Criminalisering van migratie. Kwalitatief onderzoek naar het verband tussen het verbieden van hulp aan mensen zonder wettig verblijf en racisme in zes Europese steden.

Anja
Van den Durpel

De paradox van Europa: racisme verboden, mensen uitsluiten verplicht!

Als men spreekt over mensen zonder papieren, aan wie denkt u dan? Een Syrisch gezin dat IS ontvlucht via de Middellandse Zee? Een Erasmus-studente die ‘vergeet’ terug te keren na afloop van het programma? Een Soedanese jonge man die het Kanaal probeert over te steken? Een bedelend Roma-kind in de winkelstraat?

“Mensen zonder papieren” is eigenlijk een foutieve term: vaak heeft men wel documenten, maar niet de juiste. Anno 2015 herbergt elke Europese stad mensen met een onwettig of irregulier verblijf. Binnen deze stedelijke context speelt het dagelijkse leven van (irreguliere) burgers zich af en krijgen de Europese afspraken uitvoering.

Heeft verbieden van hulp aan mensen zonder wettig verblijf invloed op racisme?

Zowel in de media, onderzoek als Europese regelgeving worden mensen zonder wettig verblijf meestal in verband gebracht met misdrijven. Mensenrechten Commissaris Nils Muižnieks stelt daarom dat migratie wordt gecriminaliseerd. Beleid en wetgeving over irreguliere migratie versterken bestaande vooroordelen en vormen een voedingsbodem voor discriminatie, xenofobie en haatmisdrijven.

Deze stelling werd onderzocht op de belangrijkste levensdomeinen: werk, huisvesting, gezondheidszorg en educatie. Zowel de Europese regelgeving en de omzetting ervan in België, Duitsland, Italië, Nederland, Spanje en het Verenigd Koninkrijk als de lokale uitvoering in Gent, Frankfurt, Milaan, Rotterdam, Barcelona en Londen werden onder de loep genomen.

Het Europese beleid inzake irreguliere migratie

‘Europa’ tracht irreguliere migratie tegen te houden en mensen zonder wettig verblijf te verwijderen. Sinds het aantreden van Europees Commissaris Avramopoulos is binnen het Directoraat-Generaal Migratie en Binnenlandse Zaken een team “Irregular Migration” actief. Dit team volgt onder andere het pakket maatregelen inzake hulpverlening (Facilitatierichtlijn 2002/90/EG en Kaderbesluit 2002/946/JBZ) en de Werkgeverssanctie Richtlijn (2009/52/EG) op. Deze verbieden respectievelijk hulp bij binnenkomst, doortocht en verblijf en het tewerkstellen van irreguliere migranten. U hoeft zich dus niet af te vragen hoe u moet reageren op de taferelen die dagelijks de media halen en die zich misschien in uw nabije omgeving afspelen: het bieden van hulp aan mensen zonder verblijf is verboden.

De Europese regels vertaald door de lidstaten

Bij de omzetting van het pakket maatregelen inzake hulpverlening en de Werkgeverssanctie Richtlijn hebben de landen veel interpretatieruimte. Zo kan elke lidstaat besluiten geen sanctie op te leggen en kan de term sanctie zowel een administratieve overtreding als strafrechtelijk misdrijf inhouden. De staten houden de touwtjes dus sterk in handen, waardoor er geen sprake is van harmonie tussen de Europese naties. Onder juridische druk van het Europees Sociaal handvest (ESH) en het Europees Verdrag van de Rechten van de Mens (EVRM) van de Raad van Europa hebben irreguliere migranten beperkte toegang tot gezondheidszorg en educatie.

Van regels naar praktijk

Hoewel vaak beweerd wordt dat landen ‘norm-makers’ en steden ‘norm-takers’ zijn, leveren de lokale praktijken een ander beeld op dan de analyses op nationaal niveau.

De stedelijke invulling van bovenlokale regelgeving vertoont een duidelijke trend. Enerzijds trachten Gent, Milaan en Barcelona maximale toegang tot diensten en voorzieningen te verlenen aan irreguliere migranten. Anderzijds sluiten Frankfurt, Rotterdam en Londen mensen zonder wettig verblijf uit van het aanbod. De lokale overheden kunnen dan ook opgedeeld worden in inclusieve (Gent, Milaan, Barcelona) en exclusieve (Frankfurt, Rotterdam, Londen) steden.

Inclusieve steden

Gent, Milaan en Barcelona nemen irreguliere migrantenkinderen op vanaf de kleuterklas en geven toegang tot meer dan louter dringende gezondheidszorg. Deze lokale besturen organiseren zelf geen controles op mensen zonder wettig verblijf in woningen en op de arbeidsvloer. Ze investeren sterk in een antiracisme- en/of antidiscriminatiebeleid, onder leiding van links-ideologische beleidsverantwoordelijken. Milaan en Barcelona treden via hun antigeruchtenstrategie actief op tegen negatieve uitlatingen over migranten. Net als Gent werken ze bovendien hard aan positieve beeldvorming. In deze drie inclusieve steden zijn (irreguliere) burgers en praktijkwerkers goed op de hoogte van de regelgeving en de lokale uitvoering ervan. Dit realiseren ze door ruimschoots informatie te bieden en samen te werken met ngo’s.

Exclusieve steden

In Frankfurt, Rotterdam en Londen hebben irreguliere migranten slechts beperkt toegang tot dringende medische zorg en verplicht onderwijs. Deze steden inspecteren ook zelf op aanwezigheid van irreguliere migranten in het arbeidscircuit en de private woningmarkt. Ze voeren geen specifiek antiracisme- en/of antidiscriminatiebeleid. Deze drie overheden informeren (irreguliere) burgers niet en werken niet (Londen) of nauwelijks (Frankfurt, Rotterdam) samen met ngo’s. Hoewel praktijkwerkers menen dat ze de wetgeving toepassen, blijkt dit in Londen niet helemaal te kloppen: Europese Richtlijnen en het EVRM zijn minder gekend. Exclusieve steden focussen op het handhaven van de regelgeving. Maar, controles blijken enkel een afschrikkend effect te hebben en zorgen voor angst bij mensen zonder wettig verblijf. De politieke ideologie van de beleidsverantwoordelijken in Rotterdam en Londen is rechts geïnspireerd. Frankfurt is, met een groene schepen, de vreemde eend in de bijt. Misschien kan het gevoerde beleid verklaard worden door de politieke onenigheid en publieke verdeeldheid omtrent migranten. Ook in Rotterdam veroorzaakt het thema politieke controverse. Oppositiepartij NIDA Rotterdam slaagt erin migratie en integratie onderwerpen op de beleidsagenda te krijgen en houden.

Geen Europese paradox in uw achtertuin

De kloof tussen bovenlokale regelgeving en stedelijke praktijken is vaak groot. In geen enkele onderzochte stad kon invloed van het verbieden van hulp aan mensen zonder wettig verblijf op racisme vastgesteld worden. Via hun lokale beleid werken steden echter wel in op het gedrag van de inwoners. Het zijn dus niet wetten, maar de stedelijke context die racisme beïnvloedt. De Europese paradox van een normatief antiracismebeleid tegenover discriminatie op basis van verblijfsstatuut, blijkt op lokaal niveau te worden opgelost: inclusieve steden focussen op antiracisme en integreren mensen zonder wettig verblijf, terwijl exclusieve steden niet optreden tegen racisme en irreguliere migranten uitsluiten.

Download scriptie (2.67 MB)
Universiteit of Hogeschool
Universiteit Gent
Thesis jaar
2015
Promotor(en)
PROF. DR. HENDRIK VOS