'Aandacht voor ongelijkheid in islam mag ons niet afleiden van glazen plafond in eigen samenleving'

Sébastien
Dewailly

“Het glazen plafond omvat een metafoor die de onzichtbare barrières aanduidt die vrouwen tegenhouden in het verkrijgen van topfuncties binnen bedrijven en overheidsdiensten. Er wordt gesproken over een glazen plafond, omdat het te onderscheiden valt van andere, zichtbare barrières als ervaringseisen en opleidingseisen.” – Wikipedia.

Ik zou graag willen reageren op het interview van Iraans-Belgische vrouwenrechtenactiviste Darya Safai en een oproep doen naar onze politieke leiders. Darya Safai vindt dat we “gerust wat banger mogen zijn voor het oprukkende Islamisme in Europa en in België”. Goed, dat is een interessant en noodzakelijk debat, maar ik vind dan ook wel dat we gerust eens wat meer naar onze eigen gebreken mogen kijken en dat alle politici– van links tot rechts – daar wat meer aandacht aan moeten geven. Het glazen plafond op lokaal niveau is daar een goed voorbeeld van: vandaag hebben we 12,6% vrouwelijke burgemeesters voor 5.754.083 vrouwen in België.

“Toen ik het Atomium in het echt zag, wist ik: dit is mijn vrijheidsbeeld.” – dat snap ik volledig vanuit haar perspectief, maar toch zijn we nog ver van een volmaakt vrijheidsbeeld. Onze politieke leiders zouden daarom evenveel aandacht moeten hebben voor de onvolmaaktheden in onze eigen samenleving (die niets met de Islam te maken hebben) als voor de hoofddoek en de Islam. Vandaag lijkt het ‘hoofddoekendebat’ en ongelijkheid binnen de Islam wel het debat van de eeuw. Maar wat met de ondervertegenwoordiging van vrouwen in onze samenleving? We kunnen zoveel met de vinger wijzen naar de Islam als we willen, de profetieën van Mohammed hebben hierbij niets mee te maken.  

Ongelijke samenleving

Vrouwen vormen de helft van de mensheid, maar toch is er een ongelijke verdeling van de politieke macht in de meeste hedendaagse democratieën. 21,8% van de parlementsleden in de wereld zijn vrouwen, en maar slechts 7,8% van de regeringsleiders en 5,9% van de staatshoofden zijn vrouwen. En ook in België scoren we slecht op vlak van genderpariteit. In België waren er op 1 januari 2017 5.754.083 vrouwen. Dat wil zeggen dat de Belgische bevolking voor 50,9% uit vrouwen bestaat. Nochtans is pariteit nog op geen enkel politiek niveau bereikt in België. Zowel op federaal niveau, bij de gewesten en gemeenschappen, provinciaal en gemeentelijk niveau is er nog geen paritaire samenstelling van de parlementen/regeringen/colleges (met uitzondering van de Brusselse Gewestregering die wel 50% vrouwen telt). Maar de vrouwelijke vertegenwoordiging in België is het laagst op gemeentelijk niveau. Er zijn momenteel in de Vlaamse gemeenten 36,2% vrouwelijke gemeenteraadsleden en 33% vrouwelijke schepenen. Naar vrouwelijke burgemeesters is het ver zoeken: slechts 12,7% van de Vlaamse burgemeesters is een vrouw. Dit is een echte doorn in het oog van onze representatieve democratie. Die afwezigheid van vrouwen in machtsposities betekent dat de belangen van vrouwen ernstig ondervertegenwoordigd worden in het politieke besluitvormingsproces. Ook al hebben mannen en vrouwen gelijke politieke rechten en bestaan er vrouwen die belangrijke politieke functies vervullen, zijn vrouwen als groep nog steeds ondervertegenwoordigd in de politieke besluitvormingsprocessen.

Twee stappen vooruit, één stap achteruit

Toch is er een zekere evolutie waarneembaar. Zowel in de gemeenteraad als in het schepencollege en in het aantal vrouwelijke verkozenen is er een trage – maar gestage – evolutie. Maar vooral in gemeenten die vrouwen inzetten op zichtbare posities (zoals het schepencollege bv.) blijken meer vrouwen verkozen te worden. Dit betekent dus dat naarmate meer vrouwen zichtbaar zijn er ook meer vrouwen verkozen worden. Zichtbare posities zijn dus belangrijk om op in te zetten. In dat opzicht zou de Vlaamse Regering in het nieuw decreet ‘lokaal bestuur’ een quota voor een gelijke vertegenwoordiging van mannen en vrouwen in het schepencollege kunnen opnemen, een beetje naar analogie met die in raden van bestuur bij bedrijven. 

Twee stappen vooruit, één stap achteruit. Dit betekent dat er ook ergens een stap achteruit wordt gezet. En dit heeft vooral betrekking op het niveau van de burgemeester (de meest zichtbare positie in het gemeentebestuur). Ten eerste blijven vrouwen op deze positie heel sterk ondervertegenwoordigd en evolueert het zeer traag. Erger nog: Vlaamse gemeenten met een vrouwelijke burgemeester blijken dit te willen compenseren door minder vrouwen in te zetten op andere zichtbare posities. Het is in Vlaanderen blijkbaar moeilijk voor een gemeente om een vrouwelijke burgemeester te combineren met een evenwichtige samenstelling (man/vrouw) van het schepencollege. Het glazen plafond anno 2017 blijft dus een pijnlijke realiteit.  

Dat er een debat gevoerd wordt over ongelijkheid binnen de Islam en het oprukkende Islamisme in Europa vind ik prima. Maar ik zou ook graag wat meer aandacht willen hebben voor het probleem van ongelijkheid binnen onze superieure samenleving. We moeten stoppen met ons blind te staren op de Islam en de fundamentalistische Islam. Natuurlijk moeten we onze samenleving beschermen van elke vorm van fundamentalisme, maar dit mag ons niet afleiden van andere, volgens mij minstens even uitdagende, maatschappelijke problemen.

Sébastien Dewailly is student politieke wetenschappen aan de VUB.

Download scriptie (896.4 KB)
Universiteit of Hogeschool
Vrije Universiteit Brussel
Thesis jaar
2017
Promotor(en)
Karen Celis