Dure drankjes? Een verkennend kwalitatief onderzoek naar de percepties van personen veroordeeld wegens het rijden onder invloed

Cedric
Verstraete

In een recente studie naar de Europese verkeersveiligheid werd becijferd dat ongeveer 25% van de verkeersdoden op Europese wegen rechtstreeks te wijten zou zijn aan rijden onder invloed (ROI). Wanneer men de Belgische situatie nader bekijkt, moet men vaststellen dat in 2012 ruim 2% van de gecontroleerde bestuurders positief blies, waarmee ons land de weinig benijdenswaardige eer heeft enkel Cyprus en Italië achter zich te laten op de Europese rangschikking wat betreft het percentage positieve alcoholcontroles.

Ondanks deze vaststellingen besluiten heel wat wetenschappers dat het meeste onderzoek naar deze problematiek werd gevoerd vanuit een verkeersveiligheids- en gezondheidsperspectief. Bestaande studies die dit fenomeen hebben belicht vanuit een criminologische invalshoek zijn schaars en onderzoek dat dit verschijnsel heeft onderzocht vanuit het perspectief van de veroordeelden zelf is bovendien ook eerder uitzondering dan regel. Wanneer dit misdrijf binnen de discipline wel voor het voetlicht trad, beperkte dit onderzoek zich in hoofdzaak tot het via kwantificerende weg beschrijven van bijvoorbeeld de demografische achtergrondkenmerken van veroordeelden, de impact van de formele strafdreiging op de ROI-intenties van de totale bestuurderspopulatie of de effecten van de bestraffingsmechanismen op de strafrechtelijke recidive. Om deze lacunes te helpen aanvullen, werd er geopteerd voor een kwalitatief onderzoek waarbij tien halfgestructureerde interviews werden afgenomen van Belgische bestuurders die zich voor deze overtreding voor de rechter hebben moeten verantwoorden. Op deze manier werd geprobeerd meer inzicht te bieden in de percepties van personen die door de politierechtbank werden veroordeeld wegens het rijden onder invloed van alcohol. Naast het blootleggen van de percepties die voor de betrapping bij deze personen leefden omtrent de pakkans en de bestraffingsstrengheid voor deze overtreding, werd ook gefocust op de ontradende effecten die de opgelegde geldboete en het opgelegde rijverbod eventueel bij hen teweegbrachten. Bovendien werd ook nagegaan in welke mate mogelijke schaamtegevoelens en negatieve reacties ten gevolge van deze overtreding aanleiding gaven tot dergelijke effecten.

Hoewel de veroordeelden er doorgaans een lage subjectieve pakkans op nahielden, bleken zij toch vaak pogingen te ondernemen om hun kansen om aan een alcoholcontrole te worden onderworpen zo beperkt mogelijk te houden. De inschattingen die zij vooraf maakten over de strengheid van een mogelijke bestraffing leken hun gedrag minder te beïnvloeden. De opgelegde geldboete zorgde bij de helft van de respondenten voor een (weliswaar vaak tijdelijk) ontradend effect, terwijl het opgelegde rijverbod op basis van hun getuigenissen minder doeltreffend bleek op dit vlak. Waar de onderzoeksdeelnemers slechts in geringe mate negatieve reacties ontvingen vanuit hun omgeving, leken ze wel allemaal te worden geconfronteerd met opborrelende schaamtegevoelens. Het verwondert dan ook niet dat het ervaren van schaamtegevoelens bij de helft onder hen een ontradende werking had op hun gedrag.

Het belichten van dit fenomeen vanuit het perspectief van de veroordeelden zelf, heeft zonder twijfel geleid tot een uitbreiding van de wetenschappelijke kennis op dit vlak. Toch kan op basis van de getuigenissen van tien ervaringsdeskundigen, hoe waardevol deze ook zijn gebleken, niet worden beweerd dat alle lacunes naar behoren zijn ingevuld of dat er een pasklare aanpak kan worden geformuleerd. Daarom blijft verder onderzoek naar bijvoorbeeld de ontradende effecten van formele en informele sanctioneringsmechanismen noodzakelijk en dit niet alleen op ruimere schaal, maar bovendien ook toegepast op de Belgische context. Enkel op deze manier zullen nieuwe en bestaande initiatieven die de maatschappelijke kost van dit verkeersveiligheidsprobleem willen terugdringen in hun opzet kunnen slagen. Hoewel quasi alle respondenten gewag maakten van het feit dat bepaalde van deze mechanismen sinds hun veroordeling een ontradende werking hadden op hun ROI-gedrag, gaven slechts drie onder hen te kennen dat zij dit gedrag sinds hun veroordeling niet meer zouden hebben gesteld. Ook voor heel wat mensen die zich in dezelfde situatie bevinden als de hier bevraagde ervaringsdeskundigen, zou het de drankjes in de toekomst naar alle waarschijnlijkheid heel wat minder duur kunnen maken.

 

Download scriptie (754.75 KB)
Universiteit of Hogeschool
KU Leuven
Thesis jaar
2014