Zijn smartphones en apps toegankelijk voor mensen met een beperkte arm-handfunctie?

Charlotte
Claes

“For most people, technology makes things easier. For people with disabilities, technology makes things possible.”  - Mary Pat Radabaugh (IBM)

Smartphones en apps zijn niet meer weg te denken uit onze maatschappij. We gebruiken ze de hele dag door voor sociaal contact, mobiel bankieren, entertainment en werk. Voor mensen met een beperking komen daar nog extra voordelen bij, maar het is net die groep die vaak op problemen botst bij het effectieve gebruik ervan. Waar houden zij rekening mee als ze een smartphone of app (willen) gebruiken? Recent kwalitatief onderzoek zoemt voor het eerst in op de factoren die invloed hebben bij mensen met een beperkte arm-handfunctie, de doelgroep waar ook de onderzoekster zelf toe behoort.

Vooral de fysieke toegankelijkheid van smartphones en apps blijkt een probleem te zijn. Applicaties vereisen (multi-touch)bewegingen en gaan uit van een goede motorische controle, die voor mensen met een beperking toegangsbarrières kunnen creëren. Nochtans kunnen smartphones en apps er voor zorgen dat zij net actiever zijn in hun sociaal netwerk, taken efficiënter kunnen uitvoeren, meer autonomie en zelfvertrouwen krijgen én, heel belangrijk: noodhulp kunnen inroepen.

Om de factoren te achterhalen die een invloed hebben op de adoptie van smartphones en apps bij mensen met een beperkte arm-handfunctie, wordt in dit onderzoek het adoptiemodel UTAUT2 gebruikt. Onder adoptie begrijpen we de fases die iemand zowel mentaal als in gedrag doorloopt vooraleer hij of zij een nieuw product al dan niet probeert, koopt of blijft gebruiken. Dit specifieke model werd gekozen omdat het focust op zeven factoren waar een consument rekening mee houdt voordat hij of zij een nieuwe technologie gaat adopteren.

apps

Welke factoren zijn belangrijk?

De onderzoekster interviewde veertien mensen met een beperkte arm-handfunctie om zo de factoren waar zij rekening mee houden in kaart te brengen. Wat opvalt in de resultaten is dat er een duidelijk verschil is tussen het gedrag van mensen die geen gebruik maken van een besturingssysteem en zij die werken met Tecla of Housemate. Dat zijn scansystemen die via een externe sensor bediend worden met hoofd, kin of lippen. Die laatste groep stelt compatibiliteit van de smartphone met het systeem als absolute voorwaarde voorop. Bij de anderen is de fysieke toegankelijkheid van het toestel zelf de belangrijkste factor, ook al staat de gebruiksvriendelijkheid voor deze mensen nog niet op punt. Langs de ene kant is gebruiksvriendelijkheid dus een voorwaarde, maar tegelijk ook niet omdat de doelgroep de smartphone sowieso gebruikt ondanks de tekortkomingen.

Om de gebreken van de technologie op te vangen doen de deelnemers van dit onderzoek suggesties om de gebruiksvriendelijkheid te verhogen. In de eerste plaats willen ze niets veranderen aan de smartphone zelf, maar willen ze hulpstukken zoals bijvoorbeeld een vingercamera. Zo is er toch een mogelijkheid is om foto’s te trekken, iets wat maar twee van de ondervraagden zelfstandig konden doen. Omdat er een tweestrijd is tussen grootte en zwaarte zou het verminderen van het gewicht ook een grote hulp zijn. De steeds populairder wordende spraaktechnologie blijkt ook nog niet op punt te staan en vereist vaak nog het induwen van knoppen voor ze volwaardig gebruikt kan worden. Diezelfde knoppen aan de zijkant en voorkant van de smartphone zorgen tegelijk voor een beperkte toegankelijkheid bij andere toepassingen. Het wegwerken van multi-touchbewegingen of de optie om oogbediening te gebruiken zouden mooie extra’s zijn.

image

Bij het kiezen van een app is de te leveren inspanning cruciaal bij mensen met een beperkte arm-handfunctie. Ze vermijden apps met te veel clicks en multi-touchbewegingen. Dit is anders bij mensen die werken met een assisterend besturingssysteem. Voor hen is compatibiliteit met hun systeem opnieuw het allerbelangrijkste. Bij sommige types van apps komen bepaalde factoren sterker naar boven dan bij anderen. Denk daarbij bijvoorbeeld aan de prestaties van een banking app of een andere nuttige toepassing, die een duidelijk voordeel moeten opleveren voor ze gebruikt worden. Buiten apps waarbij het doel is om te entertainen, verwacht de doelgroep geen rechtstreeks plezier van apps die andere functies vervullen. De meeste geïnterviewden willen liever niet betalen voor apps, maar zijn soms wel verplicht om ze te kopen om de bediening van hun smartphone gemakkelijker te maken. Ten slotte is ook de sociale invloed van anderen niet te onderschatten: indien anderen apps aanraden is de doelgroep snel geneigd om deze ook te proberen.

Conclusie: compatibiliteit en gebruiksvriendelijkheid zijn het belangrijkste

De doelgroep kan uiteindelijk onderverdeeld worden in twee categorieën: zij die compatibiliteit het belangrijkste vinden (diegenen met een besturingssysteem) en zij die zonder werken en gebruiksvriendelijkheid vooropstellen. Ondanks dat de mensen in de eerste categorie hun lichaam niet kunnen bewegen, kunnen ze alle apps besturen via het systeem en is de invloed van hun beperking op hun smartphonegebruik gering. De tweede groep kan verder opgesplitst worden op basis van gebruiksgemak: zij die aangeven dat ze hun smartphone en apps vlot kunnen gebruiken en zij die hun gebruik als problematisch beschouwen. Er zijn zelfs geïnterviewden die daarom helemaal géén smartphone gebruiken! De verbeteringssuggesties die naar boven kwamen zijn vooral gericht op design en software. Er is dus nog heel wat werk aan de winkel voor smartphones en apps volledig toegankelijk en gebruiksvriendelijk zullen zijn zodat mensen met een beperkte arm-handfunctie ze probleemloos kunnen gebruiken. Ontwikkelaars, ontwerpers en investeerders: Go for it!

 

Download scriptie (2.27 MB)
Universiteit of Hogeschool
Universiteit Antwerpen
Thesis jaar
2018
Promotor(en)
Professor Annouk Lievens