Parental separation and schooling outcomes of their children: Empirical evidence from Flemish data

Greet
Van der Straeten

Er is reeds heel wat onderzoek gedaan naar de impact van een ouderlijke echtscheiding op de schoolresultaten van kinderen. Enerzijds is het merendeel van die studies niet-Vlaams, en anderzijds worden vaker niet-gesofisticeerde onderzoeksmethodes gebruikt. In deze masterproef wordt er Vlaamse data afkomstig van de SONAR-databank gebruikt om het effect van scheiding te bepalen op de schoolresultaten van kinderen gebruik makend van de zogenaamde fixed effects-methode.

In deze thesis wordt er in de literatuur op zoek gegaan naar de redenen waarom een echtscheiding de schoolresultaten zou beïnvloeden. Nadien worden de voornaamste resultaten en onderzoeksmethodes besproken, en worden hypotheses geformuleerd omtrent hoe bepaalde factoren het effect van echtscheiding op de schoolresultaten beïnvloeden. Deze factoren betreffen de leeftijd en het geslacht van het kind, de evolutie over de tijd en het opleidingsniveau van de ouders.

Uit de verschillende opgebouwde specificaties blijkt de fixed effects-methode telkens de voorkeur te hebben. Deze methode houdt rekening met niet-waarneembare, tijdsinvariante factoren, die in andere modellen vaak tot vertekening leiden. Als gevolg vormt de endogeniteit, veroorzaakt door factoren die zowel de echtscheiding als de schoolresultaten beïnvloeden, afkomstig van deze tijdsinvariante factoren geen probleem meer.

De gevonden resultaten tonen dat de leeftijd van het kind met gescheiden ouders geen significante invloed uitoefent op het al dan niet behalen van een A-attest. Echter, het feit dat onze data gelimiteerd is tot kinderen in secundair onderwijs speelt mogelijks een rol, en dit kan onderwerp vormen voor verdere studies. Verder werd er opgemerkt dat de kans op het behalen van een A-attest vermindert over de jaren heen: per jaar dat het kind ouder wordt, verlaagt de kans om over te gaan naar het volgende jaar ongeveer met 2 procentpunt.

Ook het geslacht van kinderen met gescheiden ouders bleek de kans op het behalen van een A-attest niet te beïnvloeden. Ondanks dat de coëfficiënt niet significant was, had het een negatief teken, wat impliceert dat echtscheiding een grotere negatieve invloed speelt op de schoolresultaten bij meisjes. Zonder rekening te houden met echtscheiding werd gevonden dat meisjes meer kans hebben om een A-attest te behalen, en dat deze kans ongeveer met één procentpunt per jaar toeneemt.

Verder is het mogelijk de hypothese over de evolutie in de tijd bevestigen: schoolresultaten blijken inderdaad negatief beïnvloed te zijn des te dichter bij het moment van ouderlijke echtscheiding. Zo wordt geschat dat kinderen ongeveer negen procentpunt minder kans hebben om over te gaan naar het volgende jaar in het jaar waarin de ouders scheiden. In de drie jaar voor en na de scheiding zou deze kans niet meer negatief beïnvloed worden door de scheiding. Daaruit kan afgeleid worden dat de oorzaak van niet-slagen op lange termijn niet kan toegeschreven worden aan de ouderlijke echtscheiding. Dit impliceert echter niet dat er indirect geen lange termijn effecten zijn: vanuit een economisch perspectief betekent dit onder andere dat er een grotere kans is om later dan gewoonlijk op de arbeidsmarkt te komen, en dat bepaalde kosten gemaakt worden die anders niet zouden gebeuren, bijvoorbeeld dat leerkrachten twee jaar op rij lesgeven aan dezelfde persoon etc.

Een vierde hypothese die onderzocht werd was of het opleidingsniveau van de ouders een effect heeft op het al dan niet slagen van kinderen met gescheiden ouders. Er werden echter geen significante bewijzen gevonden dat opleidingsniveau een verklaring zou bieden voor eventueel minderen schoolresultaten. 

Een beperking van dit onderzoek is dat niet alle factoren die besproken werden in de literatuurstudie konden onderzocht worden, omdat de nodige data niet beschikbaar was. Er werd immers gebruikt gemaakt van een bestaande databank die niet als initieel doel had om het effect van echtscheiding op schoolresultaten te bestuderen. Hierdoor kon het effect van onder meer gezinsinkomen en ouderlijke ruzie niet opgenomen worden als verklarende factoren. Een andere beperking was dat de data gelimiteerd is tot kinderen in het middelbaar onderwijs. Resultaten kunnen dus zeker niet veralgemeend worden naar andere leeftijdsgroepen. Belangrijk is ook dat de afhankelijke variabele in deze masterproef enkel meet of het kind een A-attest behaalde of niet. Langetermijneffecten op maatstaven als scores en afzakken mogen bijgevolg niet uitgesloten worden.

 

Universiteit of Hogeschool
Universiteit Gent
Thesis jaar
2015