De literaire ervaring: een esthetische ervaring?

Leen
Verheyen

Is de literaire ervaring een esthetische ervaring? Hoewel deze vraag in de kunstfilosofie en de esthetica vaak genegeerd wordt, is ze bijzonder interessant. Traditioneel wordt het esthetische immers met het zintuiglijke geassocieerd, wat tot de conclusie zou leiden dat literatuur buiten het domein van het esthetische valt. Dit klinkt voor mensen met enige voeling met literatuur echter contra-intuïtief: zij kennen immers het gevoel geraakt te worden door een treffende verwoording, een mooie zin of zeggen dat ze een “mooi” boek hebben gelezen. Volstaan deze ervaringen om te stellen dat een literaire ervaring een esthetische ervaring is? En op welke manier dienen we het esthetische in dit verband dan te definiëren?

In deze scriptie wordt de discussie aangegaan met de Amerikaanse kunstfilosoof Peter Kivy, die stelt dat we literatuur als een niet-esthetische kunstvorm moeten beschouwen. Hij doet dit op basis van drie argumenten. Ten eerste stelt hij dat romans over veel emotieve eigenschappen beschikken, maar dat het een vergissing is emotieve eigenschappen als esthetische eigenschappen te beschouwen. Ten tweede beschikt de roman volgens Kivy zonder twijfel over bepaalde esthetische eigenschappen, maar worden deze door de lezer niet opgemerkt, waardoor ze niet het voorwerp kunnen zijn van een esthetische ervaring. Kivy's derde argument is analoog aan het tweede: de literaire taal beschikt over bepaalde esthetische eigenschappen, maar ook deze worden door de lezer niet opgemerkt.

 

Uit de discussie met Kivy blijkt echter dat het formalistische uitgangspunt dat Kivy hanteert niet houdbaar is. Hij bepleit immers een radicale scheiding tussen vorm en inhoud, tussen esthetische en niet-esthetische eigenschappen van het kunstwerk. Bij het literaire kunstwerk zijn vorm en inhoud, plot en story, echter intens met elkaar verweven: ze bepalen elkaar en perken elkaar in. Een discussie over de esthetische waarde van de roman kan dus niet om die verwevenheid heen.

 

De analyse van Kivy's argument omtrent het onderscheid tussen emotieve en esthetische eigenschappen zal bovendien nog een ander interessant aspect van de literaire ervaring blootleggen. Onze emotionele betrokkenheid tot literaire werken komt immers, in tegenstelling tot wat Kivy beweert, voort uit een bepaalde houding ten opzichte van het werk die kenmerkend is voor de esthetische ervaring. We kunnen immers spreken van een contemplatief genieten vanop afstand, er is met name in onze verhouding tot literatuur sprake van een afstandelijk betrokken houding, van esthetische distantie.

 

Uit dit onderzoek zal dan ook blijken dat er verschillende redenen zijn om de literaire ervaring, in tegenstelling tot wat Kivy beweert, op te vatten als een esthetische ervaring.  

Download scriptie (311.8 KB)
Universiteit of Hogeschool
Universiteit Antwerpen
Thesis jaar
2014