Het medisch zorggebruik van hoogbejaarden in Vlaanderen

Liesbeth Spiessens
Persbericht

Het medisch zorggebruik van hoogbejaarden in Vlaanderen

Het medisch zorggebruik van hoogbejaarden in VlaanderenWelke factoren dragen bij tot een hogere medische consumptie?

Het aantal hoogbejaarden stijgt stelselmatig elk jaar. In Vlaanderen is er zowel sprake van vergrijzing, als van dubbele vergrijzing. Dit betekent dat de gemiddelde leeftijd van de bevolking stijgt en het percentage 80-plussers tevens sterk toeneemt. Deze groei heeft sterke consequenties op allerhande politieke en maatschappelijke domeinen. Een belangrijk aspect is het gevolg van deze vergrijzing op het medisch zorggebruik. Voor beleidsmakers is het van groot belang om inzicht te verwerven in de determinanten die helpen de medische consumptie van de populatie te voorspellen. Deze context toont het belang van volgende onderzoeksvraag: maken hoogbejaarden in Vlaanderen significant meer gebruik van medische zorgen dan andere leeftijdscategorieën?

Het heeft daarnaast een sterke meerwaarde om te onderzoeken welke factoren specifiek bijdragen aan een hogere medische consumptie, wat tevens de tweede onderzoeksvraag is. Indien uit dit onderzoek blijkt dat een bepaald aspect leidt tot een hogere medische consumptie, heeft het een grote meerwaarde om deze factor te lokaliseren en uit te schakelen. Indien beleidsmakers zich bewust zijn van de invloed van deze factoren op het medisch zorggebruik van hoogbejaarden in Vlaanderen, kan men het zorgbeleid hierop afstemmen.

Demografie in VlaanderenTussen 1990 en 2008 is het aantal hoogbejaarden in Vlaanderen respectievelijk gestegen van 1,39% naar 4,69%. Deze evolutie brengt veel veranderingen teweeg, waaronder een mogelijk tekort in het aantal gezondheidsvoorzieningen. In deze masterproef wordt het standpunt ingenomen van de dynamische evenwichtstheorie, waarbij een hogere levensverwachting gepaard gaat met meer nood aan medische zorgvoorzieningen.

Methode en onderzoekHet onderzoek in deze masterproef is gebaseerd op de interactieve analyseprocedure van de gezondheidsenquête 2008. Medische consumptie is de afhankelijke variabele en er wordt bestudeerd welke factoren hier een invloed op hebben. De onderzochte onafhankelijke variabelen zijn: leeftijd, geslacht, educatieniveau, inkomen, huishoudsamenstelling en urbanisatiegraad.

ResultatenIn tabel 1 is op te merken dat er een duidelijk verband is tussen leeftijd en medische consumptie: hoe ouder een individu, hoe meer gebruik hij zal maken van medische zorg. Iemand die tussen de 20 en 29 jaar is, gaat gemiddeld 2,7 keer per jaar naar de huisarts. Bij een 80-plusser ligt dit gemiddelde sterk hoger met 12,6 keer per jaar. De groep 70 tot 79 jarigen maken wel meer gebruik van deze laagdrempelige zorg, aangezien zij met meer leden aanwezig zijn in de samenleving. 18,50% van alle consultaties vinden plaats bij deze leeftijdsgroep.Image removed.

Op figuur 1 is het verband weergegeven tussen leeftijd en de verschillende soorten van medische consumptie. Voor alle soorten van zorg is hetzelfde verband merkbaar: hoe ouder een individu, hoe meer hij of zij gebruik zal maken van medische consumptie. De eerste onderzoeksvraag wordt hier dus bevestigd. Verder zien we tevens dat er in de samenleving zeer veel gebruik wordt gemaakt van de huisarts en deze effectief als meest laagdrempelige zorg werkt.Image removed.

Voor de andere variabelen zijn de verbanden niet eenduidig en moet gekeken worden naar de verschillende soorten van medische consumptie. Een belangrijke variabele die een invloed uitoefent op medisch gezondheidszorggebruik is ‘geslacht’, weergegeven in figuur 2. Vrouwen maken beduidend meer gebruik van huisartsen dan hun mannelijke leeftijdsgenoten. Daar tegenover staat dat hoogbejaarde mannen wel meer gebruik maken van de andere soorten medische zorg.Image removed.

Een andere variabele die effect uitoefent op het medisch zorggebruik van hoogbejaarden in Vlaanderen is educatieniveau. In figuur 3 is zichtbaar dat laaggeschoolde hoogbejaarden meer gebruik maken van de huisarts dan hun hogeropgeleide leeftijdsgenoten. Deze laatsten maken dan weer meer gebruik van de andere soorten medische zorg. Hieruit kan opgemaakt worden dat een hoogbejaarde zonder diploma gebruik maakt van de meest laagdrempelige medische zorg, maar minder gebruik maakt van het systeem van doorverwijzingen.

Image removed.Een volgende variabele die een invloed heeft op de medische consumptie is inkomen en wordt weergegeven in figuur 3. Wegens gebrek aan een betrouwbare N kan niet over alle categorieën een uitspraak gedaan worden, maar de hoogbejaarden met een inkomen tussen €1000 en €1500 zijn talrijk genoeg om te interpreteren. Opnieuw blijkt er een onderscheid tussen contacten met de huisarts en de andere soorten medische zorg. Wie een inkomen heeft tussen €1000 en €1500 maakt meer gebruik van specialisten en hospitalisatie dan andere inkomenscategorieën. De twee groepen van hoogbejaarden die een lager inkomen hebben maken daarentegen wel meer gebruik van contacten met de huisarts.

De variabele huishoudsamenstelling, weergegeven in figuur 4, moet voorzichtig worden behandeld, aangezien deze bestaat uit categorieën met een kleine N. Om toch uitspraken te kunnen doen, worden hier de categorieën alleenstaand en koppel zonder kinderen bekeken, omdat deze betrouwbaar zijn. Hier is opnieuw een onderscheid op te merken tussen contacten met de huisarts en de twee andere soorten medische zorg. Een alleenstaande hoogbejaarde maakt meer gebruik van contacten met de huisarts, maar maakt minder gebruik van specialisten en hospitalisatie dan een hoogbejaarde die een relatie heeft zonder kinderen.Image removed.

Voor de variabele urbanisatiegraad is het moeilijker om een verband op te stellen met medische consumptie. Er kan besloten worden dat hoogbejaarden die in een landelijke regio wonen, gemiddeld meer gebruik maken van medische zorgen dan hun leeftijdsgenoten uit andere regio’s, maar daarbuiten is er geen verband zichtbaar wanneer gekeken wordt naar de deelvariabelen van medische consumptie. Deze variabele, weergegeven in figuur 5, heeft dus een zeer klein verklarend karakter.

Image removed.ConclusieWanneer we de demografie in Vlaanderen en het onderzoek van deze masterproef laten samensmelten, resulteert dit dat de vergrijzing en dubbele vergrijzing ervoor zorgen dat er meer nood is aan gezondheidsvoorzieningen. Hoogbejaarden zijn de leeftijdscategorie die het sterkst toeneemt én ze hebben de hoogste medische consumptie.

Vrouwen maken veel meer gebruik van consultaties bij huisartsen dan hun mannelijke leeftijdsgenoten. Er zijn veel meer hoogbejaarde vrouwen dan mannen in de Vlaamse bevolking, waardoor er zeer veel gebruik wordt gemaakt van contacten met de huisarts door hoogbejaarden. Aangezien de vergrijzing en dubbele vergrijzing in de Vlaamse bevolking zich enkel zal verder zetten, is het mogelijk dat er een nijpend tekort aan huisartsen ontstaat, wegens de grote medische consumptie van hoogbejaarde vrouwen op dit aspect.

Er kan geconcludeerd worden dat bepaalde groepen opvallend meer gebruik maken van huisartsen en minder van specialisten en hospitalisatie. Ze vinden hun weg naar de laagdrempelige zorg, maar stromen om een onbekende reden niet door naar de verdere medische zorg. Deze meer kwetsbare groepen van hoogbejaarden zijn: vrouwen, laaggeschoolden, personen met een laag inkomen en alleenstaanden.

Bibliografie

Algemene Directie Statistiek en Economische Informatie (2010). Levensverwachting, geraadpleegd op 2 september 2014 uit www.vlaamse-ouderenraad.be./info60+/artikel.php?pub_id=2640

Andersen, R. (1995). Revisiting the Behavioral Model and Access to Medical Care: Does It Matter? Journal of Health and Social Behavior, 36, p. 1-10.

Andersen, R. & Newman, J. (1973). Societal and Individual Determinants of Medical Care Utilization in the United States, the Milbank Quarterly, p. 1-24.

Babitsch, B., Gohl, D. & von Lengerke, T. (2012). Re-revisiting Andersen’s Behavioral Model of Health Services Use: a systematic review of studies from 1998-2011, Psycho Social Medicine, 9.

Bass, D. & Noelker, L. (1987). The Influence of Family Caregivers on Elders’ Use of In-Home Services: An Expanded Conceptual Framework, Journal of Health and Social Behavior, 28, p. 184-196.

Bureau voor Toegepaste Sociale Gerontologie (2014). Dubbele vergrijzing, geraadpleegd op 20 augustus 2014 uit http://www.btsg.nl/infobulletin/dubbele%20vergrijzing.html

Cantillon, B., Van den Bosch, K., Lefebure, S. (2007). Ouderen in Vlaanderen 1975-2005: Een terugblik in de toekomst. Leuven, Acco, p. 43-59.

Crimmins, E. & Beltrán-Sánchez, H. (2011). Mortality and Morbidity trends : Is there compression of morbidity ? Psychological Sciences and Social Sciences, 1, p. 75-86. doi: 10.1093/geronb/gbq088

De Bock, L. (2010). Persmededeling: Generatie Nu: Het ouderenbeleidsplan van de Vlaamse regering, p.2-3.

Doblhammer, G. & Kytir, J. (2001). Compression or expansion of morbidity? Trends in healthy-life expectancy in the elderly Austrian population between 1978 and 1998, Social Science and Medicine, 52, p. 385-391.

Federale Overheidsdienst Sociale Zekerheid (2014). Wat is de vergrijzing van de bevolking?: inleiding, geraadpleegd op 20 augustus 2014 uit https://www.socialsecurity.be/CMS/nl/about/displayThema/about/ABOUT_5/A…

Fries, J. (1983). The Compression of Morbidity. Stanford University School of Medicine, p. 397-416.

Geerlings, S. & Deeg, D. (2004). Zorg, opvang en begeleiding van chronisch zieken. Van Gorcum, p. 171-174.

Gijsen, R. (2014). Zorggebruik: nadere uitwerking, geraadpleegd op 14 augustus 2014 uit http://www.nationaalkompas.nl/zorg/huidig-zorggebruik-nadere-uitwerking/

Gregg, A. (1941). The Furtherance of Medical Research. New Haven: Yale University Press.

Gruenberg, E. (1976). The Failures of Success, the Milbank Quarterly, 83(4), p.779-800.

Hoeck, S., François, G., Van der Heyden, J., Geerts, J., & Van Hal, G. (2011). Healthcare utilisation among the Belgian elderly in relation to their socio-economic status, Health policy, 99, p.174-182.

Howse, K. (2006). Increasing life expectancy and the compression of morbidity : a critical review of the debate, Oxford institute of aging, p. 2-19.

Lambrix, Y. (2012). Tekort aan opvangplaatsen voor ouderen nooit zo groot. Het Belang van Limburg, p.6.

Manton, K. (1982). Changing concepts of morbidity and mortality in the elderly population, the Milbank Memorial Fund quarterly, 60(2), p. 183-244.

Moore, W. (1969). Social Structure and Behavior, The Handbook of Social Psychology, 4, p. 283-322.

Myncke, R. & Vandekerckhove, B. (2007). Toekomstige ruimtebehoefte voor ouderen in Vlaanderen, p. 11-13.

Pelfrene, E. (2009). De nieuwe bevolkingsvooruitzichten 2007-2060, Studiedienst van de Vlaamse Regering, p. 4.

Rebhan, D. (2008). Health Care Utilization : Understanding and applying theories and models of health care seeking behavior, Case Western Reserve Univerisity, p. 1-19.

Rijksdienst voor Pensioenen (2014). Het maximumpensioen per maand, geraadpleegd op 1 november 2014 uit http://www.onprvp.fgov.be/nl/profes/calculation/amount/paginas/default…

Rodwin, V. (1988). Inequalities in Private and Public Health Systems. The United States, France, Canada and Britain, Ethnicity and Health, University of Wisconsin.

Solon, J., Feeney, J., Jones, S., Rigg, R., & Sheps, C. (1967). Delineating Episodes of Medical Care, American Journal of Public Health, 57 (March), p. 401-408.

Statistics Belgium (2013). Structuur van de bevolking volgens leeftijd en geslacht: Vlaanderen, geraadpleegd op 20 augustus 2014 uit http://statbel.fgov.be/nl/statistieken/cijfers/bevolking/structuur/leef…

Te Riele, S. (2002). Vertekening door non-respons, hoe nauwkeurig zijn de uitkomsten van persoonsenquêtes?, Sociaal economische maandstatistiek 2002/4, p. 20-25.

True, W., Romeis, J., Heath, A., Flick, L., Eisen, S., Goldberg, J. & Lyons, M. (1997). Genetic and environmental contributions to healthcare need and utilization: a twin analysis, Health Services Research, 32 (1), p. 37-53.

Vlaamse Overheid (2009). Algemene omgevingsanalyse voor Vlaanderen, p. 25-26.

Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid (2008). Gezondheidsenquête door interview 2008 – Rapporten, geraadpleegd op 10 september 2014 uit https://www.wiv-isp.be/epidemio/epinl/crospnl/hisnl/table08.htm

Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid (2008). Interactieve analyses gezondheidsenquête 2008, geraadpleegd op 5 september 2014 uit https://hisia.wiv-isp.be/SitePages/Home.aspx

 

Universiteit of Hogeschool
Sociologie
Publicatiejaar
2015
Kernwoorden
Share this on: