. en WYMEERSCH, E., Vennootschappen en verenigingen: artikelsgewijze commentaar met overzicht van rechtspraak en rechtsleer, Antwerpen, Kluwer, 2002, Losbl.

BRAECKMANS, H. en HOUBEN, R., Handboek vennootschapsrecht, Mortsel, Intersentia, 2011, 924 p.

BUSCH, D., DOORENBOS, D.R., LEMMERS, N., MAATMAN, R.H., NIEUWE WEME, M.P. en RANK, W.A.K., Onderneming en financieel toezicht, Deventer, Kluwer, 2007, 688 p.

ERNST, P., Belangenconflicten in naamloze vennootschappen, Antwerpen, Intersentia, 1997, 1153 p.

GEENS, K. en WYCKAERT, M., Verenigingen en vennootschappen. 2. De Vennootschap. A. Algemeen deel, Mechelen, Kluwer, 2011, 906 p.

MALHERBE, J., DE CORDT, Y., LAMBRECHT, P. en MALHERBE, P., Droit des sociétés. Précis, Brussel, Bruylant, 2006, 1348 p.

NAPOLITANO, D., De Publieke vennootschap, Brussel, Larcier, 2003, 307 p.

SIMONART, V. en TILQUIN, T., Traité des sociétés. Tome 3, Brussel, Kluwer, 2005, 686 p.

VAN RYN, J., Principes de droit commercial, Brussel, Bruylant, 1954, 549 p.

WOOD, P.R., Regulation of international finance, Londen, Sweet and Maxwell, 2007, 761 p.

WYCKAERT, M., Kapitaal in N.V. en B.V.B.A. na de Wet van 18 juli 1991, Kalmthout, Biblo, 1995, 261 p.

 

 

Bijdragen in tijdschriften

BYTTEBIER, K., “Beursgenoteerde vennootschappen en de notering of opneming van vennootschappen op een officiële effectenbeurs of gereglementeerde markt”, T.Fin.R., 2001, 196-222.

COEN, T. en WYCKAERT, M., “Time’s up: vertegenwoordiging van beide geslachten in de raad van bestuur is een feit”, TRV-RPS 2016, 1027-1040.

DE BLAUW, F. en POTTIER, E., “La certification de titres émis par une société anonyme”, TBH 1999, 523-562.

DE WULF, H., “Naar een grondige herdenking van het Belgisch vennootschapsrecht: het Belgisch Centrum voor Vennootschapsrecht vraagt uw mening! Vers une refonte globale du droit des sociétés belge: le Centre belge du droit des sociétés demande votre avis!”, TBH 2014, afl. 9, 819-826.

DE WULF, H., “De nieuwe regeling voor intra-groepsbeslissingen: het herschreven art. 524 W.Venn”, TRV 2002, 576.

DE WULF, H. en DIEUX, X., “Publieke versus besloten vennootschappen: de noodzaak aan rationalisatie en vereenvoudiging van de regulering”, WP 2014-03, Financial Law Institute, Gent, 2014, 1-25.

DE WULF, H., VAN DER ELST, C. en VERMEERSCH, S., “Radicalisering van corporate governance-regelgeving: remuneratie en transparantie na de wet van 6 april 2010”, TBH 2010, 911-963.

HELLEMANS, F., “De IAS/IFRS-normen en de nieuwe Audit-Richtlijn”, TRV 2006, 631-658.

HOOGENDIJK, F., “De corporate governance verklaring van genoteerde vennootschappen. Comply or explain (better)?”, NVP 2016, afl. 172, 169-224.

TILQUIN, T., “La société privée et la société faisant ou ayant fait publiquement appel à l’épargne. Evolutions récentes”, TBH 1993, 708-793.

VAN CAUWENBERGHE, A., “Het reglementaire landschap voor de Europese financiële markten na MiFID”, BFR 2008/2, 63-91.

VAN DER HAEGEN, M. en GOLLIER, J.-M., “Les sociétés commerciales. Loi du 18 juillet 1991”, JT 1992, 185-201.

VAN GERVEN, D., “Een nieuw Wetboek van vennootschappen en verenigingen”, VIP 2018, afl. 3, 4-17.

VAN GERVEN, D., “Kroniek Vennootschapsrecht 2009-2010”, TRV 2010, afl. 6, 446-500.

VAN GERVEN, D., “De regels voor vennootschappen die een publiek beroep op het spaarwezen doen of hebben gedaan”, RW 1994-95, 65-90.

 

Verzamelwerken en reeksen

BRULOOT, D., “Commentaar bij art. 594 W.Venn.” in BRAECKMANS, H., GEENS, K. en WYMEERSCH, E. (eds.), Vennootschappen en verenigingen: Artikelsgewijze commentaar met overzicht van rechtspraak en rechtsleer, Antwerpen, Kluwer, losb., afl. 4, 217-225.

BYTTEBIER, K., “Opzet en algemeen begrippenkader van de Wet van 13 april 1995” in De gewijzigde vennootschapswet 1995, BEVERNAGE, P., BYTTEBIER, K., COLLE, P. en FELTKAMP R.R. (eds.), Antwerpen, Kluwer, 1996, 3-81.

CALUWAERTS, M., “Conflits d’intérêts et droit des groupes” in KILESTE, P., STAUDT, C., HERMANT, P., BERTSCH, C., DUPLAT, J.-L., CALUWAERTS, M., TILQUIN, T., VAN GERVEN, D. en PRIOUX, R., Dernières évolutions en droit des sociétés, Brussel, Jeune barreau, 2003, 161-223.

DE GEYTER, S., “Commentaar bij art. 583 W.Venn.” in BRAECKMANS, H., GEENS, K. en WYMEERSCH, E. (eds.), Vennootschappen en verenigingen: Artikelsgewijze commentaar met overzicht van rechtspraak en rechtsleer, Antwerpen, Kluwer, losb., afl. 4, 99-104.

DE POORTER, I., “Wettelijke controle van de jaarrekening” in BRULOOT, D., BYTTEBIER, K., CERFONTAINE, J., DE WULF, H. en MARESCEAU, K. (eds.), Duiding Vennootschappen 2017, Gent, Larcier, 2017, 251-252.

DE SCHRYVER, V., “De vennootschap die een openbaar beroep doet of heeft gedaan op het spaarwezen” in BRAECKMANS, H. en WYMEERSCH, E. (eds.), Het gewijzigde vennootschapsrecht 1995, Antwerpen, Maklu, 1996, 71-98.

DE WOLF, J., “Remuneratiecomité” in BRULOOT, D., BYTTEBIER, K., CERFONTAINE, J., DE WULF, H. en MARESCEAU, K. (eds.), Duiding Vennootschappen 2017, Gent, Larcier, 2017, 801-805 en 808-811.

DE WULF, H., “Commentaar bij artikel 524 W. Venn.” in BRAECKMANS, H., GEENS, K. en WYMEERSCH, E. (eds.), Vennootschappen en verenigingen: Artikelsgewijze commentaar met overzicht van rechtspraak en rechtsleer, Antwerpen, Kluwer, losbl., afl. 4, 101-141.

DE WULF, H. en DIEUX, X., “Publieke versus besloten vennootschappen: de noodzaak aan rationalisatie en vereenvoudiging van de regulering” in La modernisation du droit des sociétés/De modernisering van het vennootschapsrecht, Brussel, Larcier, 2014, 91-116.

DHONT, H., “Art. 533” in BRULOOT, D., BYTTEBIER, K., CERFONTAINE, J., DE WULF, H. en MARESCEAU, K. (eds.), Duiding Vennootschappen 2017, Gent, Larcier, 2017, 826-829.

DIEUX, X., “La société anonyme: armature juridique de l’entreprise ou “produit financier”?” in DIEUX, X. (ed.), Legal Tracks I. Essays on contemporary corporate and finance law, Brussel, Bruylant, 2003, 643-691.

DIEUX, X., “Chapitre 10 - De la société anonyme comme “modèle” et de la société cotée comme “prototype”” in Droit, morale et marché, Brussel, Bruylant, 2013, 275-296.

DIEUX, X., “Shareholdership v. Stakeholdership: What Else?” in DIEUX, X. en FRYDMAN, B., Droit, morale et marché, Brussel, Bruylant, 2013, 149-180.

ERNST, P., “Commentaar bij artikel 523 W. Venn.” in BRAECKMANS, H., GEENS, K. en WYMEERSCH, E. (eds.), Vennootschappen en verenigingen: Artikelsgewijze commentaar met overzicht van rechtspraak en rechtsleer, Antwerpen, Kluwer, losbl., afl. 4, 38-138.

ERNST, E. en YOUNES, N., “Groepsinterne belangenconflicten in de Wet Corporate Governance – een eerste commentaar op het nieuwe artikel 524 W.Venn.” in BYTTEBIER, K., FRANÇOIS, A. en DELVOIE, J. (eds.), De Wet Corporate Governance ont(k)leed, Mechelen, Kluwer, 2004, 183-236.

HELLEMANS, F. en TAS, R., “De certificering van effecten (W. 15 juli 1998)” in JAN RONSE INSTITUUT (ed.), Nieuw vennootschaps- en financieel recht 1999, Kalmthout, Biblo, 2000, 13-58.

GOLLIER, J.-M., “Comité d’audit” in BRAECKMANS, H., COIPEL, M., DE CORDT, Y., DE WULF, H., DIEUX, X., GEENS, K., HELLEMANS, F., GOLLIER, J.-M., LAGA, H., PHILIPPE, D.-E., STEMPNIERWSKY, I., THIRION, M., WILLERMAIN, D., WYCKAERT, M. en WYMEERSCH, E., 10 jaar Wetboek Vennootschappen in werking: hedendaagse problemen, Mechelen, Kluwer, 2011, 536 p.

GEENS, K., “De fundamenten van het vennootschapsrecht dooreengeschud voor de eeuwende” in De nieuwe vennootschapswetten van 7 en 13 april 1995, JAN RONSE INSTITUUT (ed.), Kalmthout, Biblo, 1995, 13-60.

GEENS, K. en JENNÉ, F., “Tien jaar Wetboek van vennootschappen: waar staan we?”, GRENSON, C. (ed.), Tien Jaar Na Het Wetboek Van Vennootschappen: Waar Staan We?, Brussel, Larcier, 2010, 7-24.

GOENS, D., “Commentaar bij art. 141 W.Venn.” in BRAECKMANS, H., GEENS, K. en WYMEERSCH, E. (eds.), Vennootschappen En Verenigingen: Artikelsgewijze Commentaar Met Overzicht Van Rechtspraak En Rechtsleer, Antwerpen, Kluwer, 2000, Losbl.

LAGA, H. en VANDENABEELE, D., “Deugdelijk bestuur en remuneratie in beursgenoteerde vennootschappen. Een bespreking van de Wet van 6 april 2010” in 10 jaar Wetboek Vennootschappen in werking, Mechelen, Kluwer, 2011, 141-179.

LOQUET, M. en EVERAERDT, J., “Art. 508” in BRULOOT, D., BYTTEBIER, K., CERFONTAINE, J., DE WULF, H. en MARESCEAU, K. (eds.), Duiding Vennootschappen 2017, Gent, Larcier, 2017, 736-737.

MARIEN, J., “Artikel 603 W.Venn.” in BRULOOT, D., BYTTEBIER, K., CERFONTAINE, J., DE WULF, H. en MARESCEAU, K. (eds.), Duiding Vennootschappen 2017, Gent, Larcier, 2017, 942-943.

MEULEMANS, D., “Naar een specifiek statuut voor publieke vennootschappen” in Het vernieuwd juridisch kader van de ondernemingen: financieel, vennootschaps- en boekhoudrecht, FLAMÉE, M. en MEULEMANS, D. (eds.), Brugge, die Keure, 1993, 25-55.

TIMMERMAN, L., “De zere plek van het Nederlandse en Europese vennootschaps- en effectenrecht” in De beursvennootschap, INSTITUUT VOOR ONDERNEMINGSRECHT (ed.), Deventer, Kluwer, 2001, 115-130.

TYTECA, J., “Aandelen zonder stemrecht en winstbewijzen converteerbare obligaties en warrants” in JAN RONSE INSTITUUT (ed.), NV en BVBA na de wet van 18 juli 1991, Kalmthout, Biblo, 1992, 91-164.

WOUTERS, J., “Europees vennootschapsrecht: Quo vadis?” in Knelpunten van dertig jaar vennootschapsrecht, JAN RONSE INSTITUUT (ed.), Kalmthout, Biblo, 1999, 313-358.

WYCKAERT, M. en BOEDTS, T., “Loon naar werk: De wettelijke contouren van een gepast verloningsbeleid voor “leiders” van genoteerde vennootschappen na de wet van 6 april 2010”, GRENSON, C. (ed.), Tien Jaar Na Het Wetboek Van Vennootschappen: Waar Staan We?, Brussel, Larcier, 2010, 25-63.

MARESCEAU, K., “Artikel 514” in BRULOOT, D., BYTTEBIER, K., CERFONTAINE, J., DE WULF, H. en MARESCEAU, K. (eds.), Duiding Vennootschappen 2017, Gent, Larcier, 2017, 760.

MARESCEAU, K., “Artikel 515” in BRULOOT, D., BYTTEBIER, K., CERFONTAINE, J., DE WULF, H. en MARESCEAU, K. (eds.), Duiding Vennootschappen 2017, Gent, Larcier, 2017, 760-762.

MARESCEAU, K., “Artikel 515bis” in BRULOOT, D., BYTTEBIER, K., CERFONTAINE, J., DE WULF, H. en MARESCEAU, K. (eds.), Duiding Vennootschappen 2017, Gent, Larcier, 2017, 762-765.

SUNT, C., “Schuldeffecten uitgegeven door vennootschappen. Een overzicht.” in BERNAUW, K., Liber amicorum Yvette Merchiers, Brugge, Die Keure, 2001, 579-799.

VAN BELLE, S., “Artikel 96” in BRULOOT, D., BYTTEBIER, K., CERFONTAINE, J., DE WULF, H. en MARESCEAU, K. (eds.), Duiding Vennootschappen 2017, Gent, Larcier, 2017, 172-173.

VAN HULLE, K., “Respons” in Knelpunten van dertig jaar vennootschapsrecht, JAN RONSE INSTITUUT (ed.), Kalmthout, Biblo, 1999, 359-370.

VAN ZEEBROECK, F. en LOOSEN, J., “Artikel 523” in BRULOOT, D., BYTTEBIER, K., CERFONTAINE, J., DE WULF, H. en MARESCEAU, K. (eds.), Duiding Vennootschappen 2017, Gent, Larcier, 2017, 782-785.

VERMEESCH, S., “Art. 518bis” in BRULOOT, D., BYTTEBIER, K., CERFONTAINE, J., DE WULF, H. en MARESCEAU, K. (eds.), Duiding Vennootschappen 2017, Gent, Larcier, 2017, 773-774.

WYCKAERT, M., “De nieuwe belangenconflictregeling: op naar een Belgisch groepsrecht?” in JAN RONSE INSTITUUT (ed.), Nieuw vennootschapsrecht 2002: wet corporate governance, Kalmthout, Biblo, 2003, 157-194.

WYMEERSCH, E., “Inleiding, algemene begrippen en kapitaalvorming” in BRAECKMANS, H. en WYMEERSCH, E. (eds.), Het gewijzigde vennootschapsrecht 1991: het nieuwe recht van de NV, BVBA en coöperatieve vennootschap na de wetten van 18 en 20 juli 1991, 1991, Antwerpen, Maklu, 1992, 10-14.

WYMEERSCH, E. en JAKHIAN, G., “Rights of minority shareholders” in Rights of minority shareholders (International Academy of Comparative Law – XVI Congress – 14-20 July 2002), Brussel, Bruylant, 2002, 409-474.

 

Academische werken

FRAUSSEN, M., De rationalisering van publieke vennootschappen. Consequenties voor Alternext- en andere niet-gereglementeerde emittenten?, onuitg. Masterscriptie Rechten KU Leuven, 2017, 113 p.

VANCOPPERNOLLE, T., Intertemporeel recht, onuitg. Doctoraatsthesis Rechten KU Leuven, 2018, 774 p.

Varia

AB INBEV, Algemene Vergadering van 25 april 2018: Toelichting bij de voorstellen van besluit, 2018, https://www.ab-inbev.com/content/dam/universaltemplate/ab-inbev/investors/corporate gov-pdf archive/cg/Shareholders%20Meetings/2018/QA%20on%20Proposed%20Resolutions/Q%26A%20AGM%202018%20DUTCH.pdf (consulatie 28 november 2018).

COMMISSIE CORPORATE GOVERNANCE, Publicatie van de herziene Belgische Corporate Governance Code 2020 uitgesteld, 2019, https://www.corporategovernancecommittee.be/nl/actualiteit/nieuws-vanui… (consultatie 10 maart 2019).

COMMISSIE CORPORATE GOVERNANCE, Herziene Belgische Corporate Governance Code 2020 wordt binnenkort gepubliceerd, 2018, https://www.corporategovernancecommittee.be/nl/actualiteit/nieuws-vanui… (consultatie 10 maart 2019).

ESMA, Standard form for disclosure of home member state, 22 October 2015, https://www.esma.europa.eu/system/files_force/library/2015/11/esma-2015-1596_standard_form_for_disclosure_of_home_member_state.docx?download=1 (consultatie 20 april 2018).

EURONEXT BRUSSELS NV, Euronext Rule Book: Book II Specifieke regels voor Euronext Brussels, 27 februari 2017, https://www.euronext.com/nl/regulation/brussels (consultatie 28 november 2018).

EURONEXT GROUP NV, Euronext Rule Book: Book I Geharmoniseerde regels, 21 december 2017, https://www.euronext.com/nl/regulation/harmonised-rules (consultatie 28 november 2018).

FSMA, Jaarverslag 2017, Brussel, J.-P. Servais, 2018, 204 p.

FSMA, “5. Is de belangenconflictregeling voor intra-groepsbeslissingen (Art. 524 W.Venn.) van toepassing op dergelijke verplichtingen?”, geraadpleegd op 24 februari 2019: https://www.fsma.be/nl/faq/5-de-belangenconflictregeling-voor-intra-groepsbeslissingenart-524-wvenn-van-toepassing-op-0.