Naar een "ouderwijs" onderwijs.

Elisabeth
van Daele

Ouderbetrokkenheid is hot news.  Denk maar aan Bart Somers die onlangs oudercontacten verplicht wou maken om ouders meer te betrekken bij de schoolloopbaan van hun kinderen.  Ouders die niet opdagen zouden dan een “kleine boete” krijgen…

Kinderen en jongeren genieten optimale kansen als ze kunnen opgroeien in een grote waaier van sociale contexten waarin ze zich op hun eigen individuele manier kunnen ontplooien en op zoek kunnen gaan naar hun eigen talenten.  Elke volwassene in het leven van een kind speelt mee een rol in die ontplooiing.  In de eerste plaats de ouder,  die zorg draagt voor het kind tot hij of zij de volwassenheid bereikt.  Tijdens deze periode komen ouders met heel wat “partners” in contact,  die tijdelijk of langdurig mee instaan voor de invulling van één of meerdere taken in de opvoeding van een kind/jongere. 

Een andere belangrijke partner is de school die samen met ouders de groei  van kleuter tot jongvolwassene vorm geeft.  Partnerschap veronderstelt een “gedeelde” verantwoordelijkheid maar net daar loopt het bij sommige gezinnen vaak mis.  De relatie tussen ouder en school kan door allerlei factoren onder de nodige druk komen te staan.

Toch is deze betrokkenheid voor onze kinderen van wezenlijk belang voor hun onderwijsloopbaan.  Door allerlei initiatieven te nemen proberen beleid en scholen een participatief schoolklimaat te stimuleren.  Desondanks blijven sommige ouders zéér moeilijk tot niet bereikbaar. 

Hoe breng je deze mensen bij elkaar als opvoeding geen individuele opdracht van ouders is maar van alle mensen en bijgevolg dus ook de school?

Ouderbetrokkenheid en kwetsbare gezinnen

Er zijn heel wat  theoretische modellen ontwikkeld rond dit onderwerp.  Scholen kunnen ze hanteren om de kwantiteit en kwaliteit van ouderbetrokkenheid en -participatie te installeren of te verbeteren. 

Ouders die niet participeren en/of betrokken zijn, zijn soms niet op de hoogte van het reilen en zeilen op school maar de school zelf blijft ook in het ongewisse over de kennis die ouders over hen bezitten.  Miscommunicatie leidt tot misverstanden wat de relatie alleen maar ondermijnt.

We mogen hierbij niet vergeten dat er veel elementen zijn die deze gezinnen,  die vaak een maatschappelijke kwetsbaarheid met zich meedragen, beletten om actief deel te nemen aan schoolse activiteiten zoals bijvoorbeeld oudercontacten, schoolfeesten,  opendeurdagen,  ouderraden enz.. Financiële moeilijkheden, een klein en soms geen sociaal netwerk zijn volgens verschillende onderzoeken grote obstakels om ouderlijke betrokkenheid op de school aan de dag te leggen.  Toch wijzen interviews en onderzoeken van onder meer Unicef België erop dat jongeren en ook ouders zich heel goed bewust zijn van de draagwijdte van een goede schoolcarrière.  Men kan hier door besluiten dat er zeker betrokkenheid heerst zowel onder jongeren als ouders.

Volgens Vettenburg (2016-2017) zijn de culturele kenmerken van een gezin de doorslaggevende factor in het mislopen en opbouwen van sociale bindingen met onze maatschappelijke instellingen.  Dat maakt dat wij beleidsmatig hierin ook een grote verantwoordelijkheid dragen om daar verandering in te brengen.  Een synoniem voor maatschappij is samenleving.  Samen leven impliceert dat we er samen voor zorgen dat iedereen zijn plekje in de maatschappij vindt.  Doen we dat tegenwoordig niet te weinig?

Als gezinswetenschapper kan je een kind in armoede niet loskoppelen van zijn thuissituatie en zijn ouders.  Daarbij betekent schoolse betrokkenheid net in relatie treden met school, ouders én jongeren. 

Vanuit dat opzicht is het belangrijk om te bekijken hoe men deze relaties versterkt en er een vertrouwensband wordt opgebouwd tussen de school en ouders.   Zodat er vanuit een laagdrempelige maatschappelijke instelling een opening wordt gecreëerd om andere sociale bindingen aan te gaan opdat alle gezinnen, ongeacht hun culturele kenmerken, in hun eigen kracht kunnen staan.

De “Ouderwijzer”

Het concept van een “ouderwijzer” die in mijn eindproef wordt voorgesteld werkt op microniveau met gezinnen zodat de relaties tussen school én andere welzijnsvoorzieningen worden versterkt.  Een gezamenlijk overleg tussen deze schakelfiguren kan ervoor zorgen dat er beleidsaanbevelingen gebeuren op het lokale sociale beleid die dan op hun beurt verder kunnen uitgedragen worden op gemeenschap, gewestelijk en federaal niveau.

Download scriptie (2.32 MB)
Universiteit of Hogeschool
Odisee
Thesis jaar
2017
Promotor(en)
Melina Gorrebeeck
Thema('s)