Ziekte als inspiratiebron - De invloed van migraine en andere fysieke gebreken op de kunst

Liesbeth Froyen
Persbericht

Ziekte als inspiratiebron - De invloed van migraine en andere fysieke gebreken op de kunst

Liesbeth Froyen

Ziekte als inspiratiebron – “De invloed van migraine en andere fysieke gebreken op de kunst”

 
De relatie tussen lichaam en kunstwerk is het thema van mijn thesisonderzoek. Maw. hoe een kunstenaar bepaalde fysische aspecten (ziekte, handicap,…) uit in zijn werken of wanneer hij er net tegen ingaat (bv. de verlamming van Chuck Close).Vooral over het aspect migraine in de kunst wil ik wat verder uitweiden aangezien ik zelf aan migraine lijd en dit gegeven zeer nauw verweven is met eigen atelierwerk. Daarom eerst een beter beeld van migraine. Veel mensen hebben immers nog nooit een migraine-ervaring gehad. Hoofdpijn noemt men namelijk nogal snel migraine om gesofisticeerder over te komen. Men heeft dus zeker geen idee van de artistieke, fascinerende invloed en ervaringen die een migraineaanval je kan opleveren. 

Migraine kan echter vaak voorkomen zonder het aspect van hoofdpijn. De naam migraine heeft dus vooral zijn weerslag op de visuele aspecten. Deze visuele stoornissen of aura’s zijn tevens het onderwerp van mijn werken: de vervormingen,   tintelingen, dofheid,   lichtflitsen, bliksemschichten,   blinde vlekken,  het  gebrek  aan  mogelijkheid tot communicatie, het gevoel van isolatie, het   wegvallen   van   het rechtergezichtsveld,…

 

In geen enkele andere afwijking treffen we immers zo een afgerond fysiologisch bewustzijn in de mens aan als bij een migraineaanval. Maar het belang van deze fysiologische stoornis tijdens het migraineuze proces wordt vreemd genoeg dikwijls verwaarloosd. We zijn er getuige van, we weten waartoe het leidt, maar het blijft dikwijls even angstaanjagend. Niets is frustrerender en beangstigender als het geleidelijk wegvallen van normale functies als het zicht, de spraak, je motoriek,…

 

Buiten ‘blinde vlekken’ (migraineus verblindende of negatief  scotoom) die steeds grotere delen van je gezichtsveld gaan verduisteren en meestal een migraineaanval inluiden, kunnen er zich ook andere fenomenen afspelen. De hallucinaties of gevoelswaarnemingen die zich tijdens een migraineaura kunnen manifesteren vervormen de werkelijkheid rondom je. De abnormale sensatie is hier dat deze ‘droombeelden’ bij volle bewustzijn worden ervaren. De meeste patiënten weten echter dat ze deze niet met de werkelijkheid moeten verwarren, en objectiveren deze aurasensaties.

Deze hallucinaties laten je denken aan een natuurlijke vorm van ‘trippen’. De schrijver Lewis Caroll, die zelf leed aan ernstige migraineaanvallen van dit type, zal ongetwijfeld hierdoor op creatieve wijze zijn geholpen voor elementen voor het verhaal “Alice in Wonderland”. Het mozaïekbeeld zal Georges Seurat[1] dan weer hebben aangetrokken tot het pointillistisch schilderen. Dit zijn al enkele eerste bewijzen dat de beleving van migraine een aanzet kan geven tot creatieve uitingen.

 

Migraine in relatie met kunst, wordt volgens mij vooral uitgebeeld door de kunstenaars Francis Bacon en Rebecca Horn. Bacon geeft een perfect visueel beeld van een migraine: De vreemde vlezige samengestelde gezichten, de pijn, de blinde vlekken, … (Francis Bacon was migrainelijder). De inbreng van deze elementen is dus geen toeval. Mijn eigen ervaring met migraine is dat je jezelf opgesloten voelt in je lichaam, eerder dus een closed-in syndroom[2]. Bacon veruiterlijkt dit gevoel van isolatie en waanzin. Hij laat lichamen kronkelen, splitsen en vervormen zoals ze tijdens een migraine trachten te doen en plaatst ze in kooien of net in open ruimten om hun isolatie te benadrukken. Naast dit gevoel van isolatie voelt de toeschouwer zich toch betrokken doordat de ruimte rond de figuren ook de kijker insluit, aangezien de kaders in het verlengde liggen van diens perspectief[3]. Gezichten spreken van wrede pijn en dofheid. Vooral de dofheid in de ogen valt me sterk op. Iemand met migraine kijkt immers met een versluierende waas over de ogen, die alles vervormt en vertroebelt, net als een beademde ruit. In een aantal van zijn werken kan je ook werkelijk spreken van blinde vlekken[4], wat een typisch migraineverschijnsel is. De gelijkenissen kan je daarom niet meer negeren.

 

Rebecca Horn exploreert de immobiliteit van het menselijk lichaam. Horn was gedurende een jaar bedlegerig door het maken van een sculptuur in polyester zonder het dragen van een masker. Tijdens een migrainebeleving ben je eveneens gebonden aan het bed en ken je dezelfde, misschien zelfs grotere, frustraties. Haar herstel was een soort van overgangsrite. Je kan een Rebecca Horn voor en na haar ziekenhuisleven makkelijk onderscheiden. Voor haar opname maakte zij grote sculpturen, na haar opname maakt ze body-extentions uit stoffen. Ze maakt verlengstukken aan het lichaam om de mobiliteit van haar lichaam te vergroten of net te verkleinen om de aandacht nog beter op haar thema te vestigen. Zo uit ze haar frustraties verder in de kunst. Horn haalt haar mosterd bij Frida Kahlo. In 1925 raakte de jonge Kahlo betrokken bij een busongeval waardoor ze haar wervelkolom en bekken brak. Ze werd volledig in gips gehuld en tekende op haar gipskorsetten tot ze na het ongeluk liggend in haar baldakijnbed begon te schilderen. Frida Kahlo schilderde diepe persoonlijke pijn op een poëtische, symbolische maar heldere manier en is daarom een van de grootste surrealistische schilders en meest bewonderenswaardige vrouw  in de kunstgeschiedenis. Ook hier was het een ongeluk, een ziekte of beperking die aanzette tot het artistieke of een artistieke omwenteling.

 

“…de wonderen van de aanpassing en het herstel, over het creatieve van ziekte, over de latente talenten die door een ziekte tot bloei komen.”              

- Oliver Sacks,“Een antropoloog op Mars”[5]

 

De immobiliteit kwam eveneens verscheidene malen voor in de werken van Frida Kahlo. De gipsverbanden van Kahlo gebruikte Rebecca Horn als inspiratiebron voor haar verbandharnassen. De gelijkenis is bij vele uitwerkingen treffend. 

Rebecca Horn refereert dikwijls aan medische “imaginaire”. Dit zijn werktuigen uit de vroege wetenschap die vaak nogal absurd zijn of ogen[6]. Ontwerpen van zo’n tuigen zijn ook een grote inspiratiebron voor haar lichaamssculpturen. Zo maakt ze ook een verwijzing van het menselijke lichaam naar het machinale. Geen wonder dus dat langzaam maar zeker haar lichaamssculpturen evolueren naar heuse machinale installaties met menselijke eigenschappen.

 

De frustraties van het immobiel-zijn geeft dikwijls een aanzet tot een alternatieve manier van beweging. Charles Thomas Close (beter bekend als Chuck Close), een Amerikaans exponent van het hyper(foto)realisme, geraakt volledig verlamd door een bloedklonter aan zijn  ruggengraat. Hij kon enkel nog zijn hoofd bewegen.. Velen dachten dat zijn carrière als schilder over was, maar twee jaar na het ongeluk brak hij opnieuw door. Afgezien van zijn extreme immobiliteit, vervaardigde Close een werkwijze om te blijven schilderen. Zijn alternatieve manier om zijn werk voort te zetten was door middel van zijn mond. Hij klemde een penseel tussen zijn tanden en schilderde zo kleine figuren in vierkantjes die tot een groot geheel behoren en samen een beeld vormen vanuit de verte. Kleurontleding en constructie wordt hierbij zeer belangrijk.

 

De fysieke relatie van kunstenaar tot kunstwerk is bij deze voorbeelden niet meer te onderschatten en deze relatie heb ik dan ook verder aangetoond bij andere kunstenaars met verschillende lichamelijke beperkingen. Dergelijke aspecten maken de kunst bijna therapeutisch via expliciete of verstopte kenmerken die terugkeren in hun beelden.

In de schilderateliers wordt er veel gesproken over het ontdekken van een eigen wereld en de afbakening ervan. Deze wereld moet bestaan uit een eigen iets. Iets wat enkel van jou is en niemand anders zo kan vatten als jijzelf. Deze wereld is jouw ideeëngoed, jouw territorium, jouw interesse, … ben jij. Het hebben van migraine of een andere beperking komt hier dus onvermijdelijk in voor. Het brengt je in bepaalde situaties, maakt daarom deel uit van je leven en vormt je dus als persoon. En aangezien volgens mij creativiteit niet losbarst uit een goddelijke romantische ingeving maar uit een zeer aardse inspiratiebron uit je dagelijkse leven, is het zeer voor de hand liggend dat zo’n gegeven als migraine in schilderijen opduikt.

 

“De creativiteit en de strijdlust van de gehavende mens”
– Oliver Sacks “Een antropoloog op Mars”[7]

 

Kunst is, zeker sinds zij ‘modern’ is geworden, ‘abnormaal’. Kunst moet zich buiten de grenzen van het normale, reguliere, letterlijke en figuurlijk ‘gezonde’ denken bevinden. Zo behoort het tot de definitie zélf van kunst, en dus is ze in zekere zin verwant aan de metaforiek van ziekte, lichamelijk verval, stoornissen, perversie,… De kunstenaar waagt zich dus dichter bij de grenzen van de pathologie dan eender wie, afgezien van dokters. Zij vertegenwoordigen de normalisering maar dat betekent ook dat zij onophoudelijk in contact komen met de waanzin, ziekte en verval,… en dat we in hun toegekende domeinen (het hospitaal, de gevangenis, de psychiatrische instelling,…) kunst mogen verwachten.[8]

Friedrich Nietzsche (die onder meer leed aan verwoestende migraineaanvallen) gaf dramatisch gestalte aan de pathetische ‘filosoof met de hamer’ – Hij werd de ‘filosoof met de bedpan’, …met het paar krukken’, … met de hoestsiroop’. Een ziek of zwak gestel werd een voorwaarde voor de filosofie als zodanig. Hij schiep een traditie van wantrouwen ten opzichte van alles wat te opzichtig van gezondheid blaakte. Er ontstond een idealisering van de zwakke of de geesteszieke. Belangrijke hoofdstukken uit zijn wijsgerig levenswerk werden ironisch genoeg gewijd aan de lofzang van de blonde, blauwogige krijger (‘het beest’) als embleem van de stoïcijnse deugden en het ‘militair’ bestaan. Zou de geschiedenis van de filosofie dezelfde schatkamer zijn geweest als Nietsche inderdaad met een arische constitutie was gezegend? Danken we het genie van de bijziende, kortademige, door migraine geplaagde, syfilitische predikantszoon uit Naumburg niet juist aan het feit dat hij inderdaad bijziend, kortademig, door migraine geplaagd en syfilitisch was? [9]Zo zien we ook de schrijver Richard in de film ‘The Hours’[10] zich deze vraag stellen bij het winnen van de Carrouthers (een poëzieprijs voor het levenswerk): “Ik krijg die prijs omdat ik aids heb en gestoord ben. Omdat ik het overleefd heb. Ik krijg ‘m omdat ik nog leef … Zou ik ‘m krijgen als ik gezond was?”

De moderne visie op het menselijk lichaam, hét onderwerp van de hedendaagse kunst: de beperkingen van de mens en zijn eigenschappen. Ziekte en wetenschap geraken meer en meer verweven met de maatschappij en zijn kunst. Door de enorme vooruitgang van de geneeskunde geldt er geen wet van de sterkste meer.

Er bestaat in onze gemeenschap haast geen natuurlijke selectie meer. Je kan de zieke dus zien als een mens van de vooruitgang en van de toekomst, door de technologie van de mens in stand gehouden. We leven dus tegen de natuur in. Denk bijvoorbeeld dan ook aan de Star Wars Generaal Grievous die volledig bestaat uit robotonderdelen maar met een mensenhart. Hier kan je jezelf dan de vraag stellen: “Is hier nog sprake van een mens?”. In de filmwereld, viert de romantisering van het ziektebeeld dat ontstond door Friedrich Nietsche hoogtij.

“Soms wordt het leven met een defect zelfs waardevoller dan het leven zonder”          - neuroloog Oliver Sacks uit “Seeing voices” [11]

 

Dit vloeit uit de creativiteit en flexibiliteit waarmee patiënten zich kunnen aanpassen aan nieuwe situaties. Dit is het profijt van een defect, geen ravage zo groot of er ontstaat een nieuw evenwicht. Je gaat je afvragen of het niet nodig is om tot een nieuwe definitie van de begrippen ‘gezondheid’ en ‘ziekte’ te komen, en daarbij eerder uit te gaan van het vermogen van het organisme een nieuwe orde en structuur te scheppen, die bij zijn speciale veranderde karakter past, dan van een strak gedefinieerde ‘norm’. [12]

 

Ons hedendaags en toekomstig ideaalbeeld draagt immers mankementen en protheses. En dit feit is al menig kunstenaar niet ontgaan. Bv. Matthew Barney en zijn fotoreeks met de paralympics atlete Aimée Mullins waar zij glazen protheses draagt, een link naar de glazen muiltjes van Assepoester. Het romantiserende van de prothesemens ligt er dus vingerdik op. Hij laat zichzelf ook met haar portretteren, in een monsterlijke gedaante getransformeerd (misschien ‘the Beauty and the Beast’?)

Maar daarnaast kan je ook Chris Cunningham plaatsen. Chris Cunningham uit zijn talent in de videokunst. Voor de videoclip “All is full of love” van Björk, wordt er een robot als verleidend naar voren geschoven. Het liedje is op de koop toe een liefdeslied. Het verleidende karakter van de clip, wordt benadrukt door het voortdurende penetreren van allerhande armen in het robotlichaam van de zangeres. Naast vuurvonken zien we verscheidene vloeistoffen rondspatten die we niet kunnen plaatsen. Het feit dat de robot zo blinkend wit is, doet ons dan ook weer denken aan de glanzende welvingen van een kraaknette auto. Dit legt ook de nadruk op het erotische, denk maar aan de Amerikaanse cultuur waarin de auto wordt gesacraliseerd.[13]

 

[1] Georges Seurat (1859-1891) vertegenwoordigde samen met Paul Signac het neo-impressionisme (pointillisme) en is de schilder van oa. het zeer gekende “Dimanche d’étè à la grande Jatte”, 1886

[2] Dit komt voor bij ‘comapatiënten’ die nog bij volledig bewustzijn zijn, maar volledig verlamd zijn en meestal enkel nog de ogen kunnen knipperen.

[3] Op deze manier voelt de toeschouwer zich een voyeur, alsof hij een obscure intieme situatie bespiedt.

[4] Bijvoorbeeld: Three Studies for a Portrait of Peter Beard 1975,1980 en Three Studies for Self-Portrait 1976,…

[5] Citaat uit:  (Het Voorwoord) Oliver Sacks, “Een antropoloog op Mars – Zeven paradoxale verhalen”, uitgeverij Meulenhoff, 1995 

[6] Bijvoorbeeld een orthopedische rolstoel ontworpen door Prof. Delpech uit 1828. Een misvormde man wordt aan het hoofd omhoog getrokken en wordt geplaatst in een kader die zijn zij ondersteunt dmv stangen.

[7] Renée Braams, “Het wonder van ziekte” (over Oliver Sacks, “Een antropoloog op Mars – Zeven paradoxale verhalen”), HN Magazine, 02-sept-1995, p.2

[8] Erik Thys, “De geschiedenis van de waanzin, through a looking glass” – boek: Ronny Delrue, “A Mind Map”

[9] Erik Thys, “De geschiedenis van de waanzin, through a looking glass” – boek: Ronny Delrue, “A Mind Map”

[10] De film “The Hours” (2002) werd geregisseerd door Stephen Daldry, en was de meest bekroonde film van 2003. Er worden drie parallelverhalen (waaronder dat van Virginia Woolf) naast elkaar gezet onder invloed van het boek “Mrs. Dalloway”. De rol van Richard wordt vertolkt door Ed Harris. 

[11] Oliver Sacks – “Seeing voices (Stemmen zien)”, Bibnet, 1989 In dit boek beschrijft Sacks hoe doven een gebarentaal ontwikkelen die minstens even genuanceerd is als de gesproken taal.

[12] Ranne Hovius, “De blinde die ziende werd en zijn kat en hond niet uit elkaar kon houden”, De Volkskrant 10 juni 1995

[13] Seminarie Stef van Bellingen

Bibliografie

Bibliografie

 

 

Boeken: OLIVER SACKS, “Migraine – nieuwe uitgebreide editie”, uitgeverij

J.M. Meulenhoff bv., Amsterdam, 1990, 415 blz.

 

OLIVER SACKS, “De vrouw zonder lichaam – alle verhalen uit de praktijk”, uitgeverij J.M. Meulenhoff bv.,Amsterdam, 1999, 670 blz.

 

OLIVER SACKS, “De man die zijn vrouw voor een hoed hield”, uitgeverij J.M. Meulenhoff bv., Amsterdam, 1985

 

OLIVER SACKS, “Seeing Voices”, Bibnet, Vintage Books, 1989

DAVID H. HUBEL, “Eye, Brain, and Vision”, Scientific American Library, New York, 1989

 

ARETAEUS, “The extant works of Aretaeus the Cappadocian” (vertaling door Francis Adam voor de Sydenham Society), uitgeverij Wertheimer & co. Londen, 1856

 

PROF. DR. C. DENEF, “Farmacologie deel 5”, Faculiteitskring Medica curcusdienst, 2005-2006

 

MICHEL FERRARI en JOOST HAAN, “Alles over hoofdpijn en aangezichtspijn”, uitgeverij Bruna, Utrecht, 2004, 384 blz.

 

ERNST VAN ALPHEN, “Francis Bacon and the loss of self”, Reaktion books Londen, 1993

 

LEO BERSANI, “IS the Rectum a grave?”, AIDS: Cultural Analysis/Cultural Activism, ed. Douglas Crimp , The MIT Press, Cambridge en Londen, 1988, p. 218

GEORGIO DE CHIRICO, “The Parisian Manuscripts”, 1955, p. 251 (met toevoegingen van Klaus Podoll)

 GERMANO CELANT, NANCY SPECTOR, GIULIANA BRUNO en KATHARINA SCHMIDT, “Rebecca Horn”, Guggenheim Museum Publications, SoHo New York, 1994

 

GERMANO CELANT, “Rebecca Horn: The Inferno – Paradiso Switch”, Guggenheim museum Publications, SoHo New York, 1993

 

CARSTEN AHRENS, LYNN COOKE, DORIS VON DRATHEN, BRUCE W. FERGUSON en CARL HAENLEIN, “Rebecca Horn: The glance of infinity”, uitgeverijen Kestner Gesellschaft en Scalo Verlag, Zürich Berlin en New York, 1997

 

FRED EERDEKENS, “The Retina Diamond”, Kunst en Taal, catalogues Muhka, Antwerpen, 2002

 

BARBARA HESS, “Willem de Kooning – Het wezen van de vluchtige blik”, Taschen, Keulen, 2007

 

ROBERT ROSENBLUM, “Willem De Kooning – Recent Paintings 1983-1986”, uitgeverij Anthony D’Offay Gallery, VS, 1986

 

ERIK THYS, “De geschiedenis van de waanzin – through a looking glass” uit: Ronny Delrue, “A Mind Map”, Museum Dr. Ghuislain, Gent, 2005

 

Artikels: PASCAL VERBEKEN, “De ondraaglijke pijnen van migraine: de

verborgen epidemie”, Humo, n°2 2007, p. 126-129

 

JAMA, “The Journal of the American Medical Association”, n° 291 2004, p. 427-434

 

NELE TAS, “Gesprek tussen kunstenaars – Vier tentoonstellingen van Ronny Delrue” (interview met Ronny Delrue), <H>ART, n°16 2007

 

RENÉE BRAAMS, “Het wonder van ziekte” (Over Oliver Sacks, “Een antropoloog op Mars – Zeven paradoxale verhalen”), HN Magazine, 02 sept 1995, p. 2

 

FILIP BILSEN, “Oliver Sacks – Neurologische sprookjes van 1001 nacht”, Leesidee n°1 2002, (rubriek: auteur in de kijker), p. 35-37

 

ERNST VAN ALPHEN, “Lichamen buiten zichzelf: Francis Bacon en perceptie”,  De Gids Honderddrieënvijftigste jaargang, n°2, 1990

 

ERIC RINCKHOUT, “Controverse over echtheid 500 voorstudies Francis Bacon”, De Morgen, 05-08-1998, p. 15

 

JOHAN REYGAERTS, “Francis Bacon – Realiteit in de val gelokt”, Topics Magazine, n°2 1984, p. 75

 

JANNEKE WESSELING, “De schoonheid van het menselijk lijden”, NRC Handelsblad, 08-02-2001

 

WITTENBERG, “Sereen vlees in het slachthuis van het leven – Adembenemend overzicht van Francis Bacons schilderkunst in Londen”, NRC Handelsblad, 07-02-1992

 

MARIANNE VERMEIJDEN, “Bruggetjes tussen foto en verf – Geheime schetsen van Francis Bacon in Tate Gallery”, NRC Handelsblad

 

PAUL DEPONDT, “De onbarmhartige schoonheid van de misère”, De Volkskrant, 29-07-1996

 

PAUL DEPONDT, “Bacon knijpt herinneringen uit penselen en verftubes – Een oorgeschiedenis: iemand, niemand en honderdduizend”, De Volkskrant, 15-01-1990

 

MARC HOLTHOF, “De furiën van Francis Bacon”, De Financieel – Economische Tijd

 

ERIC RINCKHOUT, “Indrukwekkend overzicht Francis Bacon in Parijs”, De Morgen

 

PAUL DEPONDT, “Portretten met mededogen achter klonters bloed en spuug – Francis Bacon laat je gluren naar de aftakeling of verdierlijking van het menselijk lichaam”, De Volkskrant

 

JUAN CRUZ, “Francis Bacon: Zelfportret van een genie – ‘Ik sta versteld’ ”, De Bijsluiter, 9-06-1992

 

CHRISTINE VUEGEN, “Frida Kahlo – Een mythe in de Mexicaanse kunst”, Kunstbeeld, n°11, 1993, p.12-14

 

INEKE SCHWARTZ, “Frida Kahlo – Een leven van lijden, liefde en kunst”, Vitrine, n° 7, 1993, p. 8-12

 

SASKIA MONSCHOUWER, “De Mythologie van Rebecca Horn”, Kunstbeeld, n°11, 1993

 

RANNE HOVIUS, “De blinde die ziende werd en zijn kat en hond niet uit elkaar kon houden”, De Volkskrant, 10 juni 1995

 

 

Internet: HILDEGARD VAN HOVE, “Hildegard van Bingen”, Rosa

Bibliotheek,         http://www.rosadoc.be/site/nieuw/kantklaar/spotop/

vanbingen.htm, 2005, laatst geraadpleegd op 10 april 2007

 

KEES COUPRIE, “Hildegard van Bingen”, http://www.geocities.com/couprie /historie/hildegard/index.html, 2006, laatst geraadpleegd op 10 april 2007

 

JAMIE STOCKHOLM – BERTHE (JSB), “Maitres-fous.net – A website devoted to the study of Jean Rouch’s Films”, American University of Paris, http://www.maitres-fous.net, 2004, laatst geraadpleegd op 10 april 2007

 

DAMIEN HIRST, “Damien Hirst on Francis Bacon”, The Daily Telegraph 10, 2001, http://francis-bacon.cx/articles/, laatst geraadpleegd op 24 augustus 2006

WIELAND SCHMEID, “Painting Technique”, http://www.francis bacon.cx /technique.html, 2006, laatst geraadpleegd op 24 augustus 2006

 

SABINE ALEXANDER, “Over pijn die schoonheid wordt – Geluidloze schreeuwen in Museum Guislain”, Tertio n°302 2005, p.11, http://www.tertio.be/archief/2005/T302/T302-cu3.htm , laatst geraadpleegd op 3 april 2007

 

INGRID DE VOS, “Slachtoffer Russische Dutroux op Gentse tentoonstelling over pijn”, http://home.scarlet.be/~acox5568 /KATYA%20MARTYNOVA%201.jpg, laatst geraadpleegd op 4 april 2007

 

JOHN HABER, “Habits of Disbelief”, http://www.haberarts.com /close.htm, 2002, laatst geraadpleegd op 24 augustus 2006

 

DANIELA FALINI, “Frida Kahlo & contemporary thoughts” , http://www.fridakahlo.it/, 2006, laatst geraadpleegd op 24 augustus 2006

 

WIKIPEDIA, “Wikipedia – De vrije encyclopedie”http://nl.wikipedia.org/wiki/Hoofdpagina, 2005, laatst geraadpleegd op 24 augustus 2006

 

ISEL FOUNDATION, “Fred Eerdekens”, ISEL Magazine n°4 2005, http://www.isel.be/fredeerdekens.htm , laatst geraadpleegd op 10 april 2007

FRED EERDEKENS, http://www.fredeerdekens.be , (Stef Van Bellingen uit “Hot Re-Strike” catalogus Fred Eerdekens), laatst geraadpleegd op 10 april 2007

 

WILLIAM PLOEGAERT, “Het huis van de vergeten dingen, over het geheugen in het werk van Jean-Marie Bijtebier”, IBK, http://www.ibknet.be/page.php?la=nl&id=451&person_id=268, 2006, laatst geraadpleegd op 10 april 2007

 

FONS HEIJNSBROEK, “Willem De Kooning – citaten en uitspraken van de kunstenaar”, De Kunsten, http://www.dekunsten.net/dk-citatenabstractekunst-kooning.html, laatst geraadpleegd op 10 april 2007

 

Film:      PENNY MARSHALL, “Awakenings”, gebaseerd op het gelijknamig

boek van neuroloog Oliver Sacks, Columbia Pictures Corporation, 1990

 

STEPHEN DALDRY, “The Hours”, gebaseerd op het boek “Mrs. Dalloway van Virginia Woolf, Paramount Pictures, 2002

 

JEAN ROUCH, “Les Maîtres Fous”, (Ghana), Cinéma Vérité, 1955

TIM BURTON, “Edward Scissorhands”,  20th Century Fox, 1990

 

Universiteit of Hogeschool
Schilderkunst
Publicatiejaar
2007
Kernwoorden
Share this on: