Verkeerd voorgesorteerd. Over de genderkloof in politiek zelfvertrouwen.

Sjifra
de Leeuw

Meisjes hebben minder vertrouwen in hun capaciteit om te participeren in de politiek dan jongens. Dat is problematisch, want dit politiek zelfvertrouwen is bepalend voor de mate waarin zij als volwassenen geneigd zijn te participeren in de politiek. In mijn masterproef Sociologie onderzocht ik de oorzaken van deze genderkloof.

Vrouwen en politiek. Een niet altijd even gemakkelijke combinatie. Genderverschillen zijn op vrijwel alle dimensies van politieke attituden zichtbaar. En dit vormt een grote, in termen van politieke participatie (stemmen, contact met politici, maar ook zich verkiesbaar stellen etc.), want wie niet het gevoel heeft iets nuttigs te kunnen bijdragen, zal ook niet geneigd zijn zijn of haar stem te laten horen.

De meeste politieke verschillen tussen mannen en vrouwen kunnen herleid worden tot politiek zelfvertrouwen, ofwel internal political efficacy. Over de oorzaken van de genderkloof in politiek zelfvertrouwen is echter minder bekend, maar duidelijk is dat vrouwen minder zelfvertrouwen hebben over hun capaciteit deel te nemen aan de politiek te begrijpen dan mannen. Logisch, stelt het meeste onderzoek. Vrouwen hebben een minder bevoordeelde positie op maatschappelijk vlak en zijn drukker bezig met andere zaken, zoals het huishouden of het onderhouden van een gezin. Ondanks het feit dat deze visies op de maatschappelijke rol van vrouwen redelijk conservatief is, is ze nog steeds het uitgangspunt in het meeste onderzoek dat naar dit vraagstuk is gedaan. Deze onderzoeken bevestigen eigenlijk wat we al weten, namelijk dat dergelijke veronderstellingen ontoereikend zijn om de verschillen in politiek zelfvertrouwen tussen mannen en vrouwen te verklaren.

Om die reden onderzocht ik in mijn masterproef een andere mogelijke verklaring voor het gebrek aan politiek zelfvertrouwen bij vrouwen, namelijk de politieke opvoeding die hieraan vooraf gaat. Op die manier hoopte ik een antwoord te formuleren op de vraag wanneer en hoe deze genderkloof tot stand komt.

De genderkloof is al aanwezig bij jongeren

Vrouwen hebben het te druk met andere zaken om zich bezig te houden met de politiek, zo luidt een terugkerend argument in discussies over politiek zelfvertrouwen. Er is echter weinig wetenschappelijke steun voor deze claim. Een mogelijke verklaring voor dit gebrek aan bevindingen is dat deze genderverschillen al ontstaan in de jeugd. Dat wordt ook bevestigd in mijn onderzoek. Zo bleek dat de genderkloof al aanwezig is onder de jongste deelnemers (16 jaar) in de survey (Belgian Political Panel Survey) waarvan ik gebruik maakte. In 2008 hadden zestienjarige jongens reeds meer politiek zelfvertrouwen dan zestienjarige meisjes en deze kloof nam in 3 jaar tijd (meting in de 2011 survey) toe, noch af. Aan een gebrek aan tijd of een te groot engagement in het onderhouden van het gezin, kan dit echter niet liggen. Op een enkele uitzondering na, hebben zestienjarige meisjes namelijk geen gezin om te onderhouden. Vrouwen hebben dus minder politiek zelfvertrouwen dan mannen, omdat zij dit in hun jeugd ook al hadden.

De interactie met de ouders is bepalend

Maar wat veroorzaakt deze genderverschillen dan bij jongeren? Al in de vroege kindertijd worden jongens en meisjes vaak via hun ouders geconfronteerd met ideeën over wat typisch mannelijk en typisch vrouwelijk is. In dit proces worden meisjes aangemoedigd om eigenschappen en gedrag aan te leren dat conform is aan de genderrol die hen wordt opgelegd. Zo wordt meisjes geleerd gehoorzaam en bescheiden te zijn, daar waar jongens worden aangemoedigd assertiviteit en zelfvertrouwen te tonen. Ik verwachtte dan ook dat deze genderrol socialisatie zich ook zou vertalen naar gegenderde politieke socialisatieprocessen. Hierdoor zouden bijv. de middelen die er binnen een gezin aanwezig zijn (gemeten a.h.v. sociaaleconomische status) om politiek zelfvertrouwen aan te moedigen minder succesvol zijn in het faciliteren van het politiek zelfvertrouwen van meisjes, dan dat van jongens.

Figuur 1: Politiek zelfvertrouwen naargelang sociaaleconomische achtergrond.

Figuur 1

Bron: Belgian Political Panel Survey 2008-2011. Schaal: 1 = lage sociaaleconomische status ouders, 7 = hoge sociaaleconomische status ouders.

Deze hypothese wordt inderdaad bevestigd in de analyses. Zo kun je in Figuur 1 zien dat het verschil tussen jongens en meisjes vrijwel niet aanwezig is voor jongeren met de laagstopgeleide ouders (waarde 1), terwijl ze redelijk groot is voor jongeren met de hoogstopgeleide ouders (waarde 7). De opvoeding door ouders lijkt dus bepalend te zijn voor genderverschillen in politiek zelfvertrouwen.

 

De genderkloof houdt zichzelf in stand

De wetenschappelijke literatuur is redelijk optimistisch wat betreft deze genderverschillen en verwacht dan ook dat meisjes deze achterstand wel zullen inhalen op school of door bijvoorbeeld over politiek te discussiëren met vrienden.

Figuur 2: Politiek zelfvertrouwen naargelang politieke interesse.

Figuur 2

Bron: Belgian Political Panel Survey 2008-2011. Schaal: 1= geen politieke interesse 4= veel politieke interesse

Helaas klopt deze gedachte niet. De genderverschillen die ontstaan in interactie met ouders, worden enkel in stand gehouden door het aanmoedigen van politieke discussie, politieke interesse e.d. Daar waar sociaaleconomische achtergrond namelijk wél uitmaakte voor de breedte van de genderkloof, blijkt uit Figuur 2 dat de genderkloof even groot is voor jongeren met weinig politieke interesse (waarde 1) als voor jongeren met veel interesse (waarde 4). Hetzelfde ging op voor de resultaten wat betreft politieke discussie met vrienden.

De rol van de ouders is cruciaal      

De problematiek omtrent genderverschillen in politiek zelfvertrouwen is genest in een veel dieper maatschappelijk fenomeen, namelijk genderstereotypen. Meisjes hebben minder zelfvertrouwen dan jongens. En ook op politiek vlak heeft dat consequenties. Op basis van deze studie kunnen we concluderen dat vooral de ouders hun stempel drukken op genderverschillen in politiek zelfvertrouwen. De rol van ouders manifesteert zich in veel verschillende vormen, van de keuze van speelgoed tot het voorbeeld dat zij zelf geven over de rolverwachting van jongens en meisjes. Bijgevolg zullen zij dan ook het meest kunnen bijdragen aan het politiek zelfvertrouwen van hun dochters, zodat tegen de tijd dat ze volwassen zijn, ze evenveel politiek zelfvertrouwen hebben als hun mannelijke tegenhangers.

Download scriptie (1.34 MB)
Universiteit of Hogeschool
KU Leuven
Thesis jaar
2017
Promotor(en)
Prof. Dr. Ellen Claes