"...And melodrama has become the prosiest realism"

Lien
Delabie

Bij onderzoek naar de Eerste Wereldoorlog wordt nogal vaak de nadruk gelegd op de desillusie van zowel de soldaten aan het front, als de burgers thuis: de oorlog die voorbij zou zijn bij Kerst, duurde vier jaar lang, bracht zo’n 41 miljoen slachtoffers en stelde ongeziene gruwel tentoon. Die doorprikking van de Britse droom wordt beschreven in het alom bekende fictiewerk van onder andere Wilfred Owen, Edmund Blunden en Siegfried Sassoon. Toch waren er auteurs die bleven vasthouden aan een romantische blik op de oorlog: iedere soldaat was een ridderlijke held in hun ogen, iedere overwinning een worp naar eeuwige glorie. De oorlog was een hartstochtelijk avontuur voor hen, waarin slachtoffers een pijnlijke, maar noodzakelijke prijs waren voor de restoratie van het Britse Rijk. Eén van die auteurs was John Buchan, een spionage fictie auteur die tijdens de oorlog tegelijk als oorlogsverslaggever, oorlogspropagandist en raadgever voor opperbevelhebber Douglas Haig werkte.

Buchan schreef drie spionage romans in de periode van de Eerste Wereldoorlog: The Thirty-Nine Steps (1915), Greenmantle (1916) en Mr Standfast (1919). In elk van deze drie romans komen steevast dezelfde thema’s aan bod: oorlog als avontuur, patriotisme, verval van het Britse Rijk en zijn herstel na Richard Hannay’s – de held van de verhalenreeks - overwinning op akelige, Duitse spionnen. De opzet van dit werk is om de romantische ideologie van John Buchan allereerst bloot te leggen via een onderzoek naar genre, mannelijke heroïek en de contextuele, historische grond van de werken.  Daarna wordt vooral in vraag gesteld hoe zo’n romantisch genre kon blijven bestaan tussen de ontelbare weerzinwekkende bloedbaden door.

 

Spionnen op de loer

Er zijn weinig genres die zo diepgeworteld zijn in een historische context als de spionageroman. Het is een genre doorspekt met een imperialistische ideologie, een doortastend gevoel voor avontuur en uiteraard de nodige xenofobie. Het is geen toeval dat deze beschrijving even goed zou kunnen passen voor de eerste decennia van de twintigste eeuw. Het was een eeuw die door velen gekenmerkt werd door moreel verval en dankzij allerlei historische gebeurtenissen leek het Britse Rijk zwakker dan ooit te staan. Dit werd evenzeer bewezen door de Britse Spy Mania van dezelfde periode: voorafgaand op (en tijdens) de Eerste Wereldoorlog heerste er een romantische overtuiging dat buitenlandse spionnen te allen tijde op de loer liggen met als doel de macht van het Britse Rijk  te laten ineenstorten. Door de verreikende Britse paranoia kon het genre van de spionageroman bijgevolg probleemloos floreren met auteurs als Le Queux, Oppenheim en uiteindelijk ook John Buchan.

Een rijk in verval heeft nood aan helden. Om de representaties van Richard Hannay en zijn medehelden te onderzoeken werden reeds bestaande conceptualisaties van de held aangewend. De voornaamste helden waarnaar gerefereerd werden waren: de ‘clubland’ held uit de spionage roman, de avonturenheld, de ‘soldaat’ held – op basis van Graham Dawsons Soldier Hero (1994) – en de ridderlijke held. Gezien een oorlog nog steeds gezien wordt als een “sfeer van mannelijk lijden” en het gender debat losliep op het einde van de negentiende eeuw, was het onmogelijk om oorlogsheldendom te bespreken zonder op zoek te gaan naar de ondertonen van mannelijkheid. Met dit conceptueel kader werd uiteindelijk Buchans oorlogstrilogie benaderd.

 

Een pragmatische held

Verder bleek uit het onderzoek dat Buchans romans sterk historische ingebed waren. Naarmate de oorlog vorderde, vormden Buchans helden zich steeds meer naar de noden van de oorlog. The Thirty-Nine Steps werd geschreven in het prille begin van de oorlog, in tijden van rekrutering. In dit geval was Hannay de toegankelijke clubland held, een imperfecte held met gebreken die in het avontuur geworpen werd en met minimale capaciteiten het gevaar kon overwinnen. Vervolgens schreef Buchan enkele jaren later Greenmantle. In de strijdvaardige tijden van 1916 – het jaar van the Battle of the Somme en the Battle of Loos – werd ‘de soldaat held’ ingezet. Hannay was toen sterk, stoïcijns en had een onmeetbaar uithoudingsvermogen. Kameraadschap speelde hier een grote rol om zijn uitdagingen op vlak van mannelijkheid en heroïek te trotseren. Tenslotte, sloeg in 1917-1918 (toen Buchan Mr Standfast schreef) oorlogsmoeheid toe. Er was algemene sociale onrust, door de Ierse crisis, de aanslepende oorlog, pacifisme en socialisme. In een poging tot unificatie roept Buchan de ridderlijke held op via de nevenpersonages Peter Pienaar en Launcelot Wake. Ridderlijkheid, wordt beargumenteerd, is de Britse oervorm van mannelijkheid, heroïek en romantiek. Mr Standfast wordt in dit onderzoek daardoor gezien als zijn meest romantische werk.

Romantiek als geneesmiddel

Meerdere literaire critici claimden al dat helden de idealen en normen van een maatschappij belichamen. Hun conceptualisaties kunnen bijdragen aan het bouwen, onderhouden of vernietigen van gemeenschappen. Buchan maakt dan ook gretig gebruik van deze functie van de held: in zijn conceptualisaties zitten waarden die hij zelf hoog inschat, vervat, die hij via zijn literatuur naar het publiek doorspeelt. Het meest opmerkelijke aan zijn fictie is dat Buchan een omgekeerde beweging maakt. Daar waar 1917 getekend werd door opkomende ironische, gedesillusioneerde werken die romantische portretteringen aan de schandpaal nagelden, deed Buchan nog een schepje bovenop zijn al reeds romantische attitude. Romantische overtuigingen zijn voor hem geen geval van zelfverloochening, want dat zou impliceren dat Buchan de tekortkomingen van Groot Brittannië niet zou zien. John Buchan zag die wel degelijk en gebruikte romantiek juist als een middel om zijn Rijk van die problemen te genezen. Buchan houdt dus vast aan romantiek voor twee redenen. Enerzijds is romantiek een geneesmiddel tegen Brits verval. Anderzijds lijkt Buchan de Eerste Wereld eenmaal als een romantisch tijdperk te ervaren, waarbij het nodige avontuur komt te kijken. In zijn voorwoord voor Greenmantle zat die redenering vervat:

"Let no man or woman call its events improbable. The war has driven that word from our vocabulary, and melodrama has become the prosiest realism."

Dit citaat vat zijn werk mooi samen en kan ook nog vandaag verklaren waarom het heldendom nog steeds zo aantrekkelijk is voor velen.  

Download scriptie (1.01 MB)
Universiteit of Hogeschool
Universiteit Gent
Thesis jaar
2018
Promotor(en)
Prof. Guido Latré