Target, wat?

Ann
Bonheure

Target, wat?

 

Borstkanker of mammacarcinoom is een van de meest voorkomende tumoren bij de vrouw. België staat in vergelijking met andere landen in Europa op de hoogste plaats voor de diagnose borstkanker.  Borstcarcinoom werd vroeger als één diagnose gezien, in de jaren zestig is daar verandering in gekomen.

Nieuwe ontdekkingen 

Er werd een onderscheid gemaakt tussen een hormonaal en een niet hormonaal gevoelig borstcarcinoom. In het jaar 2000 ontdekte men het bestaan van de HER één en HER twee receptoren met daarin nog verschillende subgroepen. 

Dankzij deze ontdekkingen is een nieuwe soort therapie ontwikkeld, namelijk de doelgerichte of ook wel target therapie genaamd. De werking van deze middelen is gericht op de intracellulaire signaaltranductieroutes. Signaaltransductie is de wijze waarop cellen met elkaar communiceren, de cellen gaan signalen uit de omgeving herkennen en deze doorgeven in de cel. Uiteindelijk kan de signaaltransductie een verandering in de cel bekomen, dit kan een invloed hebben op het ontstaan en het voortbestaan van het borstcarcinoom.

image

Bijwerkingen?

In dit onderzoek werd onderzocht of verpleegkundigen voldoende kennis hebben omtrent de bijwerkingen van deze specifieke therapie. De bijwerkingen van target therapie verschillen namelijk van de klassieke chemotherapie. Als verpleegkundige op een oncologische dienst is het dan ook belangrijk om deze bijwerkingen te kunnen herkennen. De meest gekende bijwerkingen zijn nausea (misselijkheid), braken en  diarree, er zijn echter nog tal van andere belangrijke kenmerken waarvan de verpleegkundigen onvoldoende kennis hebben. De bijwerkingen van target therapie kunnen een belangrijke invloed hebben op de levenskwaliteit van de patiënt. Het is dan ook van belang dat verpleegkundigen deze kenmerken tijdig observeren en dit kunnen melden aan de behandelende geneesheer.

De belangrijkste vraag die hierbij ontstaat is: “Hoe is het gesteld met de kennis omtrent target therapie en wat kan men doen om gerichte informatie (omtrent de bijwerkingen) aan te bieden aan de patiënt?”

 

Verpleegkundige kennis

Om de kennis van de verpleegkundigen te testen werd een vragenlijst met 26 vragen opgesteld. De vragen werden verdeeld in volgende items: algemene vragen omtrent target therapie, toediening van target therapie en vragen met betreffende de bijwerkingen van target therapie. Aan deze vragenlijst werkten 19 verpleegkundigen mee. Het opleidingsniveau van de verpleegkundigen is verduidelijkt a.d.h.v. onderstaande grafiek.

image

Vanuit een algemene waarneming van de resultaten blijkt dat gemiddeld 69% van de verpleegkundigen op de dienst oncologie een onvoldoende aan kennis vertoont omtrent target therapie bij een HER 2 gevoelig borstcarcinoom.

In de opdeling van de vragenlijst kan bij de algemene vragen een gemiddeld kennistekort van 88% geconstateerd worden.  Bij de vragen omtrent de toediening van target therapie is het gemiddelde resultaat 61% en kan er geconstateerd worden dat de verpleegkundigen moeite of geen idee hadden wat te antwoorden op de kennisvragen. 

Bij de vragen omtrent de bijwerkingen die kunnen ontstaan tijdens target therapie is een kennistekort met een gemiddelde score van 59% op te merken.

Deze algemene waarneming van uit de bekomen resultaten wijst erop dat 69% van de verpleegkundigen een onvoldoende aan kennis heeft. Volgens de literatuur moeten verpleegkundigen zich bewust zijn van de behandelingsmogelijkheden en bijwerkingen binnen de HER 2 gevoelig borstcarcinoom. Deze bewustwording is noodzakelijk om gericht te kunnen handelen naar de patiënt onder target therapie. Verpleegkundigen moeten dan ook vertrouwd zijn met de indicatie, werking, gebruik, voorzorgsmaatregelen en bijwerkingen gedurende de toediening van target therapie. Hierbij is een goede uitleg van de verpleegkundige essentieel om goede instructies omtrent medicatie, behandelingsschema en de mogelijk bijwerkingen die kunnen ontstaan mee te delen.

 

En nu?

Uit deze score kunnen we aannemen dat deze bewustwording nog niet aanwezig is en hierbij gericht handelen naar de patiënt belemmerd wordt. 

De onvoldoende kennis heeft een negatieve invloed op de levenskwaliteit van de patiënt. 

Het algemeen beeld is zeer ongunstig, dit door het feit dat de verpleegkundige aandachtspunten niet gekend zijn (toedieningswijze, herkennen van bijwerkingen, etc.). Het informeren en instrueren van patiënten onder target therapie is hierdoor ook belemmerd. 

Het ontbreken van kennis is een duidelijk gesteld probleem die verder moet opgevolgd worden. 

Met deze resultaten in het achterhoofd is het dan ook noodzakelijk om te zorgen voor een aangepaste en doelgerichte aanpak. Dit kan bekomen worden door gerichte bijscholing te voorzien voor de verpleegkundigen werkzaam op een oncologische dienst. Dit alles om een positief effect op de levenskwaliteit van de oncologische patiënt te bekomen. 

 

Download scriptie (5.12 MB)
Universiteit of Hogeschool
Hogeschool West-Vlaanderen
Thesis jaar
2018
Promotor(en)
De Gryse Sabine
Kernwoorden