Seks en relaties na het overlijden van je ‘lief’ aan kanker

Stefan
Rolf

Het verlies van je ‘lief’ is meer dan enkel het verlies van een man of vrouw, vriend of vriendin, echtgenoot of echtgenote. De werkelijkheid waarin is geleefd, wordt door elkaar geschud. Sociale rollen en verantwoordelijkheden worden herverdeeld. De overgebleven partner krijgt het etiket weduwe of weduwnaar toegewezen. De identiteit die gedurende de relatie is opgebouwd en daaraan verbonden is geweest, verandert. Er ‘moet’ afscheid worden genomen van de relatie. De toekomst die met de overledene was voorgesteld, moet ergens worden losgelaten om vanuit de werkelijkheid van een alleenstaande, rouwende ‘ik’ een nieuwe (aanvaardbare) toekomst te vormen. Bevat deze toekomst dan een nieuw ‘lief’? Bevat deze toekomst seks? Aan de hand van beschrijvende fenomenologie zijn in dit onderzoek van zeven personen de ervaringen beschreven uit de periode na het overlijden van hun partner aan kanker, waarbij specifiek aandacht is besteed aan seksualiteit en relaties.

 

Hij/zij is nog altijd aanwezig

Het lijkt haast vanzelfsprekend dat voor mensen, waarvan de partner is overleden, het gemis van hun partner nog een belangrijke plaats heeft in hun dagelijkse leven. Desalniettemin bestaat in de omgeving van de nabestaande toch vaak onbegrip over de pijn van het verlies en het gemis van alle aspecten van de relatie, met name als er ‘een bepaalde tijd’ is verstreken. Het verlies van een ‘lief’ is echter niet zo eenvoudig. Deelnemers aan het onderzoek missen onder meer de ontbrekende vanzelfsprekendheid van de relatie, de weggevallen fysieke intimiteit (i.e., een knuffel, een aanraking of seks) en de afwezigheid van een “maatje”. Hoofzakelijk datgene wat typisch was voor de partner wordt gemist en de steun van vrienden, collega’s en familie kan dit niet altijd voldoende compenseren. Veel nabestaanden onderhouden dan ook een fysieke (kleding, foto’s en persoonlijke bezittingen) en/of een emotionele (praten met overledene) band met de overleden partner. Daarnaast vinden nabestaanden het belangrijk dat er voor de overleden partner een plaats is in hun toekomst en daarmee in een eventuele, toekomstige relatie. Hij of zij is immers een deel van hun leven en hun identiteit. De aanwezigheid van de overledene, thans in gedachten, duurt dan ook voort in het heden en de toekomst.

 

‘Gewoon’ ik terug

Na het verlies van de partner spreken deelnemers over de terugkeer naar een ‘ik’. Deze ‘ik’ bevindt zich buiten de context van een relatie en wordt in de periode na het overlijden van de partner (her)ontdekt door de nabestaanden. De persoonlijke betekenis van relaties en seksualiteit, alsook de wijze waarop elke persoon daar invulling aan geeft, zijn daarbij in belangrijke mate bepaald door de ervaringen in de relatie met de overleden partner. De confrontatie met het ontbreken van deze relatie, doet bijzonder veel pijn en geeft voor velen de aanzet tot verlangens naar de fysieke en geestelijke intimiteit van een relatie. Dit kan zich ontwikkelen tot een meer uitgesproken wens naar een relatie, die dikwijls gekoppeld wordt aan de (gewenste) toekomst. In meer of mindere mate ervaren nabestaanden daarbij een strijd tussen enerzijds hun verlangens en wensen, anderzijds de identiteit die zij willen behouden. De betekenis van zelfbevrediging na het verlies van een partner kan symbool staan voor een verlangen om in contact te blijven met de overleden partner, maar kan eveneens een meer ‘ik-gerichte’ handeling (i.e., ontlading) betreffen. Zelfbevrediging komt voor deelnemers tegemoet aan de behoefte tot bevrediging van de nood aan intimiteit. Voor velen is dit echter geen ideaal en volwaardig alternatief voor de intimiteit die zij hadden of willen hebben. De gedachte aan de jaren die nog gaan komen is verwarrend, waarbij zowel de gedachte aan ongewilde eenzaamheid als de gedachte aan het vinden van een nieuwe partner complexe, tegenstrijdige gevoelens met zich meebrengt.

 

‘Het verdergaan’

Verdergaan met het leven. Tot op zekere hoogte wordt daarmee veronderstelt dat het verlies een plaats heeft gekregen en er ruimte is om na te denken over een nieuwe invulling van het leven. De gedachte aan de toekomst moet verdragen kunnen worden. Voor de meeste deelnemers lijkt ‘verdergaan’ te starten met een innerlijk conflict tussen het gemis van de partner, de behoefte aan fysieke intimiteit, de wens naar een nieuwe partner en de angsten, twijfels en remmingen ten aanzien van een nieuwe relatie. Dit conflict lijkt zich continu te herhalen, waarbij de verschillende aspecten steeds een ander gewicht krijgen en door nabestaanden wordt toegewerkt naar een aanvaardbare werkelijkheid. In het begin wordt (vaak) weerstand ervaren tegenover een nieuwe relatie, de suggestie van een nieuwe relatie en/of een gedachten aan een nieuwe seksuele partner. Naarmate het verlies geïntegreerd raakt in de nieuwe werkelijkheid, wordt de mogelijkheid van een nieuwe relatie makkelijker verdragen, hoewel dit zich niet noodzakelijk vertaalt tot de wens naar een nieuwe relatie.

 

Een nieuw lief

Om tot een nieuwe relatie te komen lijkt daarnaast een bepaalde onzekerheid over de duurzaamheid en kwaliteit van de nieuwe relatie te moeten worden geaccepteerd. Dit lijkt de overgang van de vanzelfsprekendheid van de ‘oude’ relatie naar de onzekerheid van een nieuwe relatie lastig te maken. Nabestaanden lijken dan ook voortdurend een interne dialoog te voeren, waarin de voor- en nadelen van een nieuwe relatie en de zoektocht daarnaar uiteen worden gezet. Bij het ondernemen van seksueel contact met een nieuwe partner lijken er eveneens “barrières” geslecht te moeten worden. Dit proces brengt tegenstrijdige gevoelens en, als gevolg hiervan, “verwarring” met zich mee. Na verloop van tijd lijken de verbindingen met het verleden (e.g., het gemis van en de voortdurende verbinding met de overleden partner) beter een plaats te krijgen in nieuwe ervaringen, die met of zonder nieuwe partner kunnen worden beleefd. De duur en intensiteit van dit proces verschillen per individu, zoals ook de hoop op en wensen met betrekking tot de ideale invulling van hun persoonlijke wereld verschillen.

 

Tot slot

Herkenning in de verhalen van anderen en het besef dat er grote verschillen zijn tussen nabestaanden in (seksuele) wensen, verlangens en gedragingen, kunnen helpen bij de verliesverwerking. Voor mensen die hun partner hebben verloren lijkt het dan ook belangrijk dat de diversiteit en ‘normaliteit’ van verschillende ervaringen wordt erkend.

Download scriptie (1.01 MB)
Universiteit of Hogeschool
KU Leuven
Thesis jaar
2017
Promotor(en)
Prof. dr. Erick Janssen