Modern versus klassiek

Kim
Van Pelt

MODERN VERSUS KLASSIEK

Twee woningen pal naast elkaar; de ene met een moderne vormgeving en de andere in pastoriestijl (foto 1). De fotograaf Herman Van den Boom maakte dubbelportretten van telkens twee naast elkaar liggende, totaal contrasterende woningen. Deze foto’s fascineerden me zodanig en daarom besloot ik om in mijn thesis dieper te graven naar de motieven voor het diverse Belgische woonlandschap. Ik wilde vooral beter vat krijgen op de manier waarop bewoners keuzes maken naar stijl en typologie. In een land met zo’n grote diversiteit (men noemt het soms ook een kakafonie) aan stijlen, is het begrijpen van de onderliggende drijfveren juist een cruciaal element om meer inzicht en zelfs sturing te krijgen.

Waarom kiezen mensen voor een moderne of klassieke woning? Wat betekent voor hen klassiek of modern? Hoe staan zij ten opzichte van andere stijlen en dit op diverse schalen? In mijn thesis exploreerde ik hun mogelijke drijfveren met betrekking tot de keuze of de antikeuze voor een moderne en/of een klassieke woning en onderzocht ik ook hoe de bestaande diversiteit op schaal van de aangrenzende woning, de straat en het gehele Belgische woonbeeld wordt gepercipieerd door de bewoners.

Voor mijn onderzoek selecteerde ik tien soortgelijke cases als deze van fotograaf Van den Boom in de districten van Antwerpen (foto’s 2, 3, 4 en 5). De woningen-koppels verhielden zich onderling tot elkaar als modern versus klassiek, zonder dat deze begrippen vast lagen. Via het contrast trachtte ik de diversiteit te illustreren in het moderniteitsdebat. De dubbelportretten zijn op die manier niet alleen sprekend, maar bezitten tegelijkertijd een zekere neutraliteit, waardoor subjectieve meningen over het lelijk of mooi vinden van een woning worden overgelaten aan de lezer en in mijn thesis aan de bewoner. Om hiertoe te komen, nam ik diepte-interviews af met de bewoners en verzamelde systematisch foto- en planmateriaal van de woningen om deze grafisch in kaart te brengen.

In de thesis heb ik nieuwe inzichten aan het licht gebracht in het huisvestingsdebat rond moderniteit en traditie vanuit het perspectief van zijn bewoners. Ik zet een aantal voorname bevindingen rond de drijfveren achter de woon- en stijlkeuzes van de respondenten en hun houding ten aanzien van de diversiteit op een rij.

 

DRIJFVEREN ACHTER DE WOON- EN STIJLKEUZES

Complexiteit, ambiguïteit en contradictie bij de begrippen modern en klassiek

Een eerste vaststelling erkent de complexiteit, de ambiguïteit en de contradictie die de begrippen in zich dragen. Zo zie ik dat een aantal van de ondervraagden moeite heeft om de begrippen te verklaren en zo gradaties van modern gaat definiëren, problemen heeft met het feit dat de term ‘modern’ naar wellust door de massa wordt gebruikt, moeite heeft om de woning onder één begrip te definiëren, één en dezelfde woning aanduidt met beide begrippen en zichzelf onwetend soms ook tegenspreekt.

Percepties in de tij

Bij de percepties in de tijd constateer ik diverse benaderingen. Ik denk hierbij aan de meest frappante, waarbij een bepaalde stijl doorheen de tijd een proces doorloopt waarin zijn statuut van modern naar klassiek verandert. Het is op een tijdsgebonden en modebewuste basis dat een bouwstijl eerst als modern wordt ervaren en nadien als klassiek. Analoog met dit transformatieproces verandert ook de gevoelswaarde ten aanzien van de stijl. In het ‘moderne stadium’ is een bouwstijl onaangenaam en koud, terwijl diezelfde stijl in het ‘klassieke stadium’ warm en gezellig is. Het is deze bijzondere perceptie over modern (koud) en klassiek (warm), die in de literatuur nog niet concreet behandeld is.

Exclusiviteit, resulterend in een klassenonderscheid

Tot slot wil ik zeker nog de verschuiving en relativiteit vermelden rond de exclusiviteit van een bouwstijl. Het is met name opmerkelijk dat vele van de respondenten woorden als ‘normaal’ en ‘gewoon’ meermaals gebruiken indien ze spreken over de klassieke woning. Met zulke woorden wordt er een normverschil en bijhorend klassenonderscheid aangeduid. Deze exclusiviteit wordt door enkele wel opnieuw in perspectief geplaatst. Wanneer iedereen immers beslist om modern te bouwen, verliest de moderne woning zijn exclusieve karakter en wordt de moderne woning gangbaar en daarbij klassiek. Modern en klassiek zijn daarom niet uitsluitend absolute maar ook relatieve begrippen.

DE HOUDING VAN DE RESPONDENTEN TEN AANZIEN VAN DE DIVERSITEIT

Een onverschillige houding

Een eerste houding is er één van apathische aard. Een aantal van de respondenten laten deze kwestie immers vaak voor wat het is. Met uitspraken zoals: “als onze eigen woning maar in orde is”, beknotten sommige respondenten zich wel letterlijk tot hun eigen woonrealiteit en hebben lak aan wat er zich manifesteert buiten hun perceelsgrenzen.

 

Een positieve houding

Respondenten met een positieve houding ten opzichte van diversiteit, schuiven verscheidene argumenten naar voor om het bestaansrecht van het diverse Belgische woonlandschap te verantwoorden:

-      ze verkiezen een divers woonbeeld boven een uniform;

-      ze vinden diversiteit charmant;

-      ze appreciëren de geschiedenis die verbonden zit aan de stijl en de diversiteit;

-      en zien hun woning als een mogelijkheid om zich in alle vrijheid uit te drukken en te distantiëren van anderen.

Het is door deze laatste dat de diversiteit symbool komt te staan voor ieders persoonlijkheid en individualiteit. Men dient hier echter wel te allen tijde de eigenheid van het individu af te wegen ten opzichte van de identiteit van de woning zelf. Het is deze dualiteit, dialoog of conflict - zoals je wilt - tussen woning en bewoner die bij verbouwde woningen sterk naar voor kan komen. De (interieur)architect wordt bij zulke identiteitsdilemma’s door de bewoners zelf aangegeven als sleutelfiguur.

Een negatieve houding

Ondervraagden met een negatieve houding ten opzichte van diversiteit halen hiervoor volgende argumenten aan:

-      er kan vanuit een zekere uniformiteit ook een rust uitgaan;

-      ze benoemen diversiteit met negatieve termen zoals ‘kakafonie’ en ‘verwaarlozing’;

-      door de diversiteit aan stijlen, bouwvolumes en mate van onderhoud is hun straat niet meer esthetisch mooi;

-      de individuele woningen binnen de diversiteit komen ook niet meer tot hun recht;

-      en laatst, maar zeker niet in het minst, wordt het probleem vaak geprojecteerd op de moderne woningen.

Als architect neem ik deze bagage mee om bedachtzamer te anticiperen op toekomstige woonvraagstukken in België. Maar wat verkiest u nu? ‘Modern’ of ‘klassiek’? (foto 6)

Download scriptie (28.75 KB)
Universiteit of Hogeschool
Universiteit Antwerpen
Thesis jaar
2015
Kernwoorden