Zelfreflectie: volg je de ontwikkelingen of ontwikkel je jezelf?

Feline
Brantegem

Zelfreflectie: volg je de ontwikkelingen of ontwikkel je jezelf?

Brantegem Feline



‘Als ik wil reflecteren draag ik wel een fluohesje’, de weerklank van studenten verpleegkunde en pedagogie over zelfreflectie. Ondersteund door facebookgroepen als weerstand tegen de terugblik op de eigen acties als leervorm. Zelfreflectie in de praktijk, een utopische gedachte?

__________________________________________________________________________

Zelfreflectie: volg je de ontwikkelingen of ontwikkel je jezelf?



Zelfreflectie heeft intussen zijn centrale plaats gevonden binnen de opleidingen verpleegkunde en pedagogie. Toename van werkdruk, gebrek aan middelen, complexiteit van het takenpakket en diversiteit van de doelgroep dragen bij tot een sterke evolutie binnen zorg en onderwijs. Mondige cliënten en studenten dwingen ons tot het razendsnel bijstellen van de werkstrategie. Hoe kijken we naar onszelf en het eigen handelen? Hoe zetten we dit in als methodiek om vastgestelde doelstellingen te bereiken? Welk effect heeft het stilstaan bij het eigen handelen op de efficiëntie van de uit te voeren taken? Stoppen met reflecteren na de opleiding of reflectie voor alle leeftijden? Continuïteit van reflectie binnen het werkveld: utopie versus noodzaak.



Stagnering van competenties

De stagnering van competenties zoals zelfontplooiing bij verpleegkundigen worden in verschillende studies aangehaald als belemmering voor continuïteit en effectiviteit van het verpleegkundig handelen. Zelfreflectie wordt hierbij omschreven als dé te hanteren techniek waarbij eigen ervaringen geanalyseerd en kennis verworven worden. Deze methodiek kan bijdragen tot de ontwikkeling van nieuwe inzichten over het eigen professioneel handelen en gehanteerde technieken. Het kan bewustzijn creëren over de aanleiding, het doel en de consequenties van de gestelde actie. Bovendien kan zelfreflectie bijdragen tot het blijvend linken van theorie aan praktijk. In functie van burn-out preventie, een frequent vastgesteld probleem op de actuele arbeidsmarkt, kan zelfreflectie als instrument fungeren om stressvolle situaties in kaart te brengen en sociaalemotionele coping te ontwikkelen. Deze eigenschappen kunnen bijdragen tot het professioneel functioneren in de trend van de continu veranderende gezondheidszorg en levenslang leren.

Zelfreflectie in de praktijk: utopie of noodzaak?

Om een antwoord te formuleren op de stagnering van competenties en gekoppelde weerstand ten aanzien van zelfreflectie, werd een kleinschalig kwantitatief onderzoek uitgevoerd op een intensieve psychiatrische zorgafdeling. De aanwezigheid en evolutie van basiscompetenties met betrekking tot zelfreflectie bij verpleegkundigen en zorgkundigen werden geanalyseerd. Deze basiscompetenties omvatten de nood aan zelfreflectie, het engagement tot zelfreflectie, zelfinzicht en globale kritische zelfreflectie. Deze competenties werden geobjectiveerd via de Self Reflection and Insight Scale of SRIS.

Bij aanvang werd vastgesteld dat de doelgroep over een relatief aanvaardbaar niveau van basiscompetenties beschikte, dit betreft een score van meer den 50% voor elke respondent. Vrouwen scoorden hoger den mannen, evenals respondenten jonger dan 30 jaar en met minder dan 10 jaar werkervaring ten opzichte van respondenten ouder dan 30 jaar en met meer dan 10 jaar werkervaring. Tijdens een interventieperiode gedurende een anderhalve maand werden verpleegkundigen en zorgkundigen op vrijwillige basis uitgenodigd tot schriftelijke en mondelinge zelfreflectie op basis van een aangeboden werkdocument. De gebruikte reflectiemethodiek vanuit de literatuur gebaseerd op de reflectiemethodiek van Korthagen, dit als leidraad tot mondelinge zelfreflectie.

Het verplichtend karakter werd achterwege gelaten gezien de frequente rapportage als belemmerende factor tot zelfreflectie. Vanuit een 25-tal reflectiesessies werden de doelstellingen van minimaal één reflectiesessie per respondent en twee reflectiesessies per dag niet behaald.

Na deze interventieperiode werd een stijgende evolutie met een gemiddelde van 5,6% vastgesteld voor alle basiscompetenties gemeten via de SRIS. De respondenten van het mannelijke geslacht, ouder dan 30 jaar en met meer dan 10 jaar werkervaring kenden een toename waardoor een gelijk niveau behaald werd ten opzichte van de vergeleken groepen bij aanvang.



Niettemin het beperkt aantal zelfreflectiesessies, toch een globale maar relatief beperkte stijging van de competenties. Bijgevolg leidt dit wederom tot dezelfde vragen omtrent weerstand en belemmerende factoren. Hierbij dient het aspect tijd en gelegenheid, om aan zelfreflectie te doen, zich aan als struikelblok. Ook werden uit onderzoek, de in de literatuur beschreven potentiële pijnpunten geconstateerd. Het gebrek aan kennis en inzicht over de te hanteren reflectiemethodiek werden vastgesteld bij de groep ouder dan 30 jaar en dus werknemers die al een langere tijd afgestuurd zijn. Verder leidt dit tot de nood aan vorming en herhaalde uitvoering van zelfreflectie binnen de professionele praktijk. Ten slotte is er een duidelijke link met motivatie en weerstand. De afweging tussen voordelen en nadelen, kosten en baten is een mogelijk item tot twijfel om tijd te investeren in zelfreflectie. Inzicht verwerven in de doelstellingen en baten op lange termijn, in functie van eigen ervaren werkdruk en/of -last en de tevredenheid van de cliënt dient als centrale focus voor vorming gekozen te worden. Concrete facilitatie van reflectiemomenten vanuit het managementniveau en begeleiding bottom-up door een referentiepersoon op de werkvloer kunnen bijdragen tot de bereidheid van medewerkers om te participeren.



Schaarste en werkdruk: de plaats van zelfreflectie binnen deze actuele en toekomstige uitdagingen



Desalniettemin worden de middelen schaarser en wordt de werkdruk hoger, diversiteit binnen de doelgroep en complexiteit van zorgvragen leidt onomkeerbaar tot een nood aan efficiënter werken en een sterk ontwikkelde sociaalemotionele coping van medewerkers. De toename van afwezigheidcijfers op het werk door burn-out, hoge werkdruk en emotionele belasting leiden tot een aantal cruciale vraagstukken. Debat en onderzoek over alternatieve werkwijzen en het omgaan met weerstand tot zelfreflectie zijn noodzakelijk als bijdrage tot een efficiëntere taakuitvoering en een reductie van werkbelasting van medewerkers in de zorg en het onderwijs.

Download scriptie (2.18 MB)
Universiteit of Hogeschool
Hogeschool West-Vlaanderen
Thesis jaar
2017
Promotor(en)
Annelien Callens; Bart De Rocker; Jonas Uvyn