Minder leerlingen definitief uitsluiten in secundaire scholen: Utopie of realiseerbaar

Dirk
Lenaerts

Minder leerlingen van school wegsturen, een haalbare kaart!

“Steeds meer jongeren worden op school weggestuurd.” Het één-journaal startte met deze openingszin op 20 november 2013, internationale dag voor de kinderrechten. De cijfers van het Vlaams Ministerie van Onderwijs en Vorming bevestigen dat Vlaamse secundaire scholen steeds meer leerlingen definitief uitsluiten. Zo werden er in het schooljaar 2009-2010 al 2137 leerlingen definitief uitgesloten. Drie schooljaren later stellen we vast dat het aantal definitieve uitsluitingen is gestegen naar 2743. Een stijging van maar liefst 28%.

Het wegsturen van jongeren gaat vaak gepaard met verschillende negatieve neveneffecten. Ze vinden vaak geen nieuwe school en zitten maanden thuis of lopen op straat. Anderen verlaten de school zonder diploma. Diegene die toch een nieuwe school vinden blijken  minder slaagkansen te hebben en moeten dikwijls hun jaar overdoen. Kan er aan het stijgend aantal uitsluitingen iets gedaan worden? Recent onderzoek geeft aan dat het kan.

De onderwijsregelgeving is voor alle scholen gelijk. Maar de ene school is de andere niet. Zelfs nog voor je een school binnenstapt merk je al verschillen aan het gebouw, de buurt, de omgevingsgeluiden. Maar ook binnen in de scholen zijn er heel wat verschillen. De leerlingen, hun leraren en directies, de aangeboden studierichtingen, de kledij, de schoolsfeer…Het is dan ook niet verwonderlijk dat scholen ook verschillend omgaan met de regelgeving rond straffen en uitsluiten van hun leerlingen. Het onderzoek brengt in beeld hoe scholen te werk gaan als ze moeten beslissen over een definitieve uitsluiting. Daarnaast wordt gezocht welke types van tuchtsystemen scholen hanteren en wat het effect ervan is op het aantal uitsluitingen. Het onderzoek vergelijkt tevens het profiel van de uitgesloten leerlingen in Vlaanderen en Antwerpen.

Er zijn 14 scholen van het gewoon secundair onderwijs die deelnemen aan het onderzoek. Ze behoren allen tot de zone van het lokaal overlegplatform Antwerpen. De scholen vertegenwoordigen een breed palet van verschillende schooltypes. Er is een variatie in onderwijsnet, studieaanbod, aantal uitsluitingen en schoolse vertraging.

Wanneer scholen overwegen om een leerling definitief uit te sluiten spelen vier factoren een  rol namelijk formele schriftelijke afspraken, de heersende ongeschreven wetten, de samenstelling van de begeleidende klassenraad en de rol die de directeur hierin opneemt. Het valt op dat scholen meestal geen formele visie of principes hanteren bij het sanctioneren van hun leerlingen. De manier waarop scholen omgaan met bestraffen van leerlingen heeft meestal te maken met ongeschreven wetten. Vooral de schoolcultuur, gewoontes en tradities bepalen welk gedrag men absoluut niet toelaatbaar vindt op school. Wat op de ene school absoluut niet getolereerd wordt, leidt in een andere school niet tot een schoolverwijdering. Daarnaast zijn er verschillen bij de samenstelling en de aanwezigheid van de directeur tijdens een klassenraad. Immers, niet alle directeurs zijn aanwezig op de begeleidende klassenraad die een tuchtadvies formuleert. Deze directeurs volgen niet steeds het tuchtadvies, maar meestal doen ze dat wel.

Scholen blijken drie types van tuchtsystemen toe te passen. Het eerste tuchttype is het type ‘Piloot’. Bij dit tuchttype kan de directeur steunen op een sterk lerarenteam. De leraren houden vooral het belang van de individuele leerling voor ogen. Daardoor zoeken ze steeds naar alternatieve maatregelen en geven dan advies aan de directeur. De directeur beslist autonoom over de uiteindelijke maatregel. De directeur volgt hierbij meestal het advies van de klassenraad maar beslist toch ook soms iets anders als dit in het belang van de leerling is. Scholen die dit tuchttype hanteren sluiten het minst leerlingen uit.
Een tweede tuchttype is type ‘Co-piloot’. Bij dit tuchttype zoekt de directeur samen met de leraars naar de passende orde- of tuchtmaatregel. De leraars en directeur beslissen steeds samen over de definitieve maatregel. Scholen die op deze manier werken sluiten iets meer leerlingen uit dan het type ‘Piloot’.
Het derde tuchttype is ‘Automatische piloot’. Scholen die dit type toepassen zijn van oordeel dat men voor bepaalde feiten, steeds een vooraf vastgelegde sanctie moet treffen. De leraars zoeken hierdoor eerder beperkt naar andere maatregelen. De definitieve uitsluiting is bij deze schoolteams de logische sanctie. In dit tuchttype staat eerder het belang van de klasgroep in de focus en dus niet het individueel belang van de betrokken leerling. Een school die tuchttype ’Automatische piloot’ toepast sluit twee maal meer leerlingen uit ten opzichte van de andere twee tuchttypes.

Wanneer we het profiel vergelijken van de uitgesloten leerlingen uit enerzijds de Vlaamse scholen en anderzijds de Antwerpse secundaire scholen, dan merken we sterke overeenkomsten. Het onderzoek stelt in het Antwerpse profiel de etniciteit van de uitgesloten leerlingen scherper. Vooral jongeren met een mediterrane etniciteit worden vaker uitgesloten. Daarnaast stellen we ook vast dat in Antwerpse scholen hoofdzakelijk leerlingen met twee of meer jaren schoolse vertraging, vaker van school worden weggezonden.

Als besluit kan gesteld worden dat aan het aantal uitsluitingen iets kan gedaan worden. Het onderzoek toont immers aan dat het tuchttype er toe doet. Maar bijkomend gaven scholen tijdens het onderzoek ook heel wat goede praktijken die er toe leiden dat het aantal definitieve uitsluitingen beperkt wordt in hun school. Zo wordt beschreven hoe de rol van de leraar, de leerlingenbegeleider, de directeur en de ouders een gunstige invloed hebben op het beperken van uitsluitingen. Men ervaart ook succes in een transparant sanctioneringsysteem, veelvuldig overleg en een goede onderwijsloopbaanbegeleiding. Ook acties die begeleidend, bestraffend, belonend of herstelgericht zijn, zorgen ervoor dat leerlingen minder in contact komen met uitsluitingen. De onderzoeksresultaten zijn dus hoopvol en geven aan dat minder leerlingen van school w

Download scriptie (1.02 MB)
Universiteit of Hogeschool
Universiteit Antwerpen
Thesis jaar
2015
Thema('s)