Stroming aan de kust: theorie vs. praktijk

Emiel
Van Driessche

Problematiek

In de cursus van redders die in opleiding zijn in Blankenberge, wordt gesteld dat de kentering van de vloedstroom naar de ebstroom drie uur na hoogwater gebeurt ter hoogte van onze Belgische kust. De kentering is het moment waarop een verandering van de stromingsrichting van het zeewater plaatsvindt.  De vloedstroom stroomt in oostnoordoostelijke richting, de ebstroom stroomt in westzuidwestelijke richting. In theorie is op het exacte tijdstip van de kentering de snelheid van het water gelijk aan nul. In de praktijk duwen de ebstroom en de vloedstroom tegen elkaar in totdat één van de twee stromingen gaat overheersen. De kentering gebeurt geleidelijk aan.

Eb- en vloedstroming



Deze cursus wordt uitgegeven door het West-Vlaams opleidingscentrum voor Brandweer-, Reddings- en Ambulancediensten (WOBRA). In de praktijk merkt men dat deze waarde in de cursus niet altijd klopt en dat in realiteit deze kentering soms al 10 minuten na hoogwater kan worden vastgesteld in de badzone van Blankenberge.

 

 

Waarom is een goede kennis van getijstromingen belangrijk?

Omdat redders in Blankenberge pas door ondervinding in de praktijk merken dat de aangeleerde theorie niet overeenstemt met de realiteit, kan een nog onervaren redder een inschattingsfout maken van de heersende stromingen. Dit is bijvoorbeeld belangrijk wanneer een redder naar een drenkeling toe moet zwemmen. Indien de redder tegen de stroom in zwemt, wordt de drenkeling veel trager bereikt dan in het geval hij met de stroom mee zwemt. Bovendien wordt er aan de hand van de heersende getijstromingen geëvalueerd welke zones binnen de badzone van Blankenberge strenger moeten worden bewaakt. Een goede kennis van de getijstromingen is daarom van levensbelang.

Drenkeling

 

Onderzoek door het Waterbouwkundig Laboratorium

In 2013 werd dit fenomeen reeds onderzocht door het Waterbouwkundig Laboratorium. Uit dit onderzoek kon worden geconcludeerd dat er inderdaad een verschil bestaat tussen de waargenomen en theoretische kentering na hoogwater in Blankenberge. Deze studie werd echter nooit officieel gepubliceerd, waardoor de theorie in de cursus van WOBRA ook nooit werd aangepast.

Onderzoeksvragen

Het doel van deze thesis is om de bevindingen van het onderzoek van het Waterbouwkundig Laboratorium te repliceren, door middel van een zelf ontworpen meettoestel. Een potentiële bevestiging van de bevindingen van het Waterbouwkundig Laboratorium versterkt het dossier om een wijziging in de cursus van WOBRA door te voeren.

De centrale onderzoeksvragen zijn als volgt:

  • Kan met een zo goedkoop mogelijk zelfgebouwd meettoestel de kentering na hoogwater worden waargenomen?
  • Bevestigen deze waarden de bevindingen van de studie van het Waterbouwkundig Laboratorium?
  • Zijn de gegevens over de getijstromingen in de cursus van WOBRA correct?


Onderzoeksmethode

In deze thesis wordt onderzocht of de kentering na hoogwater kan worden bepaald door middel van een zelfgebouwd meettoestel. Daarbij worden negen verschillende prototypes ontwikkeld die, naargelang de hoeveelheid verworven kennis, steeds werden verfijnd en goedkoper werden. Uiteindelijk werd er gekozen voor een drifterboei die los in het water wordt geplaatst, met de stroming meedrijft en zijn posities registreert. Voor het praktisch onderzoek werd deze drifterboei gedurende enkele uren voor en na hoogwater ter hoogte van de badzone van Blankenberge geplaatst om de overgang van de vloedstroom in de ebstroom waar te kunnen nemen. Wanneer de drifterboei de afstand tussen twee opeenvolgende golfbrekers had afgelegd, werd deze uit het water gehaald met een reddingsboot en terug op zijn beginpositie geplaatst. Wanneer de vloedstroom overgaat in de ebstroom vermindert de stroomsnelheid geleidelijk aan. Ook de verandering van richting gebeurt niet plots, maar verloopt in verschillende stadia. De drifterboei drijft met de stroming mee. Uit de geregistreerde posities kon worden afgeleid hoe de richting en snelheid van de stroming in tijd verandert. Uit deze gegevens kon het tijdsinterval waartussen de kentering plaatsvond worden bepaald.

Drifterboei

Resultaten

Het onderzoek leverde volgende resultaten op:

  • De vloedstroom, de gemiddeld oostnoordoostelijke stroming richting Nederland, stopt vanaf 00:36:00 na hoogwater in de badzone van Blankenberge.
  • De ebstroom, de gemiddeld westzuidwestelijke stroming richting Frankrijk, begint vanaf 01:28:00 na hoogwater in de badzone van Blankenberge.
  • De kentering vindt plaats ergens tussen 00:36:00 en 01:28:00 na hoogwater in de badzone van Blankenberge.

 

Conclusie

Deze resultaten bevestigen de bevindingen van het Waterbouwkundig Laboratorium. Deze thesis bewijst dat het eerder gesteld wetenschappelijk onderzoek door het Waterbouwkundig Laboratorium repliceerbaar is en dat de bevindingen wetenschappelijk correct zijn. De stelling in de cursus van WOBRA dat de kentering ter hoogte van de Belgische kust pas drie uur na hoogwater gebeurt is daarom met zekerheid niet correct in de badzone van Blankenberge. 

 

 

Download scriptie (53.57 MB)
Universiteit of Hogeschool
Hogere Zeevaartschool Antwerpen
Thesis jaar
2017
Promotor(en)
Deirdre Luyckx
Kernwoorden