ZOET ZWANGER: DE TOEGEVOEGDE WAARDE VAN GROEPSEDUCATIE

Caro
Minschart

Zwangerschapsdiabetes is één van de meest voorkomende verwikkelingen tijdens de zwangerschap. Hoe vaak zwangerschapsdiabetes precies voorkomt, is niet bekend,1 op 8 zwangere vrouwen krijgt zwangerschapsdiabetes omdat er geen eenvormigheid is in de gebruikte opsporingsmethodes. Op basis van een grootschalige Belgische studie rond screening voor zwangerschapsdiabetes (de BEDIP-studie), wordt geschat dat maar liefst 1 op 8 toekomstige moeders hiermee geconfronteerd wordt.

Een tijdelijke vorm van suikerziekte

Zwangerschapsdiabetes is een tijdelijke vorm van suikerziekte, die ontstaat na de twintigste zwangerschapsweek. Hormonale veranderingen in de zwangerschap liggen aan de basis van deze aandoening. De moederkoek produceert zwangerschapshormonen, die noodzakelijk zijn voor de ontwikkeling van de baby, maar die tevens de werking van insuline verminderen. Insuline is een hormoon dat aangemaakt wordt in de alvleesklier en ervoor zorgt dat lichaamscellen suiker opnemen uit het bloed. Bij een normale zwangerschap reageert de alvleesklier door meer insuline aan te maken, maar soms kunnen de cellen die insuline afscheiden niet beantwoorden aan deze  toegenomen vraag. De suiker uit het bloed kan bijgevolg onvoldoende in de lichaamsweefsels worden opgenomen en stapelt zich op in het bloed.

De behandeling van zwangerschapsdiabetes

Geen klachten, wel gevolgen

Zwangerschapsdiabetes geeft geen klachten,  maar toch is deze aandoening allesbehalve onschuldig. Een hoge bloedsuikerspiegel kan heel wat negatieve gevolgen met zich meebrengen voor zowel moeder als kind. Door verhoogde bloedsuikerwaarden bij de moeder, bestaat de kans immers dat het kindje te sterk groeit, waardoor het risico op vroeggeboorte, keizersnede en geboortetrauma’s toeneemt. Ook krijgt de moeder makkelijker een zwangerschapsvergiftiging. Op lange termijn hebben moeder en kind een verhoogd risico op het ontwikkelen van type 2 diabetes.

Het goede nieuws is dat zwangerschapsdiabetes goed behandeld kan worden, waardoor het risico op verwikkelingen kan worden teruggedrongen. De behandeling bestaat uit educatie van de moeder, voedingsaanpassingen en stimulatie van lichaamsbeweging in combinatie met het meten van de bloedsuikerwaarden. In 20 tot 25% van de gevallen volstaan deze levensstijlmaatregelen niet om de bloedsuikerspiegel onder controle te houden, en worden insuline-injecties toegevoegd aan de behandeling.



Geen uniformiteit over de opsporingsmethode

Omdat er zoveel risico’s verbonden zijn aan zwangerschapsdiabetes, wordt aangeraden dat elke zwangere vrouw gescreend wordt op deze aandoening. Er is echter geen uniformiteit over de beste opsporingsmethode. In Vlaanderen wordt op dit moment gebruik gemaakt van een tweestapsscreening. Tussen 24 en 28 weken zwangerschap wordt de zwangere vrouw voorgesteld een test op zwangerschapsdiabetes te laten afnemen door het drinken van een suikeroplossing . Indien de bloedsuikerspiegel op dat moment te hoog is, wijst dit mogelijk op zwangerschapsdiabetes en wordt een tweede test uitgevoerd, de ‘orale glucosetolerantietest’ (OGTT). Hierbij wordt een suikeroplossing op een nuchtere maag ingenomen, waarna op verschillende tijdstippen een bloedafname gebeurd. Wordt op dat moment door minstens 1 bloedsuikerwaarde de drempel overschreden, dan spreekt men van zwangerschapsdiabetes. De Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) heeft enkele jaren geleden de richtlijnen voor de opsporing van zwangerschapsdiabetes echter verstrengd en adviseert nu dat elke zwangere vrouw meteen de nuchtere OGTT moet krijgen. Bij het volgen van deze richtlijnen wordt een drastisch groter aantal zwangere vrouwen gediagnosticeerd met zwangerschapsdiabetes, waardoor ook de werkdruk en geassocieerde kosten zullen toenemen. Om verschillende opsporingsmethodes voor zwangerschapsdiabetes te evalueren op basis van de nieuwe WHO-criteria, werd de BEDIP-studie gestart in 2014. In afwachting van een nieuwe Vlaamse consensus, maakt het UZ Leuven momenteel gebruik van de WHO-criteria gecombineerd met een tweestapsscreening.



Groepseducatie als oplossing voor toenemende werkdruk

De behandeling van zwangerschapsdiabetes is een arbeidsintensieve discipline, waarbij een multidisciplinair team van zorgverleners wordt ingeschakeld. De continue toename in de Groepseducatieprevalentie van zwangerschapsdiabetes vormt een uitdaging voor deze zorgverleners om hoogwaardige zorg te voorzien. De organisatie van groepseducatie zou een waardevolle oplossing kunnen zijn om met deze toenemende werkdruk om te gaan. Daarom bestaat het hoofddoel van deze studie uit het evalueren van de tevredenheid van vrouwen met zwangerschapsdiabetes over de (groeps)educatie en de behandeling. Ook wordt gepeild naar de kennis van deze vrouwen over hun aandoening en wordt onderzocht of de diagnose van zwangerschapsdiabetes gepaard gaat met gevoelens van depressie of angst.  Sinds oktober 2015 wordt daarom de eerste individuele educatiesessie in de behandeling van zwangerschapsdiabetes zoveel mogelijk vervangen door een gestructureerde groepseducatie. Verschillende vragenlijsten werden door de vrouwen ingevuld op verschillende momenten in de behandeling.

Uit een kennisvragenlijst kon worden afgeleid dat de vrouwen over een goede kennis beschikten omtrent hun aandoening, en dat deze kennis aanzienlijk verbeterde na de educatie. Verder waren de patiënten tevreden over de inhoud en de duur van de  educatiesessies, en over de behandeling in het algemeen. Deelnemers aan de groepssessie waren in het algemeen zeer tevreden over de educatie. 90% van alle deelnemers in groep was tevreden met de groepsgrootte en bijna 80% gaf aan dat het groepsonderwijs aan hun verwachtingen voldeed. De vaakst vermelde voordelen van groepseducatie waren het leren van vragen en ervaringen van anderen, en zich gesteund voelen door de groep. Deze studie toont ook aan dat de diagnose van zwangerschapsdiabetes gepaard kan gaan met gevoelens van angst en depressie, maar dat deze kunnen afnemen na voldoende educatie. Tot slot konden geen belangrijke verschillen in gevoelens van depressie en angst worden gevonden tussen patiënten die groepslessen volgden en patiënten die individuele educatie kregen.



Groepseducatie: een veelbelovend alternatief

De eerste resultaten van de studie tonen aan dat vrouwen met zwangerschapsdiabetes tevreden zijn over de educatie en de behandeling. Daarnaast verbetert hun kennis over zwangerschapsdiabetes aanzienlijk na de educatie. Dit zijn belangrijke bevindingen, omdat een goede patiënttevredenheid geassocieerd wordt met een betere betrokkenheid bij zorgprogramma's en een goed begrip van de ziekte kan leiden tot betere therapietrouw en zelfmanagement. Daarenboven lijkt groepseducatie een waardevol alternatief te zijn voor individuele educatie. Het kan enerzijds zorgen voor een verlichting van de werklast in het kader van een alsmaar toenemende prevalentie. Maar anderzijds werd ook aangetoond dat groepseducatie een meerwaarde kan zijn voor vrouwen met zwangerschapsdiabetes, omdat ze met lotgenoten in contact kunnen komen en kunnen leren van elkaars vragen en ervaringen.    

"Alone we can do so little, together we can do so much."                                 

  – Helen Keller

  

 

Download scriptie (1.59 MB)
Universiteit of Hogeschool
KU Leuven
Thesis jaar
2018
Promotor(en)
Prof. Dr. Chantal Mathieu en Dr. Katrien Benhalima