Oog voor kunstwaarde, of toch eerder stekeblind?

kelly
verhoeven

Hebt u al eens naar een kunstwerk gekeken in het museum en gedacht: “Is dit nu echt kunst?”, mogelijk gevolgd door de opmerking: “Zoiets kan zelf ik maken”? Of heeft u ooit eens de vraag gesteld waarom dat bepaalde kunstwerk nu is opgenomen in het museum en niet een ander werk?

 

Meermaals hebben studies getracht een antwoord hierop te bieden door de waardebepaling van kunst te onderzoeken. Eén probleem, volgens Kelly Verhoeven, is dat deze studies zich steeds hoofdzakelijk op één bepaalde factor focusten die inspeelt op de uiteindelijke waardebepaling, terwijl het onherroepelijk de samenloop van verschillende factoren is die de waardebepaling van het kunstwerk verklaart. Verhoeven is van mening dat te veel onderzoekers slechts binnen één bepaald onderzoeksveld blijven, namelijk het onderzoeksveld waarmee ze het meeste vertrouwd zijn. Hiervan zou afgestapt moeten worden en er moet meer gekeken worden naar andere onderzoeksvelden om inzichten te verkrijgen die anders niet gevormd hadden kunnen worden. Verhoeven heeft daarom een startend onderzoek opgezet dat de prominentste en meest bestudeerde factoren binnen de waardebepaling van kunst naast elkaar heeft gelegd. Dit zijn de psychologische, sociologische en economische waarde bij kunst.

 

Overkoepelende fenomenen

Uit het onderzoek is ten eerste opgemaakt dat er overkoepelende fenomenen zijn die steeds terugkeren binnen elk van de drie onderzoeksvelden. Deze kunnen gezien worden als de belangrijkste fenomenen binnen de waardebepaling, doordat deze, in tegenstelling tot andere fenomenen, in alle drie de belangrijkste onderzoeksvelden invloed hebben op het waarderingsproces. Logischerwijs is hun invloed dus drie keer sterker binnen de waardebepaling dan de fenomenen die bijvoorbeeld enkel invloed hebben op de economische waarde, maar niet op de andere twee. De overkoepelende fenomenen zijn: excentriek en innovatief, kennis, negatieve gevoelens en dan met name onzekerheid, angst en spijt, branding, status en zijn bijhorende ego en hebzucht, en tot slot groepsvorming.

 

Daarnaast is vastgesteld dat deze fenomenen niet alleen de meeste invloed uitoefenen binnen de waardebepaling, maar dat zij ook invloed uitoefenen op elkaar. Een voorbeeld daarvan is branding. Branding houdt het vormen van topmerken in die kwaliteit en waarde aan hun product of service toevoegen. Ze bieden hiermee vertrouwen en sluiten risico’s zo veel mogelijk uit. Bij kunst wordt dit ook ingezet om onzekerheid in te perken, alsook om status te verkrijgen wanneer de koper iets van deze topmerken kan betalen. Dit kan ook gelinkt worden aan kennis, want de hersenen bereiden de mens voor op nieuwe ervaringen, door middel van priming, wat inhoud dat reeds verworven kennis wordt ingezet. Deze voorkennis beïnvloedt dus hoe kunst ervaren wordt. Door publicaties, tentoonstellingen en andere herkenningsmethoden die bij branding worden toegepast, wordt hun merk en de kunst al verwerkt in de hersenen, waardoor ze nadien sterker ervaren worden. Deze kennis kan zo gelinkt worden aan de menselijke voorkeur voor bekendheid. Zo blijven de verschillende fenomenen op elkaar inspelen en elkaar versterken, met een vicieuze cirkel als gevolg.

 

De betrokkenen

Zowel verzamelaars, handelaars, veilinghuizen als musea en kunstenaars passen hun handelen hierop aan, al dan niet onbewust. Door de diversiteit van de genoemde groepen is ook te zien dat kunst niet door een bepaalde groep wordt gestuurd. Niet enkel musea die als poortwachters voor de kunstwereld dienen of kunstverkopers die prijzen willen verhogen, hebben dus een rol in dit proces. Dit is een te zwart-wit beeld dat wel vaak wordt gevormd. Elke groep heeft zijn eigen rol, zelfs die van de koper.

 



Om nog een stap verder te gaan, is ook te zien dat niet enkel de waarde van kunst beïnvloed wordt door de overkoepelende fenomenen en de betrokken groepen, maar ook de mensen zelf. Hun eigen waarde binnen de kunstwereld wordt versterkt onder de vorm van status en vertrouwen. Vervolgens is te zien dat hoe meer de waarde van een persoon toeneemt, hoe meer deze invloed kan hebben op de waardebepaling van de kunst. Een verzamelaar die uitgroeit tot een topverzamelaar heeft al invloed door te kiezen welke werken hij in zijn collectie opneemt. Wanneer iemand het label topverzamelaar heeft, zal de waarde van een kunstwerk al stijgen als deze het werk aankoopt en zo het werk met hem laat associëren. Ook hier is dus een vicieuze cirkel aan het plaatsvinden.

 



Hopelijk heeft u, als u volgende keer in een museum staat, kijkend naar een werk en zich afvragend waarom dit er hangt, een beter beeld over het antwoord, hoewel dit antwoord complexer is dan u mogelijk eerst voor ogen had gehouden.