Coöperatieve werkvormen integreren in de les Frans (tweede graad ASO)

Anke
Baeyens

Wat zegt de literatuur?

De grootste inspiratiebron achter mijn wetenschappelijk project is Dr. Spencer Kagan. Hij houdt zich al heel lang bezig met het bestuderen van didactische werkvormen, en meer specifiek met het bestuderen en bedenken van nieuwe coöperatieve werkvormen die samenwerking tussen leerlingen stimuleren. Uit zijn werken en ook gebaseerd op andere bronnen, kan ik besluiten dat coöperatief leren heel wat positiefs teweegbrengt bij leerlingen. Zo krijgen leerlingen meer de kans om aan het woord te komen, maar toch wordt de spreekdrempel verlaagd aangezien ze steeds in kleine groepjes van meestal vier leerlingen gaan werken. Doordat leerlingen gaan samenwerken met leerlingen die ze misschien nog niet zo goed kennen, worden er nieuwe contacten gelegd en hieruit kunnen dan ook nieuwe vriendschappen groeien. Leerlingen leren niet alleen nieuwe zaken over elkaar, maar ze leren ook veel van elkaar, want ze gaan hun kennis met elkaar delen. Aangezien het voor hen leuk is om eens in groep te mogen werken, zijn de coöperatieve werkvormen ook in staat om leerlingen te motiveren. Leerlingen hebben nood aan afwisseling en beweging, en dit is dan ook precies waar coöperatief leren op inzet. Heel wat positiefs dus, maar is het in praktijk ook allemaal zo mooi?

Ervaringen tijdens stage

De praktijk voerde ik uit in het eerste jaar van de tweede graad (ASO), economie. Aangezien de leerlingen gekend zijn als niet zo enthousiast en eerder passief en afwachtend, besliste ik om mijn praktijk in die klas uit te voeren. Zonder dat de leerlingen echt op de hoogte waren van wat ik ging uitproberen met hen, voerde ik gedurende mijn stage drie coöperatieve werkvormen uit. Ik deed dit rustig en gestructureerd zodat de leerlingen zich niet ongemakkelijk zouden gevoeld hebben. Ik probeerde de werkvormen “Hoeken, Vragencarrousel met strookjes en Drie-Stappen-Interview” uit. Deze drie werkvormen waren vooral gericht op spreekvaardigheid. Aangezien leerlingen toch moeite hebben met het spreken van een vreemde taal, en zeker Frans, wou ik hen echt aan het spreken zetten en wou ik hen vooral even de kans geven om Frans te beleven op een andere manier. Ik denk dat dit wel aardig goed gelukt is, want ik heb zowel van de leerlingen als van mijn mentor heel positieve commentaar gekregen. Om concreter na te gaan wat alle partijen er echt van vonden, heb ik bevragingen afgenomen. Hieronder zijn de resultaten van de leerlingen te vinden. Afbeelding verwijderd.

De groene strookjes stellen alle leerlingen voor die enkel en alleen maar positief waren over de werkvormen die ik uittestte. De oranje zijn geven de leerlingen weer die zowel positieve -als negatieve commentaar hadden en de rode stellen dan logischerwijs de leerlingen weer die helemaal niet voor samenwerken te vinden zijn. Per staafje wordt ook weergegeven wat leerlingen er juist wisten over te zeggen. Zo kwam heel vaak aan bod dat ze samenwerken leuk vinden en dat ze het graag nog meer zouden doen.

Ook uit de bevragingen van de leerkrachten is gebleken dat het coöperatief leren zeker geapprecieerd wordt. Leerkrachten zouden het graag vaker integreren in hun lessen, maar dat is soms niet altijd even makkelijk. Vaak ontbreekt er tijd en ook moeten de collega’s achter die onderwijsvisie staan om echt goed te werk te kunnen gaan.

Download scriptie (1.95 MB)
Universiteit of Hogeschool
Odisee
Thesis jaar
2017
Promotor(en)
Bart De Winter
Thema('s)