Gebaren in hun verschillende gedaantes, Belgische editie.

Babette
Maessen
  • Carmen
    Swinnens
  • Ellen
    Rombouts
  • Bram
    Vandaele

Stel dat u een verpleegkundige bent in een dagcentrum voor personen met een verstandelijke beperking. Een cliënt begint tegen u te spreken en gelijktijdig gebaren te maken. U verstaat hem niet helemaal, maar dankzij de gebaren kan u de hoofdlijnen van het verhaal volgen. Deze cliënt gebruikt SMOG, Spreken met Ondersteuning van Gebaren, om met u te communiceren. Wilt u meer weten over het gebarengebruik van personen met een verstandelijke beperking en hoe dit juist verschilt van de Vlaamse Gebarentaal, dan kan deze scriptie interessant voor u zijn.

SMOG en de Vlaamse Gebarentaal

Komt het soms voor dat u langs verschillende tv-programma’s zapt en u plots een programma tegenkomt waarbij een persoon de gesproken tekst aan het uitbeelden is? U blijft dan waarschijnlijk even kijken en probeert de overeenkomst te vinden tussen wat er uitgebeeld wordt en wat er gezegd wordt. Niet zo gemakkelijk hé? Eigenlijk bent u op zoek naar die gebaren die transparant zijn. Een transparant gebaar is een gebaar waarvan je de betekenis onmiddellijk herkent. Bijvoorbeeld het gebaar voor ‘drinken’ (figuur 1).

Figuur 1. Screenshot van het VGT-gebaar 'drinken'.

Figuur 1. Screenshot van het VGT-gebaar ‘drinken’ (Woordenboek Vlaamse Gebarentaal, 2004).

Het tegenovergestelde van een transparant gebaar, is een obscuur gebaar, bijvoorbeeld: ‘groen’ (figuur 2). Zelfs al ken je de betekenis, dan zie je het nog niet in het gebaar zelf. De figuren tonen gebaren uit de Vlaamse Gebarentaal (VGT). Deze taal wordt door de Dovengemeenschap gebruikt om te communiceren. Het is een zelfstandige taal met een eigen woordenschat en grammatica. Personen die hiervan gebruik maken, spreken niet wanneer ze aan het gebaren zijn.

Figuur 2. Screenshot van het VGT-gebaar 'groen'.

Figuur 2. Screenshot van het VGT-gebaar ‘groen’ (Woordenboek Vlaamse Gebarentaal, 2004).

Deze gebaren zijn niet hetzelfde als de SMOG-gebaren die door de personen met een verstandelijke beperking gebruikt worden. SMOG is een gebarensysteem en geen gebarentaal. Het bevat maar 500 gebaren en ze worden gebruikt ter ondersteuning van het spreken. Terwijl ze ‘pop’ zeggen, maken ze het gebaar voor ‘pop’. Hierdoor kunnen ze zichzelf beter verstaanbaar maken.

In deze scriptie vergeleken we de transparantie van de VGT met die van SMOG. De reden hiervoor was dat ze in Nederland de overgang maakten van hun specifieke gebarensysteem voor personen met een verstandelijke beperking (Weerklank) naar het gebruik van de Nederlandse Gebarentaal bij deze populatie.

Zo keken wij of het in Vlaanderen ook mogelijk is om eenzelfde woordenschat te gebruiken voor zowel doven/slechthorenden als voor personen met een verstandelijke beperking. Tot op heden zijn de gebaren van SMOG afgeleid uit de VGT en worden daarna vereenvoudigd voor de specifieke doelgroep. In Nederland toonde men aan dat dit in praktijk vaak zorgt voor een dubbele vereenvoudiging, omdat er ook nog per persoon aanpassingen gedaan moeten worden. Om dit te vermijden zouden we, als SMOG even duidelijk blijkt als de VGT, alleen met de VGT-woordenschat kunnen werken. Personen met een verstandelijke beperking kunnen dan VGT-gebaren gebruiken om hun spraak te ondersteunen. Bovendien biedt de VGT een veel grotere woordenschat aan om die gebaren uit te kiezen die belangrijk zijn voor een bepaalde persoon.

We onderzochten bij 195 typisch ontwikkelde deelnemers hoe duidelijk of transparant de gebaren uit de VGT waren. De gevonden resultaten werden daarna vergeleken met die van SMOG uit een eerdere studie. Daaruit bleek dat SMOG meer gebaren had die transparant waren, een gebaar was transparant als de helft van de deelnemers de betekenis kon raden. Daarnaast had SMOG ook meer gebaren waarvan de betekenis door een hoger percentage deelnemers werd geraden. Zo was het gebaar ‘bang’ in beide systemen transparant, maar bij SMOG werd het door 93,75% geraden en bij de VGT maar door 60%. Dat betekent dat we niet kunnen overgaan van SMOG naar de VGT om het spreken te ondersteunen.

Opvallend was wel dat er 14 gebaren transparant of herkenbaar waren in de VGT, maar niet in SMOG. Bij het tonen van het VGT-gebaar konden de deelnemers de betekenis van het gebaar raden en bij het SMOG-gebaar niet tot veel minder goed. Dit toont aan dat de vereenvoudiging van het VGT- naar het SMOG-gebaar ertoe geleid heeft dat ze minder transparant zijn geworden. Zo is te zien dat ze bij het gebaar ‘bril’ overgaan van het uitbeelden met twee handen naar het uitbeelden met één hand (figuur 3). ‘Bril’ met twee handen werd door veel meer mensen herkend dan wanneer het met één hand werd uitgevoerd. In een onderzoek uit Nederland werd bovendien beargumenteerd dat een gebaar met twee handen motorisch eenvoudiger zou zijn, maar hierover is nog veel discussie binnen de literatuur.

Figuur 3. VGT-gebaar 'bril

VGT-gebaar

Figuur 3. SMOG-gebaar 'bril'

SMOG-gebaar

Figuur 3. Gebaren voor ‘bril’ (Woorden Vlaamse Gebarentaal,2004; Meuris et al., 2014).

In deze studie werd ook een eerste aanzet gegeven voor verder onderzoek rond translucentie. Translucentie geeft weer hoe herkenbaar het verband tussen een gebaar en zijn betekenis is, nadat de betekenis is weergegeven. Onderstaand gebaar heeft op zich niet veel betekenis, maar als je weet dat het paraplu betekent, dan zie je dat meteen (figuur 4).

Dit is interessant omdat het een belangrijke rol speelt bij het leren van gebaren. Bij SMOG zijn spraak en gebaren altijd gelijktijdig aanwezig en het is belangrijk dat men het verband ziet om het gebaar te leren. Uit de resultaten bleek dat er geen opvallend verschil was tussen SMOG en de VGT in translucentie, wat betekent dat het verband tussen gebaar en betekenis in beide gevallen even makkelijk herkend wordt. Op basis hiervan zou er eventueel een overgang van SMOG naar VGT kunnen gebeuren, maar deze resultaten kunnen niet veralgemeend worden omdat het onderzoek met slechts 21 deelnemers werd uitgevoerd. Verder onderzoek werd hierrond reeds gestart.

Figuur 4. Screenshot van het VGT-gebaar 'paraplu'.

Figuur 4. Screenshot van het VGT-gebaar ‘paraplu’ (Woordenboek Vlaamse Gebarentaal, 2004).

Een overgang van SMOG naar de VGT als ondersteuning bij spreken zal nog niet voor vandaag zijn. Wel blijkt uit dit onderzoek dat er gebaren zijn in SMOG die verbeterd kunnen worden. Het belangrijkste blijft namelijk dat het spreken met gebaren zo eenvoudig mogelijk is. Of men nu spreekt met gebaren uit SMOG of de VGT, één ding staat vast: communicatie blijft de hoofdzaak.

Download scriptie (2.14 MB)
Universiteit of Hogeschool
KU Leuven
Thesis jaar
2017
Promotor(en)
Inge Zink