Wat als ook wij een rol spelen in het voortzetten van terrorisme?

Muriël
Booms

Onder andere – maar zeker niet alleen – Parijs, Berlijn, Londen, Manchester, Madrid én Brussel zijn in de afgelopen jaren het doelwit geweest van een of meerdere terroristische aanslagen. De reactie daarop komt vanuit verschillende hoeken: de politie, het leger en de hulpverleners verzetten bergen van werk. Maar wordt het niet eens tijd dat wij – als samenleving – verantwoordelijkheid opnemen en ook ons steentje bijdragen?

Terroristen: wat is hun doel?

Terroristen willen een samenleving creëren die doordrongen is met angst en waarin het alledaagse leven wordt geteisterd. Daarnaast zijn ze ook gefocust op het uitlokken van reacties binnen de samenleving, meer bepaald ‘retributieve reacties’. Voorbeelden van deze geprovoceerde reacties zijn ‘overdreven’ militaire acties met veel onschuldige slachtoffers en het doorvoeren van wetsveranderingen die voornamelijk bepaalde groepen in de samenleving raken. Op meer individueel niveau is er agressie (met woorden of daden, online of face-to-face) van burgers ten aanzien van zij die men direct of indirect verantwoordelijk ziet voor de aanslagen.

Waarom willen terroristen dat de samenleving op deze manier reageert? Deze ‘retributieve reacties’ kunnen ertoe leiden dat een kleine groep binnen de samenleving (meestal jongeren) steeds kwetsbaarder wordt voor extremistische ideeën. Personen die hen willen overhalen om zich te bekeren tot dit ideeëngoed kunnen dit doen door te verwijzen naar de retributieve reacties vanuit de samenleving; zoals grote aantallen onschuldige slachtoffers die gevallen zijn bij bomaanslagen en de discriminatie die hun gemeenschap moet doorstaan in het dagelijks leven. Een tegenwind vormen en deze retributieve reacties voorkomen is bijgevolg van groot belang.

De behoefte aan wraak als voedingsbodem voor retributieve reacties

In dit onderzoek is er nagegaan in welke mate inwoners van Leuven behoefte hebben aan wraak naar aanleiding van de terroristische aanslagen in Brussel op 21 maart 2016. Het achterliggende idee hierbij is dat het aanpakken van deze behoefte de voedingsbodem kan wegnemen voor retributieve reacties. Belangrijk hierbij is dat de behoefte aan wraak een normale eerste reactie is naar aanleiding van criminaliteit, maar problematisch wordt wanneer deze behoefte aanwezig blijft op langere termijn. De kans dat dit het geval is, is groter wanneer de behoefte voor wraak wordt genegeerd.

Persoonlijke wraakzucht of een wraakzuchtige overheid?

Dit onderzoek heeft een onderscheid gemaakt tussen een behoefte aan persoonlijke wraak, dus de behoefte om zelf wraakzuchtig op te treden, en de nood aan een overheid die wraakzuchtig reageert.

Het overgrote deel van de bevraagde inwoners in Leuven blijkt geen behoefte aan ‘persoonlijke’ wraak te hebben. Veel deelnemers aan de studie hebben daarbij extra aangegeven dat ze sterk tegen het idee van wraak zijn. Ze geloven daarentegen meer in een legale, justitiële reactie ten aanzien van terroristen. Een kleine minderheid (12%) blijkt echter wel de behoefte aan wraak te ervaren. Ondanks dat dit eerder een beperkt aantal mensen is, blijft het belangrijk hier aandacht aan te besteden. Er kan namelijk sprake zijn van een domino-effect; een enkele retributieve reactie – mogelijk een gevolg van een blijvende behoefte aan wraak – kan ertoe leiden dat het gevoel van discriminatie blijft groeien en zo een rechtvaardigingsmiddel voor extremistisch gedachtengoed wordt. Er is gevonden dat deze behoefte meer bestaat bij mensen van lager opleidingsniveau. Om een duidelijker beeld van deze groep te krijgen is verder onderzoek echter nodig. 

De resultaten wijzen wel op een meer verspreide behoefte aan wraak komende van de overheid (ongeveer 50% van de ondervraagde mensen voelen een gedeeltelijke tot sterke behoefte). Deze blijkt voornamelijk groot bij mannen en oudere mensen. De vraag is echter of deze resultaten een correcte weergave zijn van wat er bedoeld is te onderzoeken. Er bleek namelijk onduidelijkheid te zijn bij de bevraging van ‘gouvernementele wraak’: gaat het om het rechtvaardig bestraffen via justitie of over ‘overdreven’ wraakzuchtige acties? 

Behoefte aan wraak en geraakt zijn door de aanslagen: een verband?

Er is verder ook nagegaan of de behoefte voor wraak groter dan wel kleiner is bij mensen die meer geraakt zijn door de aanslagen in Brussel. Uit de resultaten blijkt dit niet zo te zijn.

Wel is het een interessante bevinding dat ondanks personen die min of meer hetzelfde hebben meegemaakt, zijnde een terroristische aanslag in Brussel, op verschillende manieren hierdoor geraakt zijn. Terwijl sommigen niet zoveel gevolgen ervaren van dit gebeuren, hebben anderen wel meer tijd nodig om te begrijpen wat er gebeurd is, of denken zij vaker na over hoe gemakkelijk zijzelf of iemand om wie zij geven aanwezig zou kunnen zijn op een dergelijke aanslag. Vrouwen en personen die zich zorgen maakten om hun eigen veiligheid omdat ze in Brussel waren ten tijde van de aanslagen blijken meer geraakt te zijn.

Voorzichtigheid voor te snelle conclusies

Toch moet er worden opgepast voor te snelle conclusies. Eerst en vooral gaat het om een behoefte aan wraak, en dus niet over het werkelijk wraakzuchtig reageren. Daarnaast heeft dit onderzoek plaatsgevonden op kleine schaal (147 mensen hebben deelgenomen) en bevat deze onderzochte groep enkel mensen (inwoners en studenten) die in Leuven wonen. De resultaten zeggen dus niet noodzakelijk iets over de behoefte aan wraak voor heel Vlaanderen. Om dergelijke uitspraken te kunnen doen is grootschaliger onderzoek nodig.

Het heft in eigen handen

Uit dit onderzoek blijkt dat de behoefte aan (persoonlijke) wraak niet uitgebreid voorkomt in Leuven. Dit is een positief signaal wat betreft retributieve reacties. Toch is het belangrijk om aandacht te besteden aan personen die wel dergelijke behoefte hebben – één enkele actie kan immers een domino-effect veroorzaken dat kan leiden tot meer terrorisme in de toekomst. Zoals David Fromkin passend onder woorden heeft gebracht: “Terrorisme wint alleen als je reageert op de manier dat de terroristen willen dat je reageert, het lot ligt dus in jouw handen en niet die van hen.”

Universiteit of Hogeschool
KU Leuven
Thesis jaar
2017
Promotor(en)
Prof. Ivo Aertsen