De Koers van Kapitein Juncker: Meer EU, Meer EU's?

Joris
Ramm

‘Trossen los! Voorwaarts moeten we!’ Jean-Claude Juncker, Europa’s hoogste ambtenaar, pleit in zijn State of the Union 2017 voor méér Europa. Verontwaardiging alom. De Europese Unie (EU) verkeert toch nog altijd in noodweer? Golven vluchtelingen bedreigen de saamhorigheid en de Brexit sloeg in als de bliksem. Onrust in de Europese vloot verlamt de daadkrachtige koers.

Maar kapitein Juncker pleit voor meer EU, juist in zwaar weer. Regionale integratie, nauwe samenwerking tussen de lidstaten, garandeert stabiliteit. Deze integratie leidt tot handel, welvaart en vrede. Niet alleen in Europa. Om haar positie te versterken propageert Brussel dit model wereldwijd. De EU als toonbeeld: meer Europa, dus ook meer Europa’s. Het ondersteunt andere integratie initiatieven daarom met geld, raad en daad. Een nobel streven, maar is deze miljoenenhulp effectief? Kan de EU daadwerkelijk de koers van andere gebieden bepalen?

Integreren kun je leren

Regionale economische integratie draait om twee dingen: markt integratie en beleidsintegratie. Markt integratie creëert betere verbindingen: meer handel en investeringen in de regio. Beleidsintegratie faciliteert – als het goed is – deze marktintegratie. Landen stemmen één beleidslijn af, om zo met dezelfde regels de samenwerking te vergemakkelijken. Om bij Juncker’s zeilvoorbeeld te blijven: marktintegratie zorgt voor meer vaarverkeer, beleidsintegratie voorkomt botsingen en piraterij.

De EU doceert deze regels aan andere regio’s. Wonderleerling is de Associatie van Zuidoost Aziatische Naties (ASEAN, 1967). Op 11.000km van Brussel bouwen tien landen in de driehoek van de Filippijnen tot Myanmar en Maleisië samen aan een regionale markt. Deze opkomende economieën groeien razendsnel. Brussel denkt door een handelsverdrag in één klap het tiental blijvend aan zich te binden. De EU ondersteunt daarom ASEAN en haar noodlijdende Secretariaat. Sinds 2012 ligt er een samenwerkingsovereenkomst, het Bandar Seri Begawan Plan of Action. De meeste actiepunten zijn economisch: meer handel en investeringen. Daarmee groeit ASEAN en haar waarde voor de EU. De ASEAN leiders loven integratie én de Europese ondersteuning. Een goede basis, maar onderzoek toont dat de EU hulp in de praktijk toch niet overkomt. Zelfs de meest veelbelovende economieën - Indonesië en Vietnam - wijken af van de gezamenlijke koers. Waarom?

Nationale belangen eerst

Indonesië is de grootste regionale economie en vormt een aantrekkelijke afzetmarkt (bevolking: 261 miljoen). Meer samenwerking zou flink wat opleveren. Toch is Indonesië beperkt verbonden met ASEAN - handel en investeringen lopen zelfs terug. Dit heeft een tweetal redenen. Allereerst is Indonesië minder ontwikkeld en competitief dan ASEAN-collega’s Maleisië, Thailand en vooral Singapore. Jakarta vreest dat vergaande samenwerking haar positie verzwakt. Indonesische rijst is duurder dan bijvoorbeeld Thaise rijst, waardoor import aantrekkelijker wordt. Onder het mom van strenge halal standaarden sluit de overheid daarom haar markt af. Deze technische handelsbarrières vormen een stiekeme sluis: onbegrijpelijk en effectief. Hoewel de importtarieven dalen blijft de Indonesische haven zo alsnog gesloten. Daarnaast focust president Widodo op interne ontwikkeling. Hij streeft naar zelfvoorzienendheid. Indonesië moet zichzelf kunnen onderhouden op gebied van grondstoffen, voedsel en andere basisvoorzieningen. Regionale samenwerking past niet in dat plaatje. Politiek populair, maar onverstandig. Indonesië mist de boot en zal verder achterop geraken, zo waarschuwen regionale diplomaten en onderzoekers.

Vietnam ziet wel heil in regionale integratie, de opkomende economie kan dan aansluiten bij de regionale en wereldmark. Dat vermindert de afhankelijkheid van de Chinese bovenbuurman. Handel met China is overgroot, zelfs nu Vietnam haar rol als Aziatische productiemotor heeft overgenomen. Via ASEAN kan Vietnam haar goedkope kleding en elektronica naar de rest van de wereld verhandelen. Daar ligt ook een uitdaging. Vietnam maakt niks zelf, maar voegt alleen (eenvoudige) producten samen. Gunstig voor snelle groei, maar zo kom je nauwelijks verder. Investeringen en kennis zijn nodig voor de volgende stap. EU assistentie is daarbij waardevol, aldus Vietnamese topdiplomaten.

EU ondersteuning wordt dus gefilterd. Nationaal beleid blijft de basis, bijsturing uit Brussel is welkom waar gewenst. Indonesië werkt samen met de EU aan regels voor hout en visserij. Een begin, maar verdere handelsregulatie en een verlaging van de barrières is onbespreekbaar. Ingewijden verwachten daarom weinig van onderhandelingen over een vrijhandelsverdrag. Vietnam werkt enthousiast aan hogere kwaliteitsstandaarden, nodig voor de wereldhandel. Een progressief handelsverdrag met de EU is al ondertekend. Toch valt ook Hanoi’s connectie met de regio tegen, Vietnam richt zich op het westen. Het stroomlijnen van de ASEAN-vloot is lastiger dan gedacht.

Een aangepaste koers

De EU assistentie is dus maar gedeeltelijk effectief. De koers moet worden bijgesteld om de integratie echt te ondersteunen. Allereerst financieel. Het tijdperk van eenvoudige ontwikkelingshulp is over, investeringen van Europese bedrijven zijn nodig. Brussel klopt zich trots op de borst als tweede wereldwijde investeerder in ASEAN. Als team van (nu nog) 28 lidstaten is dit echter een magere vangst voor de regio: China alléén investeert al meer.

Technische ondersteuning is het geheim. De EU heeft jarenlange ervaring met beleidsintegratie, Europese workshops en uitleg zijn leerzaam voor ASEAN. Zowel Indonesische als Vietnamese gesprekspartners beoordeelden deze EU hulp positief. De vraag van ASEAN-partners moet leidend zijn, lokale EU vertegenwoordigers kunnen dat uitstekend oppakken.

Tot slot de toon. Junckers pleidooi voor meer Europa wordt niet alleen door de Europese lidstaten gewantrouwd. Mijn Aziatische gesprekspartners herhaalden dat Brussel haar toon moet matigen. De Grieken zijn bijna bankroet, de Britten willen überhaupt niet meer meedoen: waarom zouden ze die chaos ten voorbeeld nemen? Het ASEAN Secretariaat, afhankelijk van EU steun, is niet de ware macht. De nationale regeringen zijn nog duidelijk aan het roer.

Meer EU, meer EU’s

Meer integratie kan de EU positie versterken, het verre Oosten lonkt. Toch kan Brussel zelfs ASEAN niet effectief vormen. Goedkeuring van de partnerlanden is noodzakelijk voor een productieve samenwerking. Het roer moet om, met progressieve landen als Vietnam als eerste bestemming. Land voor land kan de EU dan succesvol andere regio’s helpen en zo de eigen handelspositie versterken. Aanpassing is nodig, maar de strategie verdient een kans. Kapitein Juncker hijst enthousiast de zeilen en wil overstag, maar zijn 28 matrozen vechten nog om de koers. Een gemiste kans, zo blijven meer integratie en meer EU’s slechts stipjes aan de horizon.

Download scriptie (901.26 KB)
Universiteit of Hogeschool
Vrije Universiteit Brussel
Thesis jaar
2017
Promotor(en)
Prof. Jonathan Holslag