Nieuwe media bij de oudere generaties

Miguel
Devriese

Er is weer niks op tv vanavond.” Een zin die ik al lang niet meer gehoord had, tot mijn oma ze gisteren zei. Ik dacht meteen aan YouTube, Netflix, mijn propvolle digicorder en het dozijn Amerikaanse series dat ik nog moest inhalen. Het aanbod is toch gigantisch, hoezo ‘niks op tv’? Toen besefte ik dat tv voor mij helemaal iets anders is dan voor mijn oma.

Digitalisering heeft het medium televisie namelijk gewijzigd in al haar aspecten. De manier waarop programma’s tot bij de mensen gebracht worden, de manier waarop we kijken, welke programma’s we kijken … Er moeten keuzes gemaakt worden, over de content, de toestellen, de plaats, het tijdstip enzovoort. Aangezien televisie anno 2015 altijd en overal is, zijn deze keuzes veel meer uiteenlopend dan bij analoge televisie, waar je vasthing aan een vaste programmering. Opvallend is echter het grote verschil tussen generaties wat deze keuzes betreft. Aan de ene kant jongeren die met twee vingers in de neus Netflixen en de recentste Amerikaanse releases downloaden. Aan de andere kant 65-plussers die moeite hebben om de digicorder te programmeren en Netflix enkel kennen van de reclames op tv. De vraag rijst of de stelling dat 65-plussers niet mee zijn met de digitale revolutie een cliché is. Of met andere woorden: wat is nu eigenlijk echt de rol van nieuwe vormen van televisiekijken in het leven van de Vlaamse 65-plusser?

Uit onderzoek blijkt dat laatstgenoemde effectief, in lijn met bovenstaande opdeling, de neiging heeft om niet snel voor nieuwe manieren van televisiekijken te kiezen. 65-plussers verkiezen lineaire televisie boven opnemen, downloaden, streamen en dergelijke, terwijl de jongeren de verschillende manieren combineren. Hoe valt deze keuze van de 65-plussers te verklaren?

Ten eerste is er een evidente reden. Amper de helft van de oudere generaties heeft überhaupt nieuwe media en/of internet. Bijgevolg valt er niet veel te kiezen, ze kunnen enkel televisiekijken op de traditionele manier. Daarnaast is er een dieperliggende oorzaak voor hun keuzes op vlak van televisiekijken. 65-plussers hebben een overwegend negatiever attitude dan de jongere generaties, veroorzaakt door het idee dat digitale media geen meerwaarde bieden, alsook een gebrek aan interesse in deze toestellen en diensten. Valt Stievie wel te vereenzelvigen met het leven van de oudere generaties? Biedt het platform een meerwaarde voor iemand die veel en meestal alleen thuis is? Veel 65-plussers zijn geneigd ‘nee’ te antwoorden hierop. Niet alle televisiekijkers willen immers altijd actief op zoek naar programma’s, ze kunnen bewust kiezen om onderuit te zakken en de gedachten even op nul te zetten. Of om zich te houden aan de structuur die lineaire televisie biedt, om zo een bepaald ritme te volgen.

Louter ‘mee zijn’ met de nieuwste trends is ook nauwelijks een voldoende motivator en de waarde die de maatschappij hecht aan nieuwe vormen van televisiekijken is voorlopig evenmin groot genoeg om de 65-plussers overstag te doen gaan, dus is het wachten op een meer overtuigende aanzet. Het sociale netwerk kan daarbij een belangrijke rol spelen, aangezien het de (klein)kinderen, familieleden en vrienden zijn die de mening van de 65-plussers helpen vormen. Zij kunnen interesse al dan niet bewust aanwakkeren en/of de meerwaarde duidelijk maken.

Een laatste reden voor het kiezen van traditionele televisie is het gebrek aan vaardigheden om met digitale media om te gaan bij veel 65-plussers. “Mijn televisie kan dat allemaal, maar ik niet.” Een goede reden om niet uitgesteld, laat staan online televisie te kijken. De vraag rijst echter of het hier niet eerder om een gebrek aan zelfvertrouwen gaat, dan effectief gebrek aan vaardigheden. Ouderdom en een gebrekkige gezondheid worden ook vaak bestempeld als redenen om geen digitale media te gebruiken of überhaupt in huis te hebben.

Kijken 65-plussers dan enkel televisie op de traditionele manier? Nee, zeker niet. Bijna de helft kijkt minstens één keer per week uitgesteld. Dit dient vooral als back-up voor momenten dat er niets op de traditionele tv is. Ook hier neemt de lineaire structuur dus wel de bovenhand. 65-plussers gaan zelden zelf actief programma’s kiezen. Een belangrijke verklaring hiervoor valt te zoeken bij het beperkte belang dat content speelt. In de extreemste gevallen blijkt dat uit de loutere gezelschapsfunctie van televisie. “De televisie staat hier altijd aan, maar het is ook al.” De tv speelt met andere woorden om de stilte te doorbreken. Verder heerst er ook een zeker je-m’en-foutisme wat programma’s betreft en ontbreekt het 65-plussers ook simpelweg aan de gewoonte om actief content te kiezen. Voor de meerderheid is televisie om bij onderuit te zakken, in tegenstelling tot de computer. Beiden vereenzelvigen in nieuwe manieren van televisiekijken is bijgevolg moeilijk. Zelfs kijkers van actualiteitsprogramma’s, die enkel geïnteresseerd zijn in bepaalde onderwerpen, zetten bijna nooit zelf de stap om deze onderwerpen zelf op te zoeken. Terwijl dergelijke focus op inhoud toch vrij dicht aanleunt bij het karakter van de computer.

Het toestel dat zich ergens tussenin bevindt, is de tablet. Dit toestel richt zich veeleer op ontspanning en past ook in dezelfde context als het televisietoestel. Het is met name makkelijk te gebruiken in de zetel, in het gezelschap van anderen. Tablet scoort dan ook het best qua televisiekijken op nieuwe media, hoewel het aantal 65-plussers dat dit doet ook beperkt is.

De rode draad door het verhaal is gebrek aan ervaring met nieuwe media. Het leidt tot de perceptie dat ze geen meerwaarde bieden, tot een gebrek aan zelfvertrouwen en in het algemeen tot minder vaardigheden en een minder positief attitude ten opzichte van nieuwe media. De voornaamste tegengewichten hiervoor? Enerzijds het sociale netwerk, dat 65+’ers (on)bewust moet motiveren om nieuwe media te gebruiken. Anderzijds de tablet, die de gezelligheid van televisiekijken in de woonkamer kan combineren met het online aanbod. De conclusie? De volgende keer leg ik mijn oma uit dat er altijd iets op tv is en toon ik haar hoe ze zelf video’s kan opzoeken met de tablet. Zo is de digitale kloof alweer iets kleiner. 

Download scriptie (1.08 MB)
Universiteit of Hogeschool
Universiteit Gent
Thesis jaar
2015
Promotor(en)
DR. ELKE VAN DAMME