Gershwins Porgy & Bess (1935): De waardevolle elementen en overlevingsmechanismen.

Nathalie
Hamelton

George Gershwins Porgy & Bess is een rijkelijk bediscussieerde jazz- of 'volksopera' die tot interessante inzichten kan leiden voor hedendaagse opvoeringen van deze opera, of compleet nieuwe werken. De conclusie van mijn onderzoek over Porgy & Bess belicht daarom in eerste lijn de leerrijke, waardevolle elementen. Die elementen tilden Porgy & Bess tot een hoog niveau, en kunnen ook in nieuwe werken van dienst zijn om ze tijdloos te maken, of een groot publieksbereik te geven.

Porgy & Bess is een sterke opera, ten eerste dankzij de gelaagdheid van de liederen. De symboliek van de liederen valt te filteren dankzij de intertekstuele link met de voorgaande bronnen, en de diepere betekenis die ze verkrijgen doorheen de opera. Zo is ‘Summertime’ duidelijk pastoraal dankzij de tekstuele invloed van de roman ‘Porgy’, en evolueert de aria tot een onheilspellend lied doorheen Porgy & Bess. De muzikale ondersteuning van het libretto is steeds aanwezig in textuur en balans van consonantie en dissonantie.

Ook andere aria’s krijgen diepgang dankzij de toevoeging van muziek. ‘It Ain’t Necessarily So’ is in combinatie van muziek en tekst een parodisch werk: Muzikaal is het een ironisch vergrootglas van jazz, terwijl het tekstueel het Bijbelse Woord ondermijnt. Gelaagd op twee vlakken, kan men wel zeggen. Symbolen zijn er ook losstaand van aria’s: Denk aan de buizerd versus het personage Sportin’ Life.

Aangezien de zang vaak functioneel wordt ingezet, is het werk authentiek en aannemelijk voor het publiek. De romanschrijver van ‘Porgy’ verwerkte al bijzonder veel muzikaliteit in zijn schets van de Catfish Row-gemeenschap. Gershwin werkte hierop verder, en bracht een muzikale vertaling van het leven van de Gullah Negroes, dat sowieso vervult was van muziek. Zowel in koor- als solo-stukken zingen de zwarte personages, om hun emoties onderling te delen, of om iets te bekomen. De gezangen zijn dan ook vaak (bij)gelovig ingekleurd. George Gershwin koos bewust voor een verhaal, context en personages die de aanwezigheid van muziek op scène konden kaderen.

Porgy & Bess is een hybride werk dat componisten en uitvoerders inspireerde doorheen de 20e en 21e eeuw. De opera werd een succesverhaal in verschillende muziekwerelden, vooral via afgeleide werken: jazz-standards, musical-opvoeringen of -films en klassieke werken. De haalbaarheid om deze afgeleide, compactere werken op te voeren ligt hoger dan bij een opera.

Jazz fungeerde als een levenselixir voor de opera. De jazz-standards zijn flexibel in stijl en laagdrempelig voor uitvoerders. Ze zijn steeds vrij in te vullen, ongeacht welke stijl in welke tijd heerst. Zo doorstaan ze de tand des tijds beter dan de rigide opera. Zowel amateur- als professionele muzikanten in jazz en lichte muziek kunnen er snel mee aan de slag, op een podium, in een jazzbar of thuis.

Zeker de professionele muzikanten hebben een gemeenschappelijke kunde en kennis van de jazztraditie, waardoor ze samen kunnen jammen zonder voorbereiding. Een nadeel van dit spontaan samenspel, is dat de inhoud uit de opera (gelinkt aan de voorgaande bronnen) niet meegenomen wordt in de loutere interpretatie van de leadsheet.

De laagdrempeligheid van de afzonderlijke songs geldt ook voor de toeschouwers, zeker bij vocale nummers. Het publiek wordt eenvoudig meegenomen in de teksten. De gelaagdheid dreigt hier echter ook verloren te gaan, wanneer de context van de opera ver te zoeken is. De diepere betekenis van bijvoorbeeld het alom bekende ‘Summertime’, kan niet meegegeven worden in een opvoering van de jazz-standard.

Porgy & Bess is relevant voor de hedendaagse operawereld dankzij de universele thema’s. In elk gebied van de wereld, en in elke tijd zal men zich kunnen verplaatsen in personages die in isolement leven. Dit kan een sociaal, fysiek of symbolisch isolement zijn. In een hedendaagse opvoering, of in een hedendaags werk kan men een invulling vinden die actueel, maatschappelijk relevant, of zuiver functioneel is. Hetzelfde geldt voor de thema’s moraliteit en het pastorale.

De vraag naar wat ethisch is, of wat de balans is tussen cultuur en natuur, is niet tijds- of locatie-gebonden. De antwoorden wel. Porgy & Bess, of een nieuw werk, kan deze thema’s aanwenden ter onderzoek. Het werk hoeft geen antwoord te formuleren.
Uit Porgy & Bess heb ik toch een ethische boodschap proberen distilleren. Het goede in de mens kwam vooral naar boven in dergelijke situaties: De geïsoleerde gemeenschap leeft in harmonie met de natuur en doet globaal genomen het goede. Wanneer de rampen der natuur zich voordoen, zijn het de vriendschap en de vergevingsgezindheid die de ethiek doen evolueren. Dit komt duidelijk naar boven in de stormscène, of tijdens de genezing van Bess. In het geval dat de buitenwereld onheil veroorzaakt, is het ofwel de interne sociale orde die het negatieve neutraliseert, ofwel een link met de culturele buitenwereld. Wanneer Peter bijvoorbeeld in gevangenschap zit, grijpt Catfish Row naar de hulp van de blanke advocaat Archdale. Er wordt dus niet simpelweg gesteld dat de pastorale levenswijze het enige goede pad biedt. Echter, wanneer de niet-pastorale gemeenschap zich moeit, moet die het ook komen oplossen. Er is geen onderscheid te vinden tussen de (on-)ethische levensstijl van zwarte of blanke personages. Porgy & Bess draagt interessante filosofische ideeën in zich, die in elke tijd en elk gebied bevraagd kunnen worden.

Hoe Porgy & Bess, of een nieuw werk, op scène geplaatst moet worden, wil ik zeker niet beantwoorden. Ik poogde een gehele lezing te geven van het werk, waarmee men aan de slag kan gaan. Via een interview met jonge creatievelingen, zijnde componist Benjamien Lycke en operaregie-student Mien Bogaert kwamen we tot enkele criteria waaraan een hedendaagse opvoering moet voldoen.

De functionaliteit van muzikale en scenische elementen wordt absoluut vooropgesteld. Deze elementen mogen intellectueel uitdagen. Toch is het nodig dat de toeschouwer een houvast heeft. Zolang er op elk moment van de opvoering een tak begrijpelijk blijft (vb. de handelingen), is een werk toegankelijk, stelt Lycke. Via die toegankelijkheid mikt Lycke ook in zijn eigen werken op een breed publiek. George Gershwin had hetzelfde doel voor ogen. Hybriditeit zorgt ervoor dat een werk (ook in afgeleide vorm) in verschillende werelden kan insijpelen. Een veelvoud incorporeren van (hedendaagse) muzikale invloeden kan dus een groter publiek aanspreken. Lycke stelt voorop dat er een centrale componist de muzikale continuïteit moet bewaken. Commentatoren waren het in de 20e eeuw niet eens over de kwaliteit van het hybride Porgy & Bess. Sommige critici uitten zich positief over de continuïteit van het werk. Het was een eclectisch werk, maar geen rapsodie. Gershwin maakte dat mogelijk via o.a. leidmotieven en reprises van thema’s en aria’s.

In het laatste onderdeel besprak ik de auteursrechtelijke situatie van Porgy & Bess. Om te concluderen gaf ik commentaar op de beknotte verspreiding van de opera doorheen de 20e eeuw en de beperkte beschikbaarheid van de partituren in kader van studie. Zowel op het succes van de opera, als op het bestuderen van de waardevolle elementen van Porgy & Bess heeft de rigiditeit van de auteursrechtelijke situatie een nefast effect gehad.

Porgy & Bess is nu eenmaal een werk van waarde, gelaagdheid en breedte, dat idealiter door elke muziekliefhebber beluisterd en bestudeerd kan worden. 80 jaar na datum is het werk relevant en spoort het aan tot filosoferen. De bevraging van het werk, en de operawereld, bieden interessante wegen voor muzikale topwerken, die de 21e eeuw (en de daaropvolgende eeuwen) zouden kunnen overleven.

Een regisseur, dirigent of componist die laagdrempeligheid, haalbaarheid, functionaliteit, toegankelijkheid en continuïteit probeert te bewaren in zijn hybride werk vol universaliteit, diepte en intertekstualiteit stevent af op een groot succes.

 

Download scriptie (1.74 MB)
Universiteit of Hogeschool
Universiteit Gent
Thesis jaar
2015
Kernwoorden