Alstublieft niet de kever!

Ana Van Liedekerke
Persbericht

Maken boeken ons tot betere mensen?

Het is de eerste keer in de geschiedenis dat we trager lezen dan onze ouders. Dikke boeken moeten de strijd aanbinden met spannende games en flitsende televisie. Wat verloren gaat, is de kennis van eeuwenlang gelezen verhalen. Maar misschien ook meer: misschien leert literatuur ons iets over de wereld, elkaar en het leven dat we op geen enkele andere manier kunnen vergaren. Op welke wijze moet je dat leren van literatuur denken? Zegt een boek ons hoe het allemaal in elkaar steekt of is het een beetje ingewikkelder?

 

Nussbaum: het boek als bron

 

Martha Nussbaum is een Amerikaanse filosofe die schrijft over de verhouding tussen literatuur en ethiek. Ethici proberen na te denken over wat het goede leven is. Wat Nussbaum zich afvraagt, is of dat nadenken niet op verschillende manieren kan gebeuren. Terwijl filosofen schrijven in een ingewikkelde en vaak best saaie stijl, slepen goede boeken de lezer mee. Zo duikt die helemaal onder in een andere wereld dan de zijne. Het is alsof je niet twee, maar duizend ogen hebt. En met duizend ogen zie je veel meer. Stel dat je een boek leest over een vluchteling die met een bootje de golven moet trotseren. Je kunt het verhaal in de krant lezen. Of je kunt naar de televisie kijken. Maar alleen in een boek kun je werkelijk in het hoofd van iemand kruipen. Je ziet de golven niet naar een bootje op tv toekomen, maar ze spoelen recht over je heen. Nussbaum denkt dat je op die manier beter andere situaties dan die van jezelf gaat begrijpen. Als je weet wat het is om je land achter te laten en met een bootje de zee over te steken, dan ben je in het echte leven misschien niet meer zo streng om te roepen dat ze allemaal terug naar eigen land moeten.

 

Nabokov: een indirecte morele waarde

 

Ik denk dat Nussbaum gelijk heeft. Maar niet helemaal. Want niet alle personages zijn vluchtelingen of fijne personages die sympathie en mededogen verdienen. Vladimir Nabokov is een Rusissch-Amerikaanse schrijver die bekend werd met zijn roman Lolita. In Lolita brengt de pedofiel Humbert Humbert het relaas van zijn liefde voor de twaalfjarige dochter van zijn hospita. Ook in een boek als dit word je meegezogen in het verhaal en vele lezers van Lolita stellen tijdens het lezen verschrikt vast dat ze mee kunnen gaan in het denkwerk van een pedofiel. Toch kan ook dit boek ons iets leren, maar niet op de manier waarop Nussbaum het denkt. Zij zegt dat elke schrijver een idee heeft van wat het is om goed te leven, dat hij dat dan in zijn boek stopt en dat jij als lezer dat idee eruithaalt. Voor het boek met de vluchteling is het idee dat je vluchtelingen moet helpen, daarover gaat het boek en op die manier zou je in het echte leven goede daden verrichten. Maar wat met Lolita? Nabokov keurde pedofilie niet goed en toch schreef hij een heel boek vanuit het standpunt van een pedofiel.

 

Sommige boeken zijn eng of verwarrend en moeilijk. Eigenlijk weet je niet goed met wie je je identificeert, je snapt niet helemaal wat er gebeurt en toch word je door het boek geraakt. Neem bijvoorbeeld het bekende toneelstuk Wachten op Godot van de Ierse toneelschrijver Samuel Beckett. Daarin wachten twee vrienden op Godot, maar die komt niet. Als je dat toneelstuk voor de eerste keer ziet, begrijp je niet wat je ziet. Er gebeurt niets, de langverwachte Godot is op het einde nog steeds niet in zicht en de personages staan een heel stuk lang op dezelfde plek naast een kale boom.

Het bijzondere is dat we ook van dit stuk iets kunnen leren, en misschien wel meer dan van een lange roman waarin de tocht van een vluchteling wordt beschreven. Omdat het stuk zo gek is, haakt het zich vast in ons hoofd. We bedenken allemaal betekenissen, maar uiteindelijk moeten we toegeven dat er niet veel touw is aan vast te knopen. Door de geheimzinnige kracht van het boek laat je je verbeelding op volle toeren werken. En als je soms niet weet wat je moet denken – als je zoals in Wachten op Godot – op een muur botst, dan begrijp je dat je niet alles kunt begrijpen. Filosofen vinden dat heel belangrijk. Socrates, de eerste grote filosoof, had dat als grootste inzicht: ik weet dat ik niets weet. Pas als je weet waar je grenzen zijn, kun je daarbinnen dingen opbouwen en misschien, soms, de grenzen zelf een beetje proberen te verleggen. Spannende, goede literatuur is literatuur die ons in haar greep houdt en zelf doet nadenken. Pas als we openstaan en verbeelding hebben, kunnen we echt leren hoe de wereld werkt. Op die manier blijven de morele en de esthetische waarde dichter bij elkaar dan in Nussbaums denken. Het gaat niet om een inhoud die overgebracht wordt, maar om een esthetisch geraakt worden, dat dan indirect ook een morele waarde heeft.

 

Implicaties opvoeding en onderwijs

 

Als het waar is dat literatuur niet zomaar een morele waarde heeft, maar ook een brede en een diepere dan slechts het overbrengen van overtuigingen, dan heeft dat implicaties voor de plaats van literatuur in opvoeding en onderwijs. Op dit moment is het ‘vluchteling-boek’ – een bildungsroman waarin je stap voor stap meegaat in een ontwikkelingsproces – een geliefd instrument op school: het zou kinderen zachter en meer begripvol maken. Mijn betoog leert dat dit niet de enige morele functie is die boeken kunnen hebben. Ontwrichtende of confronterende literatuur komt vaak dieper onze gevoelswereld binnen dan een brave bildungsroman. Als je dat type literatuur links laat liggen, dreig je potentiële boekenwurmen te verliezen. Het lezen van literatuur opent niet één, maar duizend werelden van nieuwe mogelijkheden. Het zou jammer zijn als door een verouderd beeld op de morele waarde van literatuur meteen elke morele waarde of elke grensverleggende roman geband wordt. Laat de literatuur nooit de pijp uit gaan. Want zoals Bukowski zei: “Without literature, life is hell.”

Bibliografie

Coetzee, John Maxwell. “He and his Man”. Nobel Lecture. Stockholm: Swedish Academy,

2003. YouTube video, 35:37, posted on 10 July 2013, https://www.youtube.com/watch?v=ikj_9Jey6BM.

De La Durantaye, Leland. “The art of Morality, or on Lolita.” In Nabokov and the Question of

Morality: Aesthetics, Metaphysics, and the Ethics of Fiction, edited by Michael Rogers and Susan Elizabeth Sweeney. 183-196. New York: Palgrave Macmillan, 2016. doi: 10.1057/978-1-137-59221-7.

Diamond, Cora. The Realistic Spirit: Wittgenstein, Philosophy, and the Mind. Cambridge:

            The MIT Press, 1991.

Eliot, Thomas Stearns. The Use of Poetry & the Use of Criticism. Londen: Faber and Faber,

1933.

Lindhé, Anna. “The Paradox of Narrative Empathy and the Form of the Novel, or What

George Eliot Knew.” Studies in the Novel, 48 (2016): 19-42.

­Mahon, Áine. “Moral Education and Literature: On Cora Diamond and Eimear McBride.”

Journal of Philosophy of Education, 51 (2017): 102-113, doi: 10.1111/1467-9752.12183.

Nabokov, Vladimir. “On a Book Entitled ‘Lolita’.” Encounter, 8 (1959): 73-76,

http://www.unz.org/Pub/Encounter-1959apr-00073?View=Tree.

Nabokov, Vladimir. Lectures on Literature, edited by Fredson Bowers and with introduction

by John Updike. New York: Harcourt Brace Jovanovich Publishers, 1980.

Nabokov, Vladimir. Lectures on Russian Literature, edited and with Introduction by Fredson

            Bowers. New York: Habrour Brace Jovanovich Publishers, 1981.

Nussbaum, Martha. Love’s Knowledge. New York: Oxford University Press, 1990.

Nussbaum, Martha. “Of Beauty and Consolation Episode 7 Martha Nussbaum,” by Wim

Kayzer. YouTube video, 01:25:20, vpro, posted on 21 July 2014,

https://www.youtube.com/watch?v=z7jvmddhgK4.

Wilde, Oscar. “Preface,” in The Picture of Dorian Gray. Londen: Simpkin, Marshall,

Hamilton, Kent & Co, 1891. https://archive.org/stream/pictureofdoriang00wildiala# page/n3/mode/2up.

Universiteit of Hogeschool
Wijsbegeerte
Publicatiejaar
2017
Promotor(en)
Benjamin De Mesel
Share this on: