Selectie op uniformiteit: alle varkens zijn gelijk, maar sommige varkens zijn meer gelijk dan anderen

Wim
Gorssen

De voorbije decennia heeft de intensieve selectie op het gemiddelde voor de (re)productiekenmerken van varkens geleid tot een spectaculaire stijging van de gemiddelde (re)productiviteit. Door deze sterke selectie botsen sommige rassen tegen hun biologische grenzen. In dit opzicht kan selectie naar een verhoogde uniformiteit een oplossing bieden, waarbij een minimale variatie rond een optimale waarde wordt nagestreefd. In de Vlaamse varkenshouderij kan uniformiteit van de varkens immers belangrijke (economische) voordelen opleveren voor zowel varkenshouder, dier, verwerkende sector als consument.

Voor zeugenhouders kan uniformiteit in worpgrootte verzekeren dat de zeugen gemiddeld een hoog aantal biggen per worp krijgen, maar dat de fysiologie van de zeugen niet overschreden wordt door extreem grote worpen. Bij zulke grote worpen is de zeugenhouder genoodzaakt biggen te verleggen naar een zeug met een lager aantal biggen en een surplus aan melk. Het verleggen betekent extra werklast voor de varkenshouder en zorgt voor stress bij de biggen. Bovendien stijgen de individuele overlevingskansen (vitaliteit) van de biggen bij uniforme worpen, omdat zeer grote worpen een groter aantal fysiek zwakke biggen bevatten met een niet-levensvatbaar geboortegewicht. Voor vleesvarkenshouders zijn de prijstoeslagen die slachthuizen toekennen aan karkassen binnen een zekere gewichtsklasse een duidelijk voorbeeld van de (vele) voordelen van uniformiteit. Het afleveren van varkens met meer uniforme karkasgewichten aan het slachthuis betekent een hogere opbrengst voor de varkenshouder (Figuur 1).

Afbeelding verwijderd.

Figuur 1. Prijstoeslag in euro per kilogram koud geslacht gewicht (kdg, karkasgewicht) voor de Belgian Pork Group, de grootste slacht- en versnijdingsgroep in België.

De verwerkende sector geeft deze prijstoeslagen voor uniforme karkasgewichten natuurlijk omdat zij hier zelf ook voordeel uit halen. Een grotere uniformiteit van de varkens laat toe dat zij het slacht- en verwerkingsproces verder kunnen automatiseren. Uniformiteit is ook een gewenste eigenschap voor de kwaliteit van het varkensvlees. Een consument verwacht een kwaliteitsvol product en wil dat dit product altijd dezelfde kwaliteit heeft. Dit is zeker het geval als dit product verbonden is aan een kwaliteitslabel (bv. Certus).

Via het management wordt al jarenlang geprobeerd om de uniformiteit van de varkens te verhogen. Denk hierbij aan het aftoppen van varkens voor levering aan het slachthuis (uniform karkasgewicht) of de opkomst van de precisievoedering van varkens (uniforme groei). In deze thesis is echter onderzocht of het mogelijk is om de uniformiteit niet via het management te verhogen, maar via selectie. Selectie is pas mogelijk als een kenmerk een onderliggende genetische basis heeft. In dit onderzoek is voor enkele productiekenmerken bij vleesvarkens onderzocht of ze een genetische basis voor uniformiteit bevatten, en of het bijgevolg mogelijk is om te selecteren op de uniformiteit van deze kenmerken.

Verder zijn – analoog aan de gangbare selectie – fokwaardeschattingen berekend voor Piétrain vaderberen voor zowel de uniformiteit als voor het gemiddelde. Deze fokwaardeschattingen geven aan wat de verwachte genetische aanleg van een beer is voor een bepaald kenmerk ten opzichte van een ‘gemiddelde’ beer.

Een voorbeeld van zulke fokwaardeschattingen uit deze thesis is gegeven in Figuur 2, voor het gemiddelde van het kenmerk slachtleeftijd. De beste beer heeft een fokwaardeschatting van -10 dagen voor slachtleeftijd. Dit wilt zeggen dat de biggen van deze beer gemiddeld 5 dagen eerder geslacht zullen worden dan de biggen van een gemiddelde beer met een fokwaardeschatting van 0 dagen. Deze geschatte slachtleeftijd is slechts 5 dagen eerder – en geen 10 dagen – omdat een beer slechts zorgt voor de helft van de genetica van een big. De andere helft komt van de zeug. Analoog aan deze fokwaardeschattingen voor het gemiddelde zijn ook fokwaardeschattingen berekend voor de uniformiteit van de kenmerken.

Afbeelding verwijderd.

Figuur 2. Fokwaardeschattingen (FWS) van beren in dagen t.o.v. het gemiddelde van de slachtleeftijd. Ieder punt komt overeen met één beer met een bijhorende fokwaardeschatting.

De berekening van genetische parameters en fokwaardeschattingen voor uniformiteit gebeurde met data van de Vlaamse Piétrain Fokkerij voor de kenmerken gemiddelde dagelijkse (jeugd)groei, slachtleeftijd, MBI (Meat Building Index; de economische waarde van het karkas) en vleespercentage. Tot nader order is deze thesis het eerste onderzoek dat genetische parameters voor uniformiteit bestudeerde voor deze kenmerken bij varkens. De genetische parameters en de fokwaardeschattingen zijn berekend voor zowel het gemiddelde als de uniformiteit via een dubbel kwantitatief genetisch model, het zogenaamde  ‘double hierarchical generalized linear model’ (DHGLM).

De resultaten van dit onderzoek tonen aan dat de kenmerken een genetische basis voor uniformiteit bevatten. Volgens de berekeningen kan één generatie van selectie al leiden tot een aanzienlijke stijging van de uniformiteit van de kenmerken met 11 tot 17%. De erfelijkheidsgraden voor uniformiteit zijn echter laag (0.6 tot 1.5%). Deze lage erfelijkheidsgraden houden in dat de betrouwbaarheid – de precisie – van de fokwaardeschattingen voor uniformiteit in het algemeen laag zijn.

Verder is ook een economische simulatie uitgevoerd voor karkasgewicht. Uit deze analyse blijkt dat uniformiteit een duidelijke economische meerwaarde geeft voor het karkasgewicht (Figuur 3). Dit komt omdat dit kenmerk een economisch optimum heeft: karkassen tussen 85 en 95 kilogram krijgen de hoogste prijs per kilogram (Figuur 1). Hierdoor is het economisch interessant om zoveel mogelijk varkens binnen dit economisch optimum te krijgen, dus de uniformiteit te verhogen. Bij een basisprijs van 1 euro per kilogram en een standaardafwijking die 20% lager ligt, stijgt de gemiddelde opbrengst met 5.40 euro per varken. In de Vlaamse varkenssector worden jaarlijks meer dan 10 miljoen varkens geslacht. Een stijging in uniformiteit met 20% van het karkasgewicht leidt bijgevolg tot een mogelijk voordeel van meer dan 50 miljoen euro per jaar voor de Vlaamse varkenshouders.

Afbeelding verwijderd.

Figuur 3. Illustratie van het economisch belang van uniformiteit voor karkasgewicht. Data werden gesimuleerd met een normaalverdeling van 1000 nakomelingen per beer met een zeker populatiegemiddelde (x-as) en standaardafwijking (sd in legende) bij een basisprijs van 1 euro per kg.

Deze thesis heeft aangetoond dat selectie op uniformiteit van productiekenmerken bij varkens mogelijk is. Bovendien blijkt dat uniformiteit voor bepaalde kenmerken (economisch) zeer interessant is voor alle actoren doorheen de keten. Dit opent de deur naar de toepassing van selectie voor een verhoogde uniformiteit in de praktijk in de (nabije) toekomst.

Universiteit of Hogeschool
KU Leuven
Thesis jaar
2017
Promotor(en)
Dr. Ir. Steven Janssens en Prof. Nadine Buys