Quand la littérature affronte l’Etat: les stratégies rhétoriques des auteurs et éditeurs français pendant la guerre d’Algérie

Eva
Asselbergh

Stemmen van de waarheid in een doodgezwegen oorlog

Tijdens de acht jaar durende Frans-Algerijnse oorlog heeft de Franse literatuur de leugenachtige communicatie van de overheid en haar censuur doorbroken. Sociale media mogen dan wel in periodes van vergelijkbare polarisering censuur zo goed als onmogelijk maken, op hun beurt zorgen ook zij voor framing die evenzeer correcte informatie en het vormen van een gefundeerde mening bemoeilijkt. Kan ook nu literatuur een tegenwicht bieden?

Plus jamais ça ! Met deze bijna mythische leuze zetten de Fransen een nieuw tijdperk in. Een tijdperk van rouw en opbouw na twee desastreuze wereldoorlogen. Oorlogen die zoveel misdaden tegen de menselijkheid hebben gekend. Plus jamais ça… En toch. Nog geen 10 jaar na het einde van de Tweede Wereldoorlog, stortte Frankrijk zich opnieuw in een conflict van haat en onmenselijke misdaden: de Algerijnse onafhankelijkheidsoorlog.

Gedurende 8 jaar probeerde het Franse leger op meedogenloze wijze de Algerijnse vraag tot onafhankelijkheid neer te slaan. De vastberadenheid van Frankrijk om Algerije onder Frans bewind te houden was te wijten aan het feit dat een groot aantal Fransen zich daar al jaren gevestigd hadden. Algerije was Frankrijk en zo moest het ook blijven.

Hoe hebben de Franse leiders het volk weer achter zich kunnen scharen voor een nieuwe oorlog? Net zoals vandaag speelden ook toen de media een zeer grote rol in het bepalen en het sturen van de publieke opinie. De overheid en het leger voerden een helse propagandaoorlog om de echte, gruwelijke oorlog niet alleen te rechtvaardigen maar er ook een compleet ander gezicht aan te geven. In het nieuwe wij-zij-verhaal waren de Algerijnen die voor hun onafhankelijkheid streden de daders en de Franse soldaten het doelwit. De “officiële” informatieverstrekking moest het Franse volk doen geloven dat de tussenkomst van het leger in Algerije noodzakelijk was om de lokale bevolking te beschermen tegen een zogenaamd intern gevaar.

Naast het verspreiden van deze propagandaverhalen, zagen de autoriteiten er ook op toe dat ze de controle hadden over alle media. Frankrijk belandde zo in een tijdperk van informatieobstructie en censuur. Voortaan moest elke berichtgeving conform zijn aan het beeld dat het leger en de overheid aan de « évènements » in Algerije wilden geven. Ook boeken vielen onder de censuur. Elke publicatie werd volledig uitgespit. Schrijvers werden opgepakt en beschuldigd van landverraad van zodra zij het waagden om de echte feiten naar buiten te brengen. Uitgeverijen kregen onaangekondigde, soms nachtelijke, huiszoekingen of werden het slachtoffer van verdachte brandstichtingen. Het feit dat alle “officiële” informatie enkel verstrekt werd door deze hogere autoriteiten, zorgde ervoor dat er maar weinig weerstand kwam van de bevolking. Dit stemt overeen met wat Leo Strauss de logica equina of horse-drawn logic noemt: wat meerdere malen herhaald wordt door de bovenlaag van de samenleving en niet tegengesproken wordt door een andere partij, wordt sneller als waar aanschouwd. Het leger had met behulp van de overheid de feiten volledig naar hun hand gezet.

Toch hadden ze geen volledig vrij spel. De tegenbeweging bestond vooral uit auteurs en uitgeverijen. Deze groep gebruikte hun literaire capaciteiten om hun meningen over de politieke situatie te laten uitschijnen De auteur tracht de lezer iets bij te brengen en hem zo aan te zetten tot nadenken. Hierbij gaat de schrijver terug naar de grondbeginselen van de retorica, de antieke kunst van het overtuigen. Om een muur van stilte te kunnen doorbreken, moest de auteur namelijk zowel aandacht besteden aan de keuze van zijn woorden als aan de opbouw van zijn literair pleidooi. Alleen zo kon de schrijver een overtuigende literaire redevoering voordragen aan zijn lezer.

Maar hun strijd botste grotendeels op dovemansoren. En ook vandaag heerst er nog steeds grote stilte. Ondanks enkele pogingen tot het erkennen van de evenementen als echte oorlog, kijkt Frankrijk vandaag nog steeds weg. Toch zien we een kleine verandering in de recente Franse geschiedschrijving: er verschijnen steeds meer studies die het ware gezicht trachten te tonen van wat verzwegen, verdrongen en vergeten werd. Deze studies over de Algerijnse onafhankelijkheidsoorlog zijn niet enkel van groot belang voor het begrijpen van het verleden, zij geven ook inzicht in terugkerende oorlogspatronen. Het zijn steeds dezelfde recepten die een oorlog tot zijn wrede zelf maken. Racisme en uitsluiting, afslachting en foltering, propaganda en censuur, verdeelde kampen en een stroom van oorlogsvluchtelingen waarmee men niet weet wat te doen. Het zijn problemen die ons vandaag de dag maar al te bekend in de oren klinken.

Deze thesis mag dan wel handelen over een conflict in het verleden, ze is nu meer dan ooit brandend actueel. We zouden haar dus kunnen bekijken als case study, een les. Eerst een les tot het behouden van de kritische geest. In ons land heerst er misschien geen censuur, maar vandaag zijn het de sociale media die de rol van het snel verspreiden van verwrongen verhalen op zich hebben genomen. Ze kan ook gezien worden als les in de herwaardering van de literatuur en de kracht van het narratief. Gedurende meerdere pagina’s volgt de lezer het leven van een bepaald persoon mee: de emoties, de obstakels, de intense momenten van geluk alsook de verscheurende momenten van miserie. Literatuur laat een andere, intiemere kijk toe. Door haar lengte en ruimte tot dieptegang is ze misschien zelfs effectiever dan de media. In tijden van massaberichtgeving, nieuwsflitsen en choquerende beelden, waarbij de snelheid en de hoeveelheid de mogelijkheid tot empathie verhinderen, bekleedt de literatuur dan ook een unieke plaats. Als laatste toont deze thesis ook het gevaar van het vergeten van de fundamentele humane waarden aan. Frankrijk leek de betekenis van zijn fundamentele waarden ten tijde van de Algerijnse oorlog ook vergeten te zijn : Liberté, égalité, fraternité, afgebrokkeld tot 3 holle, betekenisloze woorden. Zoals een liedje dat zo vaak gehoord en gezongen was, dat men zich niet meer bewust was van zijn woorden of zijn betekenis.

 

Gedaan met la mémoire courte. Laten we leren uit de fouten van de geschiedenis. Om het heden te kunnen leven mogen we het verleden niet uit het oog verliezen.

Universiteit of Hogeschool
Universiteit Gent
Thesis jaar
2015