Dyslexie als temporeel auditief informatieverwerkingsprobleem: Geletterdheid, fonologie en spraakperceptie bij kinderen in het derde leerjaar

Judith Coffé
& Eline Galoppin
  • Eline
    Galoppin

Diesleksie: meer dan een lees- of spellingsstoornis

Het leven voor kinderen als Rosie

Ka nje qit lez enzonber pe qraabte verleizen?

Heb je het bovenstaande kunnen ontcijferen? Neen? Beeld je dan eens in dat dit dagelijkse koek is. Voor Rosie, een meisje van negen jaar, is dat het geval. Ze zwoegt elke dag op school tijdens lezen en spellen. Als ze luidop moet voorlezen in de klas, schaamt ze zich dat ze het niet sneller en juister kan. Dan voelt ze zich heel dom. Rosie is nochtans een intelligent meisje met veel talenten.
Ze is bijvoorbeeld een kei in hoofdrekenen en tekenen en ze helpt haar mama altijd flink met koken.
Rosie heeft daarentegen dyslexie. Dit is een lees- en/of spellingsstoornis, waarbij verschillende vormen van oefening onvoldoende baat blijken te hebben.  

Dyslexie als fonologische verwerkingsstoornis

Wetenschappers zoeken reeds geruime tijd naar vroegtijdige voorspellers van dyslexie. Zo bleek dat de leerstoornis erfelijk is. Maar wat dan met kinderen die dyslexie krijgen, terwijl ze toch geen ouder hebben met deze leerstoornis? Of kinderen die er toch van gespaard blijven, terwijl een van de ouders nog steeds hardnekkige moeilijkheden ervaart tijdens het schrijven van mails, of het lezen van verslagen? De speurtocht stopt daar dus niet. Er blijkt een invloed te zijn van factoren, buiten de genetica, die bepalen of je alsnog dyslexie ontwikkelt. Uit de wetenschap blijkt dat personen met deze leerstoornis problemen hebben met de verwerking van spraakklanken. Dit wordt een fonologische verwerkingsstoornis genoemd. Zo zouden deze kinderen onder andere minder makkelijk leren onderscheiden waar een nieuw woord begint of stopt binnen de spraakstroom. Daarnaast hebben ze ook moeite met het aanleren en onthouden van de schrifttekens en hun overeenkomstige spraakklanken, wat leidt tot bijvoorbeeld verwisselingen van de ‘d’ en de ‘b’ tijdens het lezen of het spellen. kan je met behulp van deze informatie nu wel bovenstaande zin ontcijferen?

Dyslexie als temporeel auditief informatieverwerkingsprobleem

Mogelijk moeten we echter nog verder teruggaan in het leven van Rosie, om te kijken wat er fout loopt. Zo zouden kinderen met dyslexie al voor ze het alfabet aanleren moeite kunnen hebben met de verwerking van de spraakstroom. Wanneer er tegen jou gesproken wordt, ontstaan er geluidsgolven in de lucht die jij, net als Rosie, opvangt met je oren. Deze geluidsgolven noemen we het spraaksignaal. Om een boodschap over te brengen als spreker, varieert de auditieve informatie binnen het spraaksignaal in de tijd. Personen met dyslexie zouden, tijdens het verwerken van de boodschap, moeite hebben met het detecteren van deze veranderingen. Dit noemen we basale auditieve verwerkingsproblemen en deze kunnen ervoor zorgen dat de persoon subtiele problemen ervaart met het correct waarnemen van spraak. Een verstoorde spraakperceptie zou op zijn beurt de fonologische verwerking kunnen belemmeren en dit brengt het leren lezen en schrijven dan weer in het gedrang. De hypothese die de drie voorschoolse vaardigheden op deze manier ordent is een hele mond vol, namelijk de temporele auditieve verwerkingsdeficit hypothese van dyslexie

Huidig onderzoek

In onze scriptie hebben we deze hypothese verder onderzocht. De scriptie vormt een onderdeel van een studie die kinderen reeds selecteerde in de derde kleuterklas, omdat ze een ouder hebben met dyslexie. In de derde kleuterklas leren we nog niet lezen en spellen, dus de diagnose kan bij de kinderen zelf nog niet gesteld worden. Echter, het fonologisch bewustzijn wordt wel gestimuleerd vanaf de derde kleuterklas. Door onder andere klap- en rijmspelletjes krijgen de kinderen namelijk aandacht voor de klankstructuur van woorden. Spraakperceptie en detectie van veranderingen in de tijd van het spraaksignaal kunnen dan ook al nagegaan worden. Door op deze vroege leeftijd al problemen vast te stellen met basale auditieve vaardigheden, spraakperceptie en fonologische verwerking kunnen we de samenhang nagaan met het al dan niet ontwikkelen van dyslexie. De kinderen werden namelijk opgevolgd tot in het derde leerjaar en hun resultaten werden vergeleken met deze van kinderen zonder familiaal risico op dyslexie. Als gebrekkige basale auditieve vaardigheden, verstoorde spraakperceptie en een fonologische verwerkingsstoornis in de derde kleuterklas goede voorspellers zijn van ernstige lees- en spellingsmoeilijkheden in het derde leerjaar, dan zou dit bewijs leveren voor de temporele auditieve verwerkingsdeficit hypothese van dyslexie.  

De toekomst voor kinderen als Rosie

Waarom wordt er nu juist gezocht naar vroegtijdige voorspellers van deze leerstoornis? Wel, een antwoord op deze vraag zou betekenen dat kinderen met aanwezige risicofactoren vroegtijdig opgespoord kunnen worden, zelfs voor het leren lezen en spellen aanvangt. Op die manier kan een adequate opvolging en eventuele begeleiding gegarandeerd worden voor kinderen zoals Rosie. Vroeger was dyslexie een ongekend begrip. Veel volwassenen ervaren nog steeds de gevolgen ervan. Ze werden vroeger uitgelachen op school door klasgenoten en als dom bestempeld, terwijl niemand weet dat ze eigenlijk dyslexie hebben. Rosie heeft het recht om vroeg genoeg te begrijpen wat dyslexie precies inhoudt en zo ook haar klas. Hiermee vermijden we dat een heleboel kinderen zich minderwaardig achten ten opzichte van hun leeftijdsgenoten. Wij hopen dan ook dat dit artikel jullie geprikkeld heeft, om hier meer over te lezen. Want ieder van ons kent wel iemand met dit probleem, of wie weet herken je jezelf hier wel in. ‘Diesleksie’ is meer dan een lees- of spellingsstoornis, maar dit geldt ook voor Rosie en voor elk ander kind die hiermee kampt. 

Download scriptie (2.06 MB)
Universiteit of Hogeschool
KU Leuven
Thesis jaar
2015
Thema('s)