“Psst dat is die vrouw van…” : stigmatisering van (ex-)partners van extrafamiliale pedoseksuelen

Dominique
Scappini

“Psst dat is die vrouw van…”: stigmatisering van (ex-)partners van extrafamiliale pedoseksuelen



“Ik ben niet meer Sophie. Ik ben Sophie, de ex van een pedofiel, van een manipulator… En ik kijk uit naar de dag dat ik weer gewoon Sophie kan zijn, zowel voor mezelf als voor anderen.”

Beeld het je eens in: het is al laat als opeens de bel gaat. Je doet verward de deur open en merkt enkele politieagenten op met de melding dat je partner, met wie je al jaren lief en leed deelt, wordt aangehouden wegens bezit van kinderpornografie en/of het plegen van seksuele handelingen met kinderen. Jammer genoeg is dit de realiteit voor sommigen. Dit artikel bespreekt de reacties van de omgeving op deze (ex-)partners van extrafamiliale pedoseksuelen, namelijk zij die kinderen misbruiken buiten het gezin. Hoe worden zij benaderd door buren, familieleden, kennissen etc.?

 

Pedofilie in de maatschappij          

Pedofilie is een welbekend fenomeen in de samenleving. Een pedofiel wordt omschreven als iemand die een intense aantrekking heeft tot kinderen. In de samenleving heerst bij veel burgers echter het idee dat elke pedofiel eveneens kinderen misbruikt. Deze generalisatie van alles wat met pedofilie te maken heeft zorgt ervoor dat men het verschil niet meer ziet tussen pedofilie en pedoseksualiteit. De sex crime panic in de media, waardoor seksuele delicten overgerapporteerd worden, zorgt voor angst in de samenleving waarbij men de pedoseksueel als vijand nummer één beschouwt. Eén en ander bevordert het taboe dat rust op de problematiek en onderdrukt de bespreekbaarheid ervan. De stigmatisering, die heerst op pedofilie is dan ook groot, zeker wanneer er seksuele feiten aan te pas komen. We kunnen ons bijgevolg de vraag stellen of deze mate van stigmatisering, namelijk het toekennen van een negatief kenmerk aan mensen omwille van hun zijn of omwille van een daad die ze hebben gesteld, ook aanwezig is bij hun naasten.



Zes moedige vrouwen         

Om reacties van de omgeving op deze (ex-)partners na te gaan werden zes vrouwen diepgaand bevraagd naar hun ervaringen. Dit was echter geen evidente opdracht. Het werd al snel duidelijk dat ik me op onontgonnen terrein begaf en dat deze groep enorm onderbelicht is in de samenleving. Tijdens de zoektocht botste ik dan ook geregeld op tegenkanting vanuit de hulpverlening die vaak een té beschermende houding aannamen ten aanzien van deze vrouwen.   

Van de zes vrouwen zijn er twee die na het uitkomen van de feiten besloten hebben om bij hun partner te blijven. Zij zien de persoon achter de dader op wie ze verliefd zijn geworden. De resterende vrouwen hebben hun man verlaten.  

 

“Psst, daar hebt ge de Michelle Martin van *gemeente*…”      

Het werd al snel duidelijk dat negatieve reacties vanuit de omgeving op deze vrouwen effectief bestaan. Drie van de zes gaven zelfs aan dat ze zich ernstig gestigmatiseerd voelden en ervaarden kwetsende opmerkingen en vermijdingsgedrag van anderen.

“Mensen meden mij op straat, sommigen beschuldigden mij echt van medeplichtigheid. Als ik mensen tegen kwam, durfden ze echt lelijk te kijken naar mij of ze staken over naar de andere kant van ‘t straat als ze mij zagen.”

Bovenstaande uitspraak getuigt van het feit dat sommigen zich behandeld voelden als mededader. Ze kunnen op weinig begrip rekenen van hun omgeving. Dit alles had als gevolg dat alle vrouwen zich op een bepaald moment geïsoleerd hebben van de samenleving, wat zich uitte in afspraken vermijden en boodschappen doen in een andere gemeente uit schrik om bekeken te worden. Op één na voelen ze zich schuldig over de feiten die hun man heeft gepleegd. “Had ik het niet kunnen voorkomen?”, “waarom heb ik het niet gezien?” zijn vragen die zij zich geregeld stelden.  Deze vrouwen stigmatiseren zichzelf ook op een bepaalde manier doordat ze, onterecht, nadenken over hun aandeel in de feiten en angstig zijn voor hun omgeving.   

Aanvullend bij bovenstaande bevindingen is het belangrijk om mee te delen dat de drie vrouwen bij wie er ernstige, negatieve reacties werden vastgesteld, woonachtig zijn in een klein dorp waar iedereen elkaar kent. Dit heeft een grote invloed op de manier waarop er naar deze vrouwen gekeken wordt en hoe snel informatie wordt verspreid.

Eveneens frappant bleek het feit dat twee van de zes vrouwen zich zwaar gestigmatiseerd voelden door de politie. Zij werden vernederd als vrouw van… en voelden zich absoluut niet gesteund. De willekeur waarop politiediensten omgaan met deze vrouwen stemt tot nadenken. Psychologische hulpverlening werd aan de meesten niet aangeboden. Er bestaan terecht protocollen voor het slachtoffer van de dader, maar zij ontbreken voor zijn familieleden. Hoe komt het dat deze groep zo in de schaduw wordt geplaatst en zij, als verborgen slachtoffer, het precies niet waardig zijn om gedegen hulp te krijgen?

 

Bliksemafleider?

Dit alles leidt tot de vraag of stigmatiserende handelingen naar deze vrouwen toe vaak niet erger zijn dan het stigma dat heerst op de daders zelf. Bij vier bevraagden is de partner uit beeld verdwenen, door gevangenisstraf of contactverbod, waardoor deze zich in een veilige, afgesloten omgeving bevinden. Daardoor blijven hun (ex-) vrouwen, al dan niet met kinderen, alleen achter in de buurt. Vormen zij hierdoor niet juist een gemakkelijk doelwit om frustraties op uit te werken? Fungeren zij als bliksemafleider voor de daden van hun (ex-)partner?

Het vraagt niet veel verbeeldingskracht om te beseffen wat het is om out of the blue geconfronteerd te worden met zulke feiten die hun leven compleet veranderen. Het schuldgevoel dat de ondervraagden ervaren kan toegeschreven worden aan de wijze waarop pedofilie negatief in de media wordt beschreven. De taboesfeer die nog steeds heerst over deze thematiek, zorgt ervoor dat het amper bespreekbaar kan worden gemaakt, met als gevolg dat dit een drempel vormt voor deze vrouwen om te praten over hun situatie.

"Ik wil gewoon dat ze mij ook zo begeleiden als mijne man. Allez die krijgt alles van behandeling en begeleiding dat hij nodig heeft, maar zijn vrouw moet er zelf maar achter zoeken. Ik vind dat echt jammer, ik voel mij voor een tweede keer slachtoffer op die manier."   

Universiteit of Hogeschool
Universiteit Gent
Thesis jaar
2017
Promotor(en)
Prof. Dr. Gert Vermeulen