Valkuil bij een sport in opmars: voeding bij adolescente rugbyspelers

Flore
De Vylder
  • Jana
    Camphens

5000 leden tegen 2020: dat is het ambitieuze doel van Rugby Vlaanderen. Dat steeds meer jongeren de weg vinden naar het rugbyveld bewijst dat de sport steeds populairder wordt. Terwijl rugbyspelers in Angelsaksische landen idolen zijn, is rugby in België een niche sport. Maar ook in onze clubs zit jong talent. En als zij dan echt mogen dromen, dan willen ze zich met het nationale team ooit plaatsen voor een groot tornooi zoals het wereldkampioenschap of de olympische spelen.

Professionele ondersteuning

Tijd voor een meer professionele aanpak, vonden de Vlaamse Rugbybond en Gent Rugby Football Club. Met de oprichting van Flanders Rugby Academy (FRA) – de Vlaamse topsportschool Rugby Union - willen ze beloftevolle rugbyspelers de kans geven om zich verder te ontwikkelen.

Rugby 1© Gent Rugby Football Club

Ondanks het grote aanbod aan wetenschappelijke studies uit het buitenland, is de begeleiding rond voeding bij rugby in België nagenoeg onbestaande. Flore De Vylder en Jana Camphens gingen daarom voor hun bachelorproef op zoek naar werkpunten in het eet- en drinkpatroon van deze adolescente topsporters.

Wat de kleur van urine je kan vertellen

Bij FRA was 57% van de atleten gedehydreerd bij de start van de inspanning. Deze trend geldt overigens niet enkel bij rugbyspelers. Onderzoek toonde eerder al aan dat de meerderheid van de jonge sporters onvoldoende drinkt doorheen de dag. Aangezien het lichaam voor 60 % uit water bestaat en deze stof een rol speelt bij talloze fysiologische processen in het lichaam is het essentieel dat een sporter optimaal gehydrateerd aan de training of wedstrijd begint. Er bestaat echter een eenvoudig trucje om te weten of je gedurende de dag voldoende vocht hebt ingenomen. Hoe donkerder de kleur van de urine, hoe slechter gehydrateerd. Bij een lichtgele kleur kan een sporter optimaal aan de inspanning starten.

Urine color chart

© Urine Color Chart (Armstrong, 2000)

Drinken, drinken, drinken

Ook vochtinname tijdens de inspanning bleek een hekelpunt in het voedingspatroon van de atleten van FRA. Hoeveel een sporter moet drinken wordt individueel berekend en is afhankelijk van het zweetverlies van het individu. Slechts 21% van de atleten dronk voldoende. Als gevolg daarvan was er gemiddeld 0.28% gewichtsverlies na de inspanning maar bij enkelen werden waarden vastgesteld tot 1.04%. Reeds bij 1% gewichtsverlies is er een daling van het coördinatie- en concentratievermogen. In een later stadium is ook prestatieverlies, vermindering van het uithoudingsvermogen en verstoring van krachtinspanningen mogelijk.

Brandstof voor het lichaam

Stel je voor dat je 100 km met de auto zou gaan rijden, maar nog slechts voldoende benzine hebt voor 50 km. Aan de helft van het traject zal de auto stilvallen. Op net dezelfde manier werkt ons lichaam bij het sporten.

Tijdens de inspanning moeten rugbyspelers daarom 30 gram koolhydraten per uur innemen. Geen enkele atleet van FRA bereikte deze aanbeveling. Bij velen onder hen was koolhydraatinname zelfs onbestaande. Ook hier wees eerder onderzoek uit dat bij de meeste teamsporters onvoldoende energie beschikbaar is. Deze tekorten zorgen onvermijdelijk voor vermoeidheid, prestatieverlies en blessures.

Hypotoon, isotoon of hypertoon?

Bij sport hangen, door het gebruik van sportdrank tijdens de training of wedstrijd, vocht- en energieaanbreng onlosmakelijk aan elkaar vast. De samenstelling van dranken die door de atleet gedronken worden tijdens de inspanning varieert naargelang de behoefte om te hydrateren of energie aan te brengen.

Sportdrank

© Flore De Vylder en Jana Camphens

Een hypotone dorstlesser heeft een lage osmolariteit - het aantal moleculen in de vloeistof is lager dan die in het bloed. Deze drank zal vóór of na de inspanning gebruikt worden om een toestand van hydratatie te bekomen wanneer geen behoefte is aan extra koolhydraten.

Wanneer een drank evenveel moleculen bevat als het bloedplasma, noemen we deze isotoon. Er werden aan deze drank meer koolhydraten toegevoegd wat hem ideaal maakt tijdens de inspanning omdat zowel vocht en energie zullen aangevuld worden.

Een hypertone drank wordt zelden gebruikt omdat er kans is op het ontstaan van maag- en darmproblemen. Het is uitzonderlijk wel aangewezen bij inspanningen in koude temperaturen aangezien er op dat moment minder vocht verloren gaat maar wel veel energie nodig is.

De diëtist als lid van het team

Steeds vaker eist de diëtist zijn plek op als lid van de sporttechnische staf. Aan de hand van hydratatietesten en het bijhouden van voedingsinname kan de diëtist een plan opstellen om iedere speler individueel te begeleiden. Bij een team zoals FRA, waar kennis rond sportvoeding beperkt is, is in eerste instantie vooral sensibilisering belangrijk. Infosessies en workshops brengen de groep kennis bij rond sportvoeding. Er wordt hen aangeleerd welke voeding op welk tijdstip noodzakelijk is. Vele spelers zullen praktische tools nodig hebben. Voor hen kan de diëtist een eetschema opstellen of recepten ontwerpen. Posters in het clublokaal en de kleedkamers herinneren de spelers er aan om op vastgelegde tijdstippen – voor, na en tijdens training – te eten en drinken.

Diëtist© Flore De Vylder en Jana Camphens

Het belang van oefenen op drank- en voedselinname tijdens training wordt vaak onderschat. Het moet atleten gewoon laten worden aan het gevoel van sporten met voeding in de maag. Het geeft hen ook de kans om te experimenteren met verschillende volumes en smaken om te bepalen welke inname ze tolereren en wat het best bij hen past.

Rugby 2

© Gent Rugby Football Club

Maar zijn bovengenoemde inspanningen voldoende om tot blijvende verandering te komen? Uit de resultaten van de bachelorproef blijkt van niet. Na 5 weken waren de rugbyspelers zich duidelijk meer bewust van vochtinname tijdens de inspanning. Hun hydratatietoestand vóór de inspanning en koolhydraatinname tijdens de inspanning liet echter nog steeds te wensen over. Er moet daarom een sociale omgeving gecreëerd worden die de atleet ondersteunt en stimuleert. Een continu sensibiliseringsbeleid, waarbij zowel de sportdiëtist, ouders, staf als trainer sleutelfiguren zijn, is daarom nodig.

Nog veel werk aan de winkel dus, al zijn we wel op de goede weg. Enkele rugbyspelers van de topsportschool haalden recent de selectie voor de nationale ploeg of kregen een contract bij een buitenlandse club. Misschien wordt het in de nabije toekomst wel werkelijkheid, die selectie voor een belangrijk tornooi. Wel goed eten en drinken dan.  

 

Universiteit of Hogeschool
Hogeschool Gent
Thesis jaar
2018
Promotor(en)
Nele Callewaert