Ruzie? Gemakkelijk opgelost!

Paulien
Herm
  • Lena
    Ballegeer
  • Evelien
    Denys

Stel u voor… Aan de schoolpoort wordt u aangesproken door de juf/meester dat uw kind betrokken was bij een ruzie. Vuile woorden en geweld namen de bovenhand. U zucht, want dit is niet de eerste keer. Ook de leerkracht(en) weten niet meer hoe ze dit telkens weer moeten aanpakken.

In de huidige maatschappij zijn we allemaal een voorbeeld voor elkaar, althans dat zouden we moeten zijn. Eén van de belangrijkste uitdagingen binnen die maatschappij is je verbonden voelen met iets of iemand. Je kan je verbonden voelen met jezelf, anderen, materiële zaken, de groep en de natuur/het levensgeheel. Pas wanneer je die band zelf ervaart, kan je die (h)erkennen bij een ander. Wanneer je je verbonden voelt met één van de voorgaande elementen, krijg je er niet alleen voeling mee, maar krijg je er ook respect voor. Verbondenheid ontstaat dus niet zomaar. Het is een proces waaraan gewerkt moet worden. In onze huidige maatschappij wordt hiervoor vaak naar het onderwijs gekeken.  

Om een ruimere blik te werpen en een concrete betekenis aan verbondenheid te geven, verdiepten we ons in drie modellen van verbondenheid. We deden beroep op het appelboommodel en de omgevingscirkels van Anouk Depuydt  Deboutte, 2004). Ook de preventiepiramide van Johan Deklerck  (Deklerck, 2010) raadpleegden we. Voornamelijk deze laatste inspireerde ons om het probleem aan te pakken .

Preventiepiramide

Figuur : De preventiepiramide (Deklerck, De preventiepiramide, 2010)

De preventiepiramide is een model waarbij de nadruk niet ligt op het aanpakken van een probleem, maar eerder op de preventie ervan. De bedoeling is dus ervoor zorgen dat het probleem zich niet kan voordoen. De piramide is een hulpmiddel om diverse maatregelen te ordenen binnen de vijf verschillende niveaus van de preventie. Eén van de basisprincipes van het model is het betrekken van de maatschappelijke context.

De lagere school Leiebloem in Machelen (Zulte) merkte op dat er regelmatig conflicten waren tussen leerlingen op de speelplaats. Zij stelden ons de vraag hoe ze hiermee best konden omgaan. Wij verdiepten ons verder in deze problematiek en onderzochten theorieën omtrent herstelgericht werken, verbindende communicatie, peer mediation en het gebruik van een time-outhoek.

Herstelgericht werken is een methodiek die gebaseerd is op enerzijds het overtreden van regels en afspraken en anderzijds op het herstellen van de band met de ander na een ruzie. Het ontwikkelen van respect, verantwoordelijkheid en empathie staan hierbij centraal.

Verbindende communicatie is gemakkelijk te linken aan herstelgericht werken. Dit is een taal die erop gericht is om de band met elkaar te herstellen. De communicatie is gebaseerd op feiten, gevoelens en gedachten. Op die manier verloopt het gesprek tussen de betrokken partijen eerlijk door.

Een time-outhoek is een plek waar kinderen na een ruzie tot rust kunnen komen. Nadien kunnen ze op een rustige manier met elkaar een herstelgesprek voeren. Zo kan de band met elkaar opnieuw hersteld worden, waardoor het principe van de time-outhoek ook bij de voorgaande begrippen past.

Peer mediation is een techniek die erop berust dat kinderen een herstelgesprek aangaan. Dit doen ze onder begeleiding van een leerling die zich neutraal opstelt binnen de afgespeelde ruzie. Dit is vaak iemand die door een leerkracht in een werkgroep wordt ondersteund.

Bovenstaande theorieën koppelden we aan de structuur van de preventiepiramide van Johan Deklerck. Zo kwamen we tot de volgende onderzoeksvraag: “Hoe kunnen we de positieve omgang met elkaar versterken op de speelplaats bij de leerlingen van de bovenbouw ?”.

Op basis van de literatuur creëerden we een eigen methode, namelijk de geef-elkaar-de-hand-methode. De methode verstrekt de positieve omgang met elkaar. Herstelgericht werken en verbindende communicatie staan centraal. Onze uitgewerkte methode is gesymboliseerd door een hand. Elke vinger is een stap naar herstel/verzoening. Wat start bij de vuist, eindigt bij een open hand zodat beide partijen elkaar de hand kunnen geven. We kozen voor de hand als symbool, omdat het iets herkenbaar is voor kinderen. De kinderen hebben het ook steeds bij. De eigen gevoelens, maar ook die van een ander zijn belangrijke stappen om tot een oplossing te komen.

̶            duim: Wat is er gebeurd?

̶            wijsvinger: Wat dacht ik? Wat voelde ik?

̶            middelvinger: Wat dacht de ander? Wat voelde de ander?

̶            ringvinger: Hoe kunnen we dit oplossen?

̶            pink: Kunnen we weer verder.

De gesprekken kunnen plaatsvinden in een hoek die daarvoor speciaal gecreëerd is. Deze berust op het principe van de time-outhoek. Wij bouwden zo’n hoek op een lagere school met de leerlingen van het 5e en 6e leerjaar. Wij dachten op voorhand een bouwplan uit in samenwerking met het schoolteam. De kinderen schuurden, verfden, zaagden, vezen, … de volledige hoek zelf in elkaar onder onze begeleiding. De hoek werd afgewerkt met een afdruk van hun handen als verwijzing naar de methode.

Onze methode is een manier om ruzies op te lossen. Laat u echter niet vangen, dit is niet dé enige juiste methode die voor iedereen zal helpen. Het is wel een leidraad om een ruzie op een effectieve en efficiënte manier op te lossen. Het is een methode waar jong en oud zelf mee aan de slag kunnen gaan. Ruzies bespreekbaar maken, moet kunnen!

Download scriptie (8.84 MB)
Universiteit of Hogeschool
VIVES Hogeschool
Thesis jaar
2017
Promotor(en)
Sofie Dossche
Thema('s)