Homoseksualiteit, een onzichtbaar onderwerp op de lagere school

Thomas
Wyns

“Wanneer mensen sterven, is niets doen geen optie.”

In 2009 beroofde Carl Walker-Hoover, een 11 jarige jongen zichzelf van het leven na langdurig gepest te worden op school omwille van zijn vermeende seksualiteit. Thema’s als homoseksualiteit aankaarten op de lagere school blijkt geen simpele taak. Naast de moeilijkheid om met dit thema te werken in de klas is ook de bereidheid van leerkrachten om dit te doen niet eenzijdig positief. De leeftijd van lagere schoolkinderen roept vragen op rond de nood aan het behandelen van zulke thema’s. Dit is maar één van de redenen waarom leerkrachten aarzelen het onderwerp aan te kaarten. En wat wanneer een leerkracht toch beslist dit te doen? Dan blijken verschillende leerkrachten niet te beschikken over het geschikte materiaal om hiermee aan de slag te gaan.

 

Kinderen worden door iedereen het liefst als zo onschuldig mogelijk gezien. Met deze gewenste onschuld komt het idee van kinderen ver van seks en seks ver van kinderen. Maar is het zo dat in onze lagere school kinderen totaal losstaan van seksualiteit? Of wordt er een uitzondering gemaakt voor de meest “normale” vormen van seksualiteitsbeleving? Bijna dagelijks krijgen lagere schoolkinderen de boodschap van heteroseksualiteit als norm in de samenleving. Deze boodschap wordt vaak gezien als los van seks. Dezelfde standaard wordt echter zelden gehanteerd wanneer het over homoseksualiteit gaat. Homo en lesbienne zijn twee thema’s die, in tegenstelling tot hetero, vaak al te dicht bij “seks” liggen om gedeeld te worden binnen de lagere school. Het niet aankaarten van onderwerpen rond seksualiteit brengt echter niet automatisch een neutraliteit rond het onderwerp teweeg. Verschillende leerkrachten geven aan wel eens te praten over hun (heteroseksuele) relatie in de klas, “Vorige week vertelde mijn man…” of “Afgelopen weekend was ik met mijn vrouw en kinderen naar de markt”. Leerkrachten die zich identificeren als homoseksueel of lesbisch delen veel minder in de klas. Het gevolg? Dat heteroseksualiteit op regelmatige basis bevestigd wordt als norm en homoseksualiteit niet gewoon in stilte op de achtergrond verdwijnt, maar actief doodgezwegen blijkt. Gepoogde neutraliteit zou zo sterk kunnen lijken op censuur. Het gevolg voor school is dan een milieu waarin kinderen die zich niet voelen of gedragen volgens deze voorgedragen norm gemarginaliseerd kunnen worden.

Dit milieu, waarin heteroseksualiteit bevestigd wordt als norm en alle hiervan afwijkende vormen van seksualiteit daardoor als “niet normaal” beschouwd worden is een heteronormatief schoolmilieu. Zo’n schoolmilieu brengt heel wat negatieve gevolgen met zich mee. Gaande van hogere afwezigheid- tot hogere zelfmoordcijfers. Zoals de quote die dit artikel inzette al aangaf, is niets doen geen optie wanneer levens op het spel staan. Het ingrijpen op het schoolmilieu van onze lagere scholen is dan een noodzaak. Het tegengaan van een heteronormatief schoolmilieu leidt volgens onderzoek immers tot een daling in de negatieve gevolgen die leerlingen ervan ondervinden en leidt verder tot meer tolerantie onder leerlingen. Om deze verandering te verwezelijken werd onderzoek gevoerd naar zij die hier effectief mee aan de slag moeten, namelijk leerkrachten lagere school.

Onderzoek dat aan de basis ligt van dit artikel heeft geprobeerd de noden van leerkrachten om LGBT (lesbian, gay, bisexual & transgender) onderwerpen in de klas in kaart te brengen. Verder werd ook hun bereidheid om met zulke thema’s aan de slag te gaan onder de loep genomen. Leerkrachten werden aangesproken in hun expertise om te komen tot suggesties, ideeën en beperkingen rond het werken met deze onderwerpen. Om deze informatie te bekomen van de leerkrachten werd hen in groepen van zes gevraagd te praten over LGBT onderwerpen op school.

De resultaten van dit onderzoek zijn dan ook opgedeeld in twee delen. Eerst de noden van leerkrachten om met LGBT thema’s aan de slag te gaan in de klas, ten tweede hun bereidheid om dit te doen. Startend bij de noden van leerkrachten kwam aan bod dat zij geen nood hebben aan expliciete lessen in de klas rond dit thema. De geïnterviewde leerkrachten zien geen meerwaarde in “vandaag gaan we het hebben over homo’s”. Waar zij wel nood aan hebben is een implementatie van alternatieve gezinsvormen in het curriculum, deze zouden beter en vooral meer gerepresenteerd moeten worden in de handboeken van uiteenlopende lessen.

De leerkrachten gaven ook aan meer kennis nodig te hebben over bestaand materiaal om het onderwerp aan te kaarten in de klas. Minder dan 10% van de bevraagde  leerkrachten kon voorbeelden geven van leeftijdsadequaat materiaal om LGBT onderwerpen uitdrukkelijk aan te kaarten. Eén van de meest voorkomende noden van de deelnemende leerkrachten was de nood aan een aanleiding om het onderwerp te bespreken in de klas. De inclusie van alternatieve gezinsvormen in bijvoorbeeld de lessen taal zou zo’n aanleiding kunnen zijn, ook de media werd meermaals aangehaald als een mogelijke aanleiding om het onderwerp te behandelen. Ondanks dat de deelnemende leerkrachten zelf voorbeelden uit de media konden aanhalen, speelde hun bereidheid om dit te doen mee, die uiteindelijk weer leidde tot het uit de weg gaan van het onderwerp. Verder vonden leerkrachten het geen slecht idee om zelf beter geïnformeerd te zijn rond het onderwerp om er vlot mee aan de slag te kunnen in de klas. Ook een handboek met leeftijdsadequate informatie zou volgens hen handig zijn om het onderwerp toch aan te brengen in de klas.

Wat de bereidheid van de leerkrachten betreft, was deze algemeen positief. De deelnemende leerkrachten hun gevoel naar LGBT als onderwerp toe was positief, de bereidheid die hieruit voortvloeit komt echter onder druk door verschillende factoren. Zo vinden sommige leerkrachten de leeftijd van de leerlingen op de lagere school een probleem, hier was echter geen consensus over. Ook de verwachte reactie van ouders had een negatieve impact op de bereidheid van de leerkrachten, net als de verwachte invloed van een cultuurverschil.

Uit het onderzoek zou men kunnen besluiten dat er nog wel wat werk aan de winkel is om leerkrachten te ondersteunen in het tegengaan van een heteronormatief schoolmilieu. Er komt aan bod dat er een gebrek aan representatie van LGBT thema’s is op onze lagere scholen en dat leerkrachten niet steeds weten hoe dit te corrigeren.

Universiteit of Hogeschool
KU Leuven
Thesis jaar
2018
Promotor(en)
prof. dr. Paul Enzlin