Cytostatica in een ambulante setting

Geert
Schuurmans
  • Matthias
    Hasendonckx

Chemo thuis, een gevaar voor iedereen?

Op dit moment staat de zorg voor patiënten met kanker op een kantelpunt. Nieuwe methoden en producten maken het mogelijk dat patiënten een chemobehandeling thuis toegediend kunnen krijgen. Maar is dit wel allemaal zo veilig?

In het buitenland gebeurt het al langer en stilaan is deze verschuiving in België ook zichtbaar. Steeds vaker wordt er gekozen om een chemobehandeling niet langer geheel in het ziekenhuis uit te laten voeren, in plaats daarvan kiest men ervoor om deze bij de patiënt thuis door te laten gaan. Niet enkel een pilletje wordt bij de patiënt thuis gegeven, ook een infuus wordt steeds vaker bij de patiënt thuis toe gediend. Deze methode, waarbij men aan de hand van een pompje een vloeistof in het bloed brengt, brengt vele voordelen met zich mee, zowel voor de patiënt als zijn omgeving, het ziekenhuis, de maatschappij... Het brengt echter ook vele risico's met zich mee.

Chemo of cytostatica is niet altijd even veilig. De medicatie dient kwaadaardige, woekerende, cellen in het menselijk lichaam af te breken. Het tast niet enkel de kwaadaardige maar ook de goede cellen aan. Deze eigenschap maakt chemo dan ook gevaarlijk voor anderen die ze niet dienen te nemen. Verpleegkundigen, die dagdagelijks in contact komen met patiënten die chemo nemen, lopen een groot risico om blootgesteld te worden aan chemo-medicatie bij de verzorging van patiënten met een dergelijk infuus. 

Patiënten die thuis chemo toegediend krijgen, hebben verschillende vormen van zorg nodig. Dit varieert van hulp bij het wassen tot specifieke wondzorg. Bij al deze activiteiten is er een vergroot risico op contact met chemo-medicatie. Dit contact kan zowel rechtstreeks bv. Door contact met gemorste vloeistof, of onrechtstreeks bv. door contact met sporen van de chemo die zich in de uitwerpselen van de patiënt bevinden. Wetenschappelijk onderzoek heeft aangetoond dat ook de urine van verpleegkundigen sporen van chemo kan bevatten. 

Om het gevaar en het risico op besmetting te beperken dient een verpleegkundige zich goed te beschermen en gebruik te maken van de juiste technieken. De manier waarop dit gedaan dient te worden is in iedere situatie verschillend. Een thuisverpleegkundige kan vele verschillende situaties tegenkomen die allemaal een andere aanpak vereisen. Toch kan men stellen dat in de meerderheid van de situaties dezelfde basisprincipes toegepast kunnen worden.

Bij de verschillende handelingen is het nodig dat de verpleegkundige handschoenen, mond-neusmasker, overschort en/of gezichtsbescherming draagt. In welke situaties dit nodig is, hangt af van de grootte van het risico. Het ontwikkelde "protocol" of "guideline" moet een houvast bieden aan (student)verpleegkundigen om in te spelen op de vele mogelijke risico’s om zo de veiligheid te verhogen.

Het protocol is bedoeld voor (student)verpleegkundigen die in contact komen met chemo bij het verzorgen van patiënten in de thuiszorg. In het protocol zijn richtlijnen opgenomen over het correct afsluiten en verwijderen van het infuus bij de patiënt, alsook richtlijnen voor alledaagse handelingen. Daarnaast is er aandacht besteed aan richtlijnen in geval van een ongeval met zowel chemo zelf, alsook met andere mogelijks besmette zaken. Het protocol geeft (student)verpleegkundigen de nodige theoretische kennis om in het werkveld met dit steeds belangrijker aspect van de zorg om te gaan.

Download scriptie (2.18 MB)
Universiteit of Hogeschool
Thomas More Hogeschool
Thesis jaar
2015
Thema('s)