Autologe hematopoietische stamceltransplantatie bij lymfomen

Camille
Kockerols
  • Daan
    Dierickx
  • Gregor
    Verhoeven

Autologe hematopoietische stamceltransplantatie (ASCT) vormt een belangrijke therapeutische optie in de behandeling van verscheidene hematologische kankers waaronder myelomen en lymfomen. Bij deze vorm van stamceltransplantatie wordt gebruik gemaakt van de stamcellen van de patiënt zelf, dit in tegenstelling tot de allogene stamceltransplantatie. De stamcellen worden bij voorkeur verzameld na eliminatie van zoveel mogelijk kwaadaardige cellen door middel van chemotherapie. Ze  kunnen ingevroren bewaard worden tot ze vereist zijn. Nadien wordt de patiënt behandeld met zeer hoge dosissen chemotherapie hetgeen, naast de resterende kwaadaardige cellen, ook het eigen beenmerg ernstig zal beschadigen en hierdoor het aantal aangemaakte bloedcellen sterk zal verminderen tot zelfs ondetecteerbare waardes. Zonder ondersteuning van de patiënt met transfusies of groeifactoren kan dit leiden tot ernstige infecties, bloedarmoede of zware bloedingen. Het toedienen van de verzamelde stamcellen zal het herstel van het beenmerg bespoedigen en zo het risico op (soms dodelijke) complicaties verminderen. Het gebruik van ASCT zorgt ervoor dat hogere dosissen chemotherapie gegeven kunnen worden. Dit vergroot dan weer de kans op het volledig uitschakelen van het lymfoom of myeloom en zo ook de kans op genezing.

In deze retrospectieve studie worden verschillende parameters bestudeerd en vergeleken met de literatuur. De studiepopulatie bestaat uit patiënten gediagnosticeerd met een lymfoom, die een ASCT ondergingen tussen 2000 en 2015 in het universitair ziekenhuis van Leuven. De primaire outcome parameter wordt gedefinieerd als de absolute overleving van de patiënt sinds ASCT. Secundaire outcome parameters betreffen de ziektevrije overleving sinds ASCT, de transplantatie-gerelateerde mortaliteit en het doormaken van een invasieve schimmelinfectie na ASCT. Daarnaast worden verschillende prognostische parameters bestudeerd door middel van overlevingscurves volgens de Kaplan Meier methode. Voorbeelden hiervan zijn de aanwezigheid van residuele lymfoomcellen op beeldvorming vlak voor de ASCT, de leeftijd van de patiënt bij ASCT, de internationale prognostische index van het lymfoom bij diagnose, het doormaken van een invasieve schimmelinfectie na ASCT en de chemogevoeligheid van het lymfoom. Bovengenoemde parameters hebben allen een significante negatieve invloed op absolute en/of ziektevrije overleving (p < 0.05). De literatuur toont gelijkaardige resultaten zowel qua overlevingsparameters als prognostische parameters. Het ondersteunt de kwaliteit van ASCT als ondersteunende therapie bij lymfomen en de kwaliteit van het UZ Leuven als transplantatiecentrum. Daarnaast opent het uitwerken van deze databank een nieuwe bron aan informatie voor grootschalige studies zoals meta-analyses of literatuuronderzoek.

 

Download scriptie (858.68 KB)
Universiteit of Hogeschool
KU Leuven
Thesis jaar
2017
Promotor(en)
Prof. Dr. Dierickx, Prof. Dr. Verhoeven
Thema('s)