In welke mate kan een gereduceerde opera deel uitmaken van het actuele aanbod in onze cultuurhuizen?

Karen
Vermeiren

Voor u ligt de masterpaper ‘In welke mate kan een gereduceerde opera deel uitmaken van het actuele aanbod in onze cultuurhuizen?’ voorgelegd tot het verkrijgen van de graad van Master in de Muziek, afstudeerrichting zang aan het Koninklijk Conservatorium Antwerpen (AP Hogeschool). Er werd onderzoek gehouden naar hoe een gereduceerde opera tot stand kan komen en hoe dit past in het plaatje van de actuele cultuurconsument. Van januari 2014 tot en met maart 2015 ben ik bezig geweest met het onderzoek en het schrijven van deze masterpaper. Dit is enerzijds voortgekomen uit mijn passie voor opera en meer bepaald voor de opera Tosca van Puccini, anderzijds door de interesse die ik heb voor de manier waarop cultuurinstellingen klassieke muziek programmeren. Zij kiezen voor projecten die financieel te verdedigen zijn, waar participatie van en door het publiek een belangrijke parameter is. De tijdsduur die een publiek wil investeren als onderdeel van hun cultuurbeleving wordt daarenboven steeds beperkter. In de plaats van te rebelleren tegen de beperkingen, leek me het een zinvol project om niet alleen opera in een meer hedendaags format te realiseren, maar ook om hierover onderzoek te voeren naar aanleiding van mijn masterpaper. De bewerking van deze opera werd ook met groot succes uitgevoerd op 28 mei in Amuz te Antwerpen, waar een laaiend enthousiast publiek van kenners, professionelen, maar ook leken binnen het genre de volledige cast op een daverend applaus trakteerden. Het bracht een grote diversiteit aan mensen bij elkaar. Mensen uit verschillende culturen, maar ook mensen met een totaal verschillende achtergrond op sociaal vlak of op gebied van cultuurbeleving.

Giacomo Puccini haalde zijn inspiratie uit het theaterstuk La Tosca van Victorien Sardou.

Na bestudering van het theaterstuk van Sardou en de partituur van Puccini, bleek dat Puccini reeds een reductie maakte in zowel het verhaal op zich als het aantal personages. Hij bleef bijzonder trouw aan de tekst van La Tosca, maar gaf het een andere invulling door zich op de drie hoofdpersonages te concentreren. Ondanks het verder uitdunnen van het aantal personages werden in het nieuwe libretto dat ik maakte ter gelegenheid van mijn masterproef, bepaalde dialogen vertaald in het Nederlands, maar bleven net zoals bij Puccini onveranderd qua betekenis. De dialogen bleven ook trouw aan het libretto van Sardou.

De aanpassingen die werden gemaakt volgen een strategie die vergelijkbaar is met die van Puccini, maar dan in een eigentijds kader.

Dankzij de informele gesprekken en interviews die ik afnam tijdens dit onderzoek, kwam de behoefte aan financieel haalbare projecten voor culturele centra naar boven. Ze willen wel klassiek programmeren, maar trekken niet genoeg toeschouwers met traditionele recitals. Klassieke recitals blijken daarenboven te duur, zeker wanneer de financiële balans naderhand gemaakt moet worden. Met een nieuw concept, waar muziektheater en opera elkaar ontmoeten, blijken de culturele instellingen wel geïnteresseerd. Het komt tegemoet aan een bestaand publiek en kan een nieuw publiek aantrekken. Daarenboven is de overstap naar de operahuizen voor een lekenpubliek minder groot dankzij dit initiatief. Het toevoegen van elementen dat een publiek kent, zoals digitale en sociale media, beeldcultuur en het invoegen van Nederlandstalige dialogen prikkelt daarenboven de interesse. Het maakt begrijpbaar wat zoveel mensen onbegrijpbaar achten en wat men begrijpt, is makkelijker in het hart te sluiten.

Daarenboven kwam ik tijdens de literatuurstudie over mijn onderwerp zeer vaak de term cultuurparticipatie tegen. Participatie in kunst en cultuur zorgt voor een verbreding van kennis over de algemene Westerse cultuur. Het samen beleven en begrijpen van cultuur zorgt voor sociale cohesie.

Het onderzoek voor deze masterpaper leidde tot nieuwe inzichten. Zo werd de keuze gemaakt om onder andere met een acteur te werken voor één van de personages in de plaats van een zanger en de focus te leggen op zowel de actieve cultuurparticipatie als op het reduceren van de opera om een nieuw publiek aan te spreken.

Het nieuwe concept blijkt uniek. Er werden reeds opera’s verkort of als concertante uitvoering gebracht, maar nog nooit met het reduceren als uitgangspunt. Net daarom heeft deze scriptie zijn belang aangetoond. De gesprekken voor voorstellingen in binnen en buitenland zijn aan de gang, de toekomst zal uitwijzen of er nog verder onderzoek nodig is om dit project nog meer kracht bij te geven.

 

Ik bedank u voor het lezen van deze scriptie en wens u veel leesplezier toe.

Karen Vermeiren

Antwerpen, 4 oktober 2015.

 

Download scriptie (264.84 KB)
Universiteit of Hogeschool
AP Hogeschool Antwerpen
Thesis jaar
2015