Kunt u mij helpen? Praktijktesten naar alledaagse discriminatie in kledingwinkels.

Dounia
Bourabain

We geloven vandaag de dag graag dat we in een samenleving leven waar iedereen gelijke kansen heeft. Openlijke discriminatie wordt niet langer getolereerd en velen vinden het zelfs ondenkbaar dat er nog sprake zou zijn van racisme en seksisme. Onderzoek toont echter aan dat racisme en seksisme nog steeds niet verdwenen zijn. Ze zijn alleen maar subtieler en onzichtbaarder geworden.

In Vlaanderen werd vastgesteld dat etnische minderheden gediscrimineerd worden op de arbeids- en woningmarkten alsook in het onderwijs. Hoe zit het echter met discriminatie in alledaagse situaties? Hoewel hieromtrent nog weinig bekend is in België, werd alledaagse discriminatie reeds uitvoerig bestudeerd in de Verenigde Staten. Alledaagse discriminatie verwijst naar discriminatie in alledaagse wederkerende praktijken en activiteiten. Eén van deze activiteiten is het winkelen. Hoewel winkelen op het eerste zicht een banale activiteit lijkt te zijn, toont Amerikaans onderzoek aan dat dit voor etnische minderheden niet altijd zonder slag of stoot verloopt. Ze worden namelijk geconfronteerd met ethnic profiling. Deze thesis wou daarom nagaan in welke mate etnische minderheden ook in Vlaanderen te kampen hebben met subtiele vormen van discriminatie tijdens het winkelen. Maar daar bleef het niet bij. Etniciteit is namelijk niet de enige grond van discriminatie. Zo genieten mannen in onze maatschappij nog steeds meer privileges dan vrouwen. Naast ethnic profiling, werd bijgevolg het male privilege onder de loep genomen. Tenslotte tonen internationale studies aan dat discriminatie afneemt wanneer de prijs toeneemt. Daarom werd  onderzocht of etnische en genderdiscriminatie verschilt tussen winkels uit de lage en hoge prijsklasse.

Om deze vragen te beantwoorden werden 602 praktijktesten uitgevoerd in 301 Vlaamse en Brusselse kledingwinkels. Praktijktesten bieden namelijk de ideale en directe mogelijkheid om discriminatie in de échte wereld te onderzoeken. Bij praktijktesten worden twee vrij gelijkaardige klanten met elkaar gematcht die enkel in het kenmerk verschillen waarvan verwacht wordt dat het discriminatie teweegbrengt. Ze worden daarbij ook getraind zodanig dat de verschillen in gedrag miniem zijn. Nadien wordt gekeken of beide personen al dan niet gelijk behandeld worden. Toegepast op de winkelcontext werden in dit geval mannelijke klanten van Belgische origine met mannelijke klanten van Maghrebijnse origine gekoppeld, alsook vrouwelijke klanten van Belgische origine met vrouwelijke klanten van Maghrebijnse origine. Elk persoon kreeg de opdracht om zich te gedragen als een klant door het stellen van een specifieke vraag aan de winkelbediende over een relatief duur kledingstuk (o.a. een jas of pak). Wanneer de Maghrebijnse man/vrouw de winkel binnenstapte, vroeg hij/zij om hulp aan een winkelbediende. Hij/zij stelde hierbij de specifieke vraag: “Excuseer, ik vind maat (maat van klant) niet. Kunt u mij helpen?”. De Belgische man/vrouw stelde nadien, ongeveer een kwartier later, dezelfde vraag aan dezelfde winkelbediende uit diezelfde winkel. Wanneer de Maghrebijnse klanten systematisch benadeeld werden in vergelijking met de Belgische klanten, dan is er sprake van etnische discriminatie. Genderdiscriminatie komt voor wanneer vrouwen, in vergelijking met mannen, een nadelige vorm van hulpbediening ontvingen.

De Maghrebijnse klanten werden op verschillende manieren benadeeld in vergelijking met Belgische klanten. De winkelbedienden investeerden minder moeite in de Maghrebijnse klanten. Ze werden minder vaak begeleid naar het kledingrek, alsook werd de voorraadruimte minder vaak geraadpleegd om de juiste maat terug te vinden. Ook werden de Maghrebijnse mannen meer aangestaard en gevolgd door de winkelbediende. Maghrebijnse vrouwen werden dan weer het minst begroet door de winkelbediendes.

Ook het male privilege die in onze maatschappij nog steeds aanwezig is, kwam tijdens de praktijktesten naar voren: mannen werden het meest begroet door de winkelbedienden en kregen het vaakst spontaan hulp aangeboden. Daarentegen, werden mannen vaker aangestaard en gevolgd dan vrouwen. Dit was echter enkel van toepassing voor de Maghrebijnse mannen. Het mannelijk privilege lijkt dan ook enkel te gelden voor de Belgische mannen.

De individuele kenmerken van de klant waren niet de enige factoren die de behandeling van een klant beïnvloedde. Ook het onderscheid tussen goedkope en dure winkels was van groot belang. Eerst en vooral daalde discriminatie, naarmate de prijsklasse van de winkel toenam. Een mogelijke verklaring hiervoor is dat het verkoopspersoneel uit dure winkels vaak individuele en/of groepspremies ontvangen aanvullend op hun inkomen. Klanten discrimineren speelt bijgevolg in hun nadeel en is een grotere kost in vergelijking met verkopers uit goedkope winkels die enkel een vast inkomen ontvangen. Ten tweede nam discriminatie een andere vorm aan. Discriminatie in dure winkels kwam in een subtielere vorm voor dan in goedkope winkels. Hoewel klanten in dure kledingwinkels meer begroet werden en spontaner hulp ontvingen, werden ze tegelijkertijd ook vaker aangestaard en gevolgd dan in goedkope winkels.

Samengevat toonde dit onderzoek de verregaande verspreiding van discriminatie aan in de meest banale domeinen van de samenleving. De voortdurende confrontatie met discriminatie heeft een enorme impact op minderheidsgroepen. Het verlaagt onder andere hun mentaal en fysiek welzijn. Daarnaast bedreigt het de sociale cohesie binnen een samenleving. Omwille van deze nadelen is het noodzakelijk om alledaagse discriminatie aan te pakken. Eén van de mogelijke manieren is het creëren van een bewustzijn over de universaliteit van vooroordelen. Iedereen beschikt over vooroordelen, maar dit betekent niet dat we er niets tegen kunnen doen. Wanneer we ons bewust worden van onze vooroordelen kunnen we er ook voor zorgen dat het ons handelen niet beïnvloedt. In september 2017 brachten we daarom de resultaten van dit onderzoek naar buiten met een maatschappelijk debat over discriminatie tot gevolg. Bewustwording is immers de eerste stap naar verandering.

Universiteit of Hogeschool
Vrije Universiteit Brussel
Thesis jaar
2017
Promotor(en)
Pieter-Paul Verhaeghe